Wie aan Italiaanse eilanden en tempels denkt, krijgt allereerst associaties met Sicilië. Toch heeft ook Sardinië heel wat te bieden als het om erfgoed uit de oudheid gaat; denk bijvoorbeeld aan Nora aan de zuidkust en Tharros aan de westkust, om nog te zwijgen van de indrukwekkende inheems-nuraghische cultuur. Een minder bekend voorbeeld is de tempel van Antas, die verborgen ligt in een prachtige groene vallei in de buurt van het dorp Fluminimaggiore.
We zijn hier in de regio Iglesiente, die al in de oudheid bekend was om zijn mijnbouw. Vandaag de dag – de meeste mijnen zijn nu gesloten – is de streek een mekka voor liefhebbers van industriële archeologie. Op de meest onverwachte plekken duiken de afgetakelde gebouwen en constructies op in het landschap. De tempel van Antas bevindt zich wat dat betreft in goed gezelschap.
Op het eerste gezicht lijkt het een vreemde lokatie voor een tempel, moederziel alleen zoals hij hier staat in een enorm natuurlijk decor. Maar zoals altijd is er een verklarend verhaal. Want de plek gold reeds ten tijde van de nuraghische beschaving als heilig. De Puniërs onderstreepten deze sacrale status door er in de 5e eeuw voor Christus een tempel te bouwen. Waarschijnlijk wilden ze uitdrukking geven aan hun verbondenheid met de Sardische bevolking, maar ook aan het belang van de streek.
Vandaag zien we hier de resten van een Romeinse tempel. Ten tijde van Augustus braken de Romeinen de Punische tempel af en vervingen die door een nieuwe. Een inscriptie op het fries wijst uit dat het heiligdom onder Caracalla gerestaureerd werd. Heel veel is er van het (in de 19e eeuw herontdekte) bouwwerk niet overgebleven. Het platform en restanten van de mozaïekvloer, een deel van de trappen, en een aantal zuilen met Ionische kapitelen. De vier zuilen aan de voorkant dragen nog het fries. Binnen de cella bevinden zich twee waterbassins, die vermoedelijk gebruikt werden bij zuiveringsrituelen.
De oorspronkelijke Punische tempel, waarvan nog wat schamele resten te zien zijn, was gewijd aan de god Sid Addir, die in de Sardische context werd geïdentificeerd met een nuragische godheid. De Romeinen droegen hun heiligdom in het verlengde hiervan op aan Sardus Pater Babai, om de continuïteit met de oude religies te benadrukken. Assimilatie van goden uit verschillende culturen was in de oudheid een veel voorkomend fenomeen, en niet zelden zelfs een politiek instrument om de integratie van overwonnen volkeren te stimuleren.
De tijdlijn die door het Antas-complex heen loopt, wordt mooi geïllustreerd door vondsten die gedaan zijn in de nuraghische necropolis naast de tempel. Zo is daar een bronzen godsbeeldje uit de 9e eeuw voor Chr. aangetroffen, vermoedelijk een voorstelling van de oer-Sardus Pater.
De tempel ligt ingebed in een schitterende natuurlijke omgeving met wandelmogelijkheden. Zo kun je naar de grotten van Su Mannau lopen. Deze zijn niet alleen speleologisch maar ook archeologische interessant. Hier hielden nuraghische priesters 3000 jaar geleden de cultus van het water in ere (vandaar wellicht die bassins in de tempel?). Er is ook een pad naar de in de bossen verscholen steengroeven, waar de Romeinen de kalkstenen blokken vandaan haalden voor de bouw van de tempel. Verder vind je op korte afstand een eeuwenoude kurkeik, naar verluidt de grootste op Sardinië. Attenti ai bovini die plots tevoorschijn kunnen schieten uit de struiken.
Sardus Pater is de Romeinse benaming voor een oude Sardische godheid. Hoe deze figuur genoemd werd door de oorspronkelijke bevolking weten we niet. Volgens bronnen uit de oudheid (o.a. Sallustius) was Sardus een godenzoon die vanuit Libië naar Sardinië kwam en het eiland zijn naam gaf.
De figuur van Sardus Pater is een voorbeeld van een synthese van verschillende religieuze elementen: het Sardische ‘oertype’ onderging in de loop van de tijd invloeden vanuit diverse andere culturen en bewoog zo mee met de wisselwerking tussen de inheemse bevolking en nieuwkomers (Puniërs, Romeinen) op het eiland.