Legendes uit het Valtellina (28): De beren in het Val Caronno

Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

 

Bruno Galli Valerio schrijft in “Punte e passi”, verzorgd door Luisa Angelici en Antonio Boscacci, Sondrio, 1998, het volgende verhaal over de laatste beren in de alpen van Caronno en Scais. Vrij bewerkt naar M. dei Cas.

In de bossen van Mottolone leefde een enorme beer die af en toe een geit als prooi doodde. Op een dag zag men de beer verdwijnen achter een groot rotsblok dat een hol verborg. Daarop kwamen de boeren, gewapend met een geweer, en verzamelden zich rond de ingang van het hol om het dier zodra het naar buiten kwam te doden. Maar er gebeurde niets terwijl iedereen op de alpen van Caronno die nacht met gespitste oren luisterde, wachtend op het geluid van geweerschoten. Maar wat men hoorde waren geen geweerschoten maar het gemekker van een geit die werd gekeeld.

Toen de ochtend aanbrak kwam iedereen kijken, de geit was verdwenen en men naderde met getrokken geweren het hol. Maar dat was verlaten en nu pas ontdekte men dat er een gat was waardoor de beer naar buiten kon komen. Eerst veel later ontdekte ene Bonomi de beer en wist hij het dier te doden. Dit was de laatste beer van Scais.

Behalve dit waargebeurde verhaal zijn er ook nog legendes over de beren van het Caronnodal.

In het begin van de 19e eeuw woonde er in Caronno ene Branchi, die een aantal koeien bezat die hij in de zomer liet grazen op de alp van Caronno. Tijdens een van de zomers toonden de dieren weinig neiging om af te dalen want het weer bleef mooi en er was nog genoeg te eten op de alpenweide. Er stonden dus nog geen dieren in de stal, maar wel was ze gevuld met hooi voor de wintermaanden.

Branchi wist niet dat er op een gegeven dag in september een beer naar het dorp kwam die op zoek was naar een prooidier. Hoewel het een niet al te groot dier was, was het kennelijk niet bang voor mensen. Het liep naar de stal van Branchi, waarvan de deur open stond, en de beer ging er naar binnen, klaar voor een goed maal.

Maar het liep anders dan ze gedacht had: de beer werd niet alleen teleurgesteld omdat er niets te eten was, maar ook viel de deur achter haar dicht. Daarop probeerde de beer de deur met zijn zware poten open te maken maar zonder resultaat. Verblind door woede begon ze daarop met haar kop de paal te rammen die in het midden van de stal stond en die de vloer van de hooizolder stutte. Met een enorme knal begaf de paal het waarop 50 ton hooi boven op de beer viel. Dit werd haar einde op die mooie ochtend in september.

Toen kort daarop Branchi de stal binnenkwam en de puinhoop zag, begreep hij eerst niet wat er gebeurd was. Pas toen hij de beer dood onder het hooi vond, moest hij wel begrijpen wat er aan de hand was.

Een tweede verhaal gaat over ene Giacomo uit Caronno en had ook te maken met beren.

Toen hij op een dag naar een weide in de buurt van dat dorp liep, ontdekte hij een berenwelp die een kastanjeboom inklom. Hij bedacht dat hij het wel zou kunnen vangen en in gevangenschap groot brengen, waarmee hij het hele dorp in verbazing zou kunnen brengen. Daarop lukte het hem inderdaad om het dier aan de ketting te leggen en naar het dorp te brengen.

Hij had net tijd om het naar zijn stal te brengen en enkele bekenden uit te nodigen om zijn trofee te komen bekijken. Echter had hij geen rekening gehouden met de moederbeer die woedend op zoek was naar haar jong en vastbesloten om het te bevrijden.

Giacomo had de staldeur goed vergrendeld maar de beer wierp zich met volle gewicht tegen de stal onder een woedend gebrul. De deur hield het maar daarop begon de beer tegen de zijwand te beuken. De mannen die in de stal waren, werden bang dat de wanden het zouden begeven en besloten de deur te openen en het berenjong vrij te laten.

Onverwacht echter gaf de beer het op en verdween. Door een kier van de stal glurend zag Giacomo dat er achterin de weide nog een jong was dat zijn moeder riep, waarop deze naar dit jong terugliep. Zo wist Giacomo het diertje gevangen te houden.

Het verhaal vertelt niet of de moederbeer ooit nog teruggekeerd is.

 

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!

Over Ruud Metselaar 155 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten