Legendes uit het Valtellina (12): Macabere dansen

 

Over het thema van de “dans macabre” zijn vele verhalen geschreven: het gaat om de dans van een persoon met de dood. Ook in het Valtellina zijn er verschillende varianten van deze legendes te vinden. Hier volgt één ervan: het verhaal over de boer Pin Colza. Zijn naam kous (colza=calza=kous) doet misschien denken aan een wat slome figuur, maar niets is minder waar. Het gaat om een jonge, levenslustige man die een vreemd avontuur beleefde.

Pino was op een dag vanuit Sacco in het Val Gerola, waar hij woonde, afgedaald naar het Piazza S. Antonio in Morbegno waar die dag de veemarkt werd gehouden. Hij verkocht die dag een kalf voor een heel goede prijs en om dat te vieren had hij in een herberg wat wijn gedronken. Wat te veel zelfs want toen hij tegen de avond op weg naar huis ging, stond hij niet al te stevig meer op zijn benen.

Nu was dat niet zo erg want hij kende het voetpad van Morbegno naar Sacco zo goed dat hij met zijn ogen dicht nog wel kon lopen. Het eerste stuk ging steil omhoog, maar na het passeren van het kerkje van San Carlo ging het sneller. Het verhaal ging dat iets daar voorbij, in het midden van het bos, vaak lichtjes gezien werden van ronddwalende geesten van overledenen, maar hij zag geen enkel vlammetje en Pin zuchtte van opluchting toen hij de rand van het bos had bereikt.

Maar net toen hij op dat punt was aangekomen zag hij een sterk licht, veel sterker dan het licht van de maan, bijna verblindend. Hij liep nog wat verder en zag dat er een groot vuur brandde in het midden van het weiland. Ook hoorde hij veel rumoer, stemmen, lachen en het geluid van een piano en een viool, die dansmuziek speelden.

Hij stopte om beter te kijken: rond het vuur zag hij een menigte personen in verschillende kledij, zowel mannen als vrouwen, boeren en handwerkers, notabelen en soldaten, mensen van allerlei herkomst. Hij kon zijn ogen niet geloven, maar er was werkelijk een dansfeest aan de gang (het was precies middernacht).

Hij had nog nooit zoiets gezien en het vreemde was dat hij ook niemand van de dansers kende, terwijl hij toch alle mensen uit zijn dorp en omgeving wel zou herkennen. Het zag er zo aantrekkelijk uit en hij was zo dol op dansen dat hij het eerste meisje dat vrij was ten dans vroeg.

Hij was vol energie en danste de pirouettes met zoveel overgave dat het meisje tenslotte zei “Rustig aan Pin Colza, want de doden hebben maar weinig kracht”. Bij die woorden schrok hij vreselijk en liet hij het meisje meteen los. De drank en de euforie hadden hem niet zo beneveld dat hij zich meteen realiseerde wat die woorden betekenden. Geschrokken rende hij weg en vluchtte zo snel hij kon naar Sacco.

Daar ging hij buiten adem naar het huis van de priester en bonsde zo hard hij kon op de deur. De priester verscheen slaperig bij het raam: “Wat is er zo dringend dat je me op dit uur van de nacht wakker maakt?”. “Iets vreselijks padre, iets om bang voor te zijn”. “En wat is er dan gebeurd? Is er iemand ziek? Heeft iemand het laatste oliesel nodig?” “Neen, nee, een kampvuur en mensen die daar dansen, maar het waren geen mensen, het waren doden”. “He jij Pin Colza, je hebt te veel wijn gedronken. Ga naar bed en je zal zien dat je morgen die dwaze ideeën kwijt bent”. En daarop sloot hij het raam zonder dat hij tijd gaf om te antwoorden.

De jonge man, ging, nog onder de indruk van wat hij meegemaakt had naar huis. Maar al vroeg in de ochtend was hij opnieuw bij de priester: “Padre, kom met me mee, dan zult u zien dat ik het niet gedroomd heb of dronken was. Er was echt een groot vuur en er waren de dode zielen die er dansten, kom, er moet nog iets van overgebleven zijn”. De oude priester mopperde, maar kleedde zich toch aan en ging tegen zijn zin met hem mee, hopend dat hij Pino daarmee kon kalmeren.

Ze kwamen bij de weide en Pino zocht resten van het grote vuur. Maar niets, zelfs geen stukje verkoold hout. “Maar hier was vannacht geen vuur, dat is wel duidelijk”, zei de priester glimlachend tegen de jongen, die zich geen raad wist en bleef rondspieden. Maar plotseling verdween de glimlach van het gelaat en keek hij sprakeloos naar de jongen: zijn ravenzwarte haren waren totaal wit geworden. “O Heer, wat is er met je haren gebeurd?”, vroeg hij, terwijl hij in zijn hart het antwoord al wist: er moest iets verschrikkelijks zijn gebeurd om zijn haren in zo korte tijd compleet te laten verkleuren. Het verhaal dat Pino hem had verteld, moest wel waar zijn.

Vanaf dat moment waarschuwde hij in zijn preken alle parochianen weg te blijven van de zielen van de doden die daar in de nacht ronddansten en het verhaal werd van generatie op generatie doorgegeven aan de inwoners van Sacco. En Pino Colza was voor altijd zijn prachtige zwarte haren kwijt, verloor zijn oude liefde voor het dansen en vooral was hij alle lust kwijt om nog ooit over dit voetpad naar het dorp te lopen.

Vrij bewerkt naar Massimo dei Cas

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 136 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten