Enrico Battaglin, meer dan 50 jaar na de aardbeving

De lijst van Italiaanse dodelijke aardbevingen van de laatste eeuwen is langer dan het aantal monumenten op de UNESCO-lijst. Gibellina op Sicilië en enkele andere dorpen kregen in de nacht van 14 op 15 januari 1968 een eerste zware schok van een reeks die een jaar zou aanhouden. De dorpjes werden totaal vernietigd en er vielen in totaal 352 slachtoffers. Het aantal daklozen liep in de vele tienduizenden. De serie van aardbevingen is de geschiedenis ingegaan als il Terremoto del Belice, naar de rivier waarlangs de aardbeving de meeste schade had aangericht. Gibellina, Poggioreale en Salaparuta zouden nooit meer verschijnen. Of toch?

Op dit ogenblik was de aanleg van de A29 die Palermo met het zuidwesten van het eiland moest verbinden reeds aan de gang. Het was dan ook niet meer dan logisch dat men het nieuwe Gibellina veel dichter bij deze verkeersader zou heropbouwen, op een twintigtal kilometer van het eerder getroffen stadje. De neven Antonio (Nino) en Ignazio Salvo waren bereid een groot stuk grond ter beschikking te stellen. Zeer lovenswaardig, mocht het niet zijn dat beiden notoir lid waren van de maffia. Ignazio zou later trouwens vermoord worden op bevel van de legendarische maffiabaas Totò Riina.

Beton(rot) en maffia

Er werden miljoenen besteed aan de heropbouw. Voor het totaalconcept deed men een beroep op de meest gerenommeerde Italiaanse architecten en kunstenaars zodat Gibellina Nuova eerder overkomt als een ideale museumstad vanuit de visie van de jaren ’70 en ’80. De gigantische ster La Porta del Belice van Pietro Consagra fungeert als stalen toegangspoort over de weg. Alles in Gibellina ademt beton, staal en glas. Dat er misschien wel snel maar niet altijd even stevig werd gebouwd kwam tot uiting in 1994. Toen kwam het dak van de nieuwe kerk naar beneden, amper 22 jaar na de voltooiing ervan. Sicilië, staatssteun, beton en maffia…

Het immense theater werd nooit voltooid en deed ons meer denken aan een onafgewerkte parkeertoren. De parking ervoor staat beangstigend leeg. De zon brandt als lood op het asfalt. Net op het ogenblik dat we van de parking willen wegrijden komt een politieauto traag vanachter een hoek opgedraaid. Als een scène uit een van de Italiaanse spaghettiwesterns. De eenzame cowboy die, begeleid door de muziek van Ennio Morricone, traagzaam door de stoffige straat van een ghost town het avontuur binnenwandelt. Er vluchtte nog net geen hond weg.

We ontwaken uit onze bedenkingen en vallen onmiddellijk terug in de realiteit. Het stratenplan is kunstmatig. De huizen zien er uit als sociale woningen, allemaal in dezelfde kale, functionele stijl, maar zonder persoonlijkheid. De leegstand verovert de straten. Werk voor de jonge generatie is er bijna niet voor handen. Overal slaat betonrot toe. De talloze kunstwerken, overal opgesteld in de nieuwe stad, staan verlaten langs de straten te wachten op enige aandacht van de voorbijganger of de toeristen. Maar die zijn er niet. Overal tiert het onkruid. Zelfs de Fondazione Orestiadi eventjes buiten het centrum valt op door de totaal verlaten parking. De paardjes op de zoutberg, een prachtig concept van Mimmo Paladino, moeten het alleen met ons stellen.

Het voormalige Meeting Point in het centrum is opgetrokken uit staal en glas. De meeste ramen zijn beslagen en roest verovert langzaamaan de constructie. Toch valt hier eindelijk wat beweging te ontdekken want de bar is open. En in Italië fungeert de bar nog vaak als het belangrijkste informatiecentrum. Hier ontmoeten we twee jeugdige enthousiaste kunstenaars die de tentoonstellingsruimte nieuw leven willen inblazen. Vol Siciliaans vuur nemen ze ons mee op een rondleiding. Ze beloven ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen… Jammer genoeg hebben we later niets meer vernomen dan enkele vage beloften, onze mails ten spijt.

Giro d’Italia 2018 en…

Op 9 mei 2018 kwam de 5de rit van de Giro d’Italia aan in Santa Ninfa. Niet omdat dit stadje een enorm bod had gedaan om als aankomstplaats te mogen fungeren. Zo rijk zijn ze daar ook weer niet, maar als eerbetoon aan de getroffen streek, 50 jaar na de aardbeving. De Italiaan Enrico Battaglin won de etappe. Terloops: Battaglin is afkomstig uit Marostica, het stadje nabij Vicenza dat wereldwijd bekendheid geniet omwille van het folkloristische levende schaakspel dat er om de twee jaar wordt opgevoerd.

Het oorspronkelijke Poggioreale (rechts) en Poggioreale nu (links): ten prooi aan erosie

Twee weken later reden we, weliswaar met de wagen, dezelfde laatste 20 kilometers af over de SS119. Een spiksplinternieuw wegdek, zoals zo dikwijls wanneer de Giro ergens passeert. Zo vonden we de ruïnes van Poggioreale en de witte betonvlakken van Gibellina. Poggioreale ligt er nog steeds bij als een ruïne. Totaal verlaten. De toegang tot het dorp is afgesloten. Maar zonder problemen kan je via de heuvels zo het plaatsje binnenwandelen. Toch hebben we het niet gedaan. Het leek teveel op grafschennis.

… tabaksbladen

Ook Alberto Burri werd benaderd om als beeldend kunstenaar zijn bijdrage te leveren aan het nieuwe Gibellina. Maar hij speelde echter met een ander idee. In plaats van iets op te richten in de nieuwe stad vond hij het meer gepast om een blijvende hommage in het verwoeste dorp zelf na te laten. Met een laag cement, kalk en leem bedekte hij de ruïnes. Zo ontstonden in het landschap tientallen witte vlakken die meedeinen op het bestaande reliëf als waren het de golven van de zee. Met een beetje verbeelding kunnen ze eveneens aanzien worden als de fundering van een nieuwbouw, mocht het contrast niet zo schrijnend zijn… Ook behield men het stratenpatroon van vroeger. Opvallend hoe alles er hier maagdelijk wit en mooi bij ligt. Deze landschapskunst staat bekend onder de naam Grande Cretto.

Het werk van Burri hadden we in 2012 reeds leren kennen en waarderen in Città di Castello, in het noorden van Umbria. Komende vanuit het zuiden vind je aan de rotonde voordat je het stadje inrijdt op uw rechterkant de hallen van de vroegere tabaksdrogerij. In de tuin ervan staan enkele metalen structuren van Alberto Burri opgesteld. De immense drooghallen herbergen talloze werken (arte povera) van de kunstenaar die hier geboren werd.

In 1966 was de tabaksindustrie in Città di Castello nog in gebruik en speelde een cruciale rol in de redding van duizenden documenten en archiefstukken die verloren dreigden te gaan na de overstroming van Firenze. Tonnen doorweekt papier werden per vrachtwagen naar de drogerij gebracht en met behulp van experten in het drogen van tabaksbladen werden de documenten een voor een behandeld en als een tabaksblad opgehangen. Daarmee werd een groot deel van het historisch archief gered.

Marc Vandenbon – Auteur van “Innemend Italië” –  www.innemenditalie.be

Over Marc Vandenbon 38 Artikelen
Voor Bruggeling Marc Vandenbon is Italië een ware passie. Hij bezocht het land talloze keren en bundelde zijn kennis in zijn boek “Innemend Italië”. Voor meer informatie: www.innemenditalie.be

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten