Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Deze kerk in Gravedona, die staat naast de parochiekerk van S. Vincent, dateert uit het laatste kwart van de 12e eeuw en is daarmee een van de meest originele voorbeelden van de Romaanse stijl in het gebied van Como. Men zegt dat ze de naam kreeg omdat er een lindeboom op het dak van de klokkentoren groeide. Ze staat op de plaats van een vroegchristelijke doopkerk gewijd aan S. Giovanni Battista (Johannes de Doper). Hiervan resteren nog enkele symbolische reliëfs ingemetseld boven het portaal en in het interieur de doopvont en resten van een mozaïekvloer uit de 5e eeuw. Ook het vloerplan met drie apsissen herinnert aan de vroegere kerk. De buitenzijde van de kerk valt op door zijn afwisselende banden van wit Musso marmer en zwarte steen uit Olcio en door de indrukwekkende toren. Het opmerkelijke is dat ze aan de onderkant vierkant is, maar van boven achthoekig. De vooruitspringende campanile is een unicum voor de Lombardisch Romaanse architectuur, en lijkt ontleend te zijn aan voorbeelden in het Rijnland en Bourgondië. De toren heeft ook altijd dienstgedaan voor de ernaast liggende kerk van S. Vincenzo.
Boven het ingangsportaal zien we witmarmeren bas-reliëfs uit de late Middeleeuwen ingemetseld: o.a. een centaur wiens pijl een hert raakt en een slang die zich oprolt in een vierkant. Naast de ingang is ook nog een Grieks kruis zichtbaar en erboven een menselijk gezicht dat oorspronkelijk onderdeel was van een laat-Romeinse grafzuil. Het meest bijzondere vinden we onder de eerste rij kleine bogen: een bas-reliëf waarvan de twee ronde uitsteeksels de “borsten van koningin Teodolinda” worden genoemd.
Bij binnenkomst van de kerk zien we een grote ruimte waarvan het grondplan is afgeleid van de eerdere doopkerk. In het centrum zijn er sporen van de oorspronkelijke achthoekige doopvont en een fragment van de mozaïekvloer uit de 5e eeuw met witte, zwarte, rode en grijze stukjes in een geometrische vorm die uit de Romeinse tijd dateert.
Van de oorspronkelijke complexe muurdecoraties zijn slechts enkele resten zichtbaar, ze dateren uit de eerste helft van de 14e eeuw. Een voorbeeld hiervan is een deel van het Laatste oordeel op de achterwand. Ook uit de 14e eeuw is de afbeelding van S. Stefano op de zuil in de centrale apsis, waaronder waarschijnlijk nog oudere fresco’s zijn verborgen. In het priesterkoor is ook een zeer kostbaar houten Kruisbeeld uit de 12e eeuw te bewonderen.
In de apsis aan de noordkant zijn er decoraties uit de 15e eeuw, waaronder delen van een cyclus van Johannes de Doper en de Drie Koningen bij het priesterkoor en de Kruisiging in de zuidelijke apsis. Een fresco met de Maagd tussen S. Nicola, een opdrachtgever en een andere heilige dateert uit de tweede helft van de 15e eeuw.
In het priesterkoor domineert het fresco van de Aanbidding van de Wijzen, en het is hier waar de legende zich afspeelt. Het fresco dat we nu zien, dateert uit het begin van de 14e eeuw, maar volgens berichten uit de Karolingische tijd, was er al in de vroege Middeleeuwen op deze plaats een fresco met hetzelfde onderwerp aanwezig. Zo is er in de Abdij van Fulda, in Duitsland, een document waarin het wordt genoemd.
Volgens een legende uit 823, brak er op een dag een hevige onweersbui los, waarop meerdere inwoners van het dorp de kerk invluchtten. Terwijl buiten de lichtflitsen van de bui te zien waren, begon het fresco uit zichzelf ook licht uit te stralen, een licht dat meerdere dagen zichtbaar bleef. Uit de wijde omtrek kwamen de inwoners om dit spektakel te zien. Na een aantal dagen echter doofde het licht en is niet meer teruggekomen.
Meer weten? Kijk dan ook hier.