Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Rijdend van Como naar Bellagio kunnen we voortdurend genieten van het uitzicht over het meer en komen we door vele schilderachtige dorpjes. De argeloze toerist zal niet vermoeden welke drama’s zich hier in het verleden hebben afgespeeld. Eén daarvan vond plaats in het kleine vissersdorp Careno.
Heel lang geleden woonde in dit dorpje Gertrude met haar man Iseppo. Iedere dag voer Iseppo uit met zijn boot om te vissen. Op een avond kwam hij thuis van zijn werk en vond zijn vrouw zwaargewond op de keukenvloer liggen. Ontsteld boog hij zich over haar heen en hoort haar voor ze sterft nog zeggen dat ze is beroofd door Isidoro, de knecht van Liprando, de kasteelheer uit het dorp.
Iseppo roept luidkeels om hulp en vertelt de toegesnelde dorpelingen wat hij zijn heeft horen zeggen. Daarop trekt men met de woedende stoet naar het kasteel waar blijkt dat de vogel is gevlogen. Ver kan hij niet zijn gekomen en alle mannen uit het dorp kammen de omgeving uit. Het duurt niet lang of hij wordt gevonden en al snel bekent wat hij heeft gedaan. En niet alleen heeft hij Gertrude beroofd, maar met medeweten van zijn heer blijkt hij ook al eerder overvallen te hebben gepleegd.
Sinds die tijd dwaalt de verdoemde geest van Liprando iedere nacht rusteloos door de lege zalen van het kasteel en hoort men op stille nachten soms zijn gekerm. Nooit heeft iemand meer in het kasteel willen wonen.