Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Voor de bewoners rond het Comomeer is de ‘agone’ altijd een belangrijk voedsel geweest, zowel omdat het een vis met smakelijk vlees is, als vanwege de overvloed ervan in het Comomeer. Deze vis komt alleen voor in de meren in Noord- Italië. In ieder meer heeft de vis zich verschillend ontwikkeld en zo is de agona[1] uit het Comomeer wat kleiner, maar smakelijker dan die uit de naburige meren. Als ze nog niet helemaal volgroeid is en niet groter dan 15 cm lengte, wordt ze aan het meer ‘antesin’ genoemd. Als ze gedroogd is, verandert de naam in ‘missoltine’.
Ook de primitieve bevolking aan het meer voedde zich met deze vis, mar aten die hetzij rauw, hetzij geroosterd, zonder dat men eraan dacht ze te conserveren.
Op een gegeven moment had men echter in de gaten dat je de vis uitstekend in de zon en droge lucht kon drogen en ze dan vele dagen bewaren zonder bederf.
Een volgende stap was het pekelen van de vis waardoor de bewaartijd nog veel meer toenam en zoals het nu nog altijd wordt gedaan. De vis wordt vijf of zes dagen in de pekel gelegd en na drogen in houten of stenen kuipen samengeperst. Op deze manier kunnen de agone maandenlang worden bewaard.
Een oude legende vertelt hoe een oude visser in een nacht op agone ging vissen vanaf een kleine pier in het meer. Hij bevond zich daar op verboden terrein want een zekere baron bezat hier alle exclusieve visrechten. Op het stropen, want dat deed onze visser, stond een zware straf van de leenheer die de rechten bezat.
De bedienden van de baron hadden al eerder gemerkt dat de pier vaker werd gebruikt door iemand die hier ’s nachts ging vissen. Ze verborgen zich en verrasten de arme drommel die daar met zijn visnet zat en al een honderdtal agone had gevangen. Nadat ze de vangst in beslag genomen hadden, brachten ze de ongelukkige naar de baron. Die had juist een zeer slechte bui en vond het nodig om een zo zware straf op te leggen dat ook anderen er door afgeschrikt zouden worden.
De visser begon te schreien en smeekte om genade, maar de Heer liet zich niet vermurwen en veroordeelde de man er toe alle honderd vissen die hij had gevangen rauw op te eten zonder een enkel stuk brood of een beker water. Dit betekende eigenlijk dat hij de visser veroordeelde tot de doodstraf want de man zou zeker overlijden aan een verstopping. Daarop verdubbelde de visser zijn smeekbeden en verklaarde dat hij zich wel gedwongen voelde uit stropen te gaan om zijn vrouw en kinderen die honger leden, te eten te geven. Hij zei ook spijt te hebben en zijn daad betreurde en dat hij wel twee keer de smaak van de vis aan zijn heer zou willen aanbieden als hij de kans kreeg en tijd om zijn belofte gestand te doen.
De baron, die wat nieuwsgierig werd naar deze vreemde belofte en die van binnen ook niet zo slecht was als hij zich voordeed, gaf toe en beval zijn ondergeschikten de man vrij te laten onder de voorwaarde dat hij over drie maanden terug zou keren om twee keer de smaak van de gevangen agone te presenteren.
Aan het eind van de afgesproken tijd verscheen de visser op het palazzo en verklaarde dat hij zo ver was dat hij aan de opdracht kon voldoen. Hij vroeg de baron om over drie dagen een bijeenkomst te beleggen met twintig van zijn gelijken om onweerspreekbaar te constateren dat hij zijn schuld had voldaan. De baron was in een goede stemming en liet voor de afgesproken dag een banket aanrichten.
Zo bracht de visser, geholpen door zijn vrouw en de grootste van hun kinderen, voor iedere gast een schotel op tafel brengen met vijf missoltini, geroosterd op een houtvuur en met daarbij twee mooie plakken polenta en een flesje olie van het Comomeer en een geurige huisgemaakte azijn, dit alles vergezeld door een rode wijn uit de streek.
De twintig heren hadden de missoltini altijd veracht als een boerenvoedsel en waren eerst wat terughoudend, hoewel de geur die opsteeg van de borden werkelijk uitnodigend werkte.
Iemand verzamelde moed en begon te proeven. De anderen, die dit zagen en merkte dat hij genoot, deden hetzelfde en het duurde niet lang of het enige geluid dat te horen was, kwam van het getik van het bestek en het mompelen en uitroepen van voldoening van de gasten. Aan het eind van de maaltijd verklaarden ze eensgezind dat de visser volledig had voldaan aan zijn belofte en dat de agone twee keer zo smakelijk en geurig waren als eerder klaargemaakte vissen.
Zo werd de visser verontschuldigd en vanaf die dag ontbraken er bij alle geschikte gelegenheden nooit meer missoltini op de tafel bij de baron en zijn vrienden.
[1] De agona is een zoetwatervis uit dezelfde familie als de haring en ansjovis