
Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In het dorpje Corneno woonde een prachtige vrouw Gertrude, echtgenote van de klokkenluider Iseppo. Op een avond kwam Iseppo naar huis na de vespers en vond de huisdeur geopend. Geschrokken riep hij zijn vrouw, maar ze antwoordde niet. Hij vond haar op de keukenvloer met gescheurde kleding en zwaar gewond.
Gertrude herkende hem nog en noemde vlak voor ze stierf de naam van haar moordenaar en zijn afschuwelijke daad die tot haar dood had geleid. Het was de schoenmaker Isidoro, een branie die in dienst was van de Heer van het dorp, ene Liprando, en Iseppo liet hem arresteren.
Eerst ontkende de man alles, maar nadat hij flink onder druk was gezet, bekende hij uiteindelijk zijn misdaad. En niet alleen die! Hij gaf toe dat hij er vaker op uitging, gekleed in een zwarte jas met bovenop twee horens. In die vermomming verkrachtte hij jonge vrouwen, plunderde ze en vermoordde hij de mannen. Dit alles met medeweten en toestemming van zijn meester Liprando.
Isidoro werd opgehangen en Liprando ging er nadat hij had gehoord dat zijn dienaar bekend had, vandoor. Toen de dorpelingen in optocht naar het kasteel trokken, vonden ze geen spoor meer van hem.
Na deze gebeurtenissen durfde niemand meer in het kasteel te wonen omdat er een vloek op rustte. Iedere nacht kwam er uit de diepste krochten de geest van Isidoro, die rusteloos door de lege zalen zwierf, nu eens kreunend, dan weer onverstaanbare kreten uitstotend.
