De onontwarbare geschiedenis van Cava d’Ispica

Er zijn van die plekken waar je niet goed kunt bevatten wat je ziet. Waar de lagen van duizenden jaren geschiedenis zich hebben opgestapeld, maar niet in een overzichtelijke, afgebakende vorm, zodat je je op je speurtocht voortdurend afvraagt: wat is dit eigenlijk? Zo’n plek is Cava d’Ispica op Sicilië.

Cava d’Ispica is een dertien kilometer lange kloof die zich uitstrekt tussen Ispica en Modica. Het is een van de grootste grotnederzettingen van het eiland. De rotswanden van de tot honderd meter diepe canyon vormen een reusachtige mierenhoop van grotere en kleinere grotten die horizontaal en verticaal in de rotswanden zijn uitgehouwen. Een opeenstapeling van prehistorische grafplaatsen, christelijke catacomben, grotkerken, kluizenaarsnesten en ‘gewone’ woningen. De sporen van de menselijke aanwezigheid in de kloof beginnen in de prehistorie en lopen door tot het begin van de 20e eeuw.

Natuurlijk zijn niet al die grotten even belangwekkend, laat staan toegankelijk, maar aan de noordelijke kant van het ravijn, nabij Modica, ligt een heel cluster van interessante bezienswaardigheden. Zo vinden we daar de Catacombe della Larderia, onderdeel van een omvangrijker grafcomplex. De catacombe vertakt zich in drie gangen en bevat horizontale graven, maar ook nissen die in de wanden zijn uitgehakt.

De Grotte Cadute dateren, denkt men, uit de Middeleeuwen en hadden een woonfunctie. Ze liggen als etages van een flat op verschillende niveaus boven elkaar. Zoals de naam aangeeft zijn deze grotten deels ingestort, waarschijnlijk als gevolg van aardbevingen.

 

Hier vlakbij ligt de grotkerk van Santa Maria, die vage sporen van fresco’s bevat. Daar weer in de buurt bevindt zich het Camposanto, een begraafplaats uit de vierde eeuw. Vermoedelijk aangelegd door christenen, als we mogen afgaan op de religieuze symbolen die op de wanden zijn aangebracht. Ook in dit grottenstelsel vinden we zowel in de bodem uitgehakte tombes als nisgraven.

 

Het zogeheten Ginnasio is uit de Romeinse tijd en had een heel andere functie: waarschijnlijk was het een soort vergaderplaats. Het complex bestaat uit twee lage, diep doorlopende zalen met stenen zitbanken langs de wanden. Inscripties boven de zitplaatsen geven aan, of die bedoeld zijn voor PREsbyteroi (ouderen) of voor NEOteroi (jongeren). Dat zijn dan weer Griekse woorden… maar ja, we mogen aannemen dat de eeuwenlange Griekse invloeden op Sicilië niet meteen verdwenen na de verovering van het eiland door de Romeinen.

Iets meer naar het zuidoosten, richting Ispica, ligt de Grotta dei Santi, een vrij grote, rechthoekige grotkerk die extra bijzonder is vanwege zijn fresco’s. Op de wanden zijn afbeeldingen van maar liefst 36 heiligen te zien. De meeste van deze schilderingen zijn nog vrij goed leesbaar, al zijn de gezichten van de figuren helaas verminkt. De volkswijsheid wil dat een onverlaat ze uitgekerfd heeft, omdat hij dacht dat achter de monden geld verstopt zou zijn. Vraag mij niet waarom iemand op zo’n gedachte zou komen.

Al met al weet men eigenlijk maar weinig van de Cava. Er is nooit alomvattend systematisch onderzoek gedaan, en dat valt best te begrijpen. Het is onbegonnen werk, niet alleen vanwege de omvang, maar vooral ook vanwege de complexiteit van zo’n onderneming. Probeer maar eens uit te zoeken welke bestemmingen en functies al die honderden, misschien wel duizenden grotten in de loop van de tijd hebben gehad.

 

 

 

Als grotnederzettingen je niet zo boeien en de geschiedenis van de Cava je een zorg zal zijn, is er een heel goede reden om toch een bezoek te brengen aan de kloof. Je kunt er namelijk ook gewoon heerlijk wandelen. De Cava is een waar paradijs; elke honderd meter heb je een ander uitzicht en het natuurschoon met z’n macchia mediterranea is overweldigend. Er groeien steeneiken, johannesbroodbomen, dwergpalmen, wilde olijfbomen, platanen, vijgcactussen, wilde asperges, allerlei kruidachtigen en ga zo maar door. Tot aan de grote aardbeving die Sicilië trof in 1693 – toen de Cava nog druk bewoond was – waren er op de bodem van de kloof ook plantages. Er groeiden mispels, abrikozen, druiven, kaki’s, granaatappels en er stonden pistache- en andere notenbomen. Op sommige plekken zijn die oude culturen weer in ere hersteld.

Over Alfons Caris 104 Artikelen
Alfons Caris is vertaler Italiaans-Nederlands en publiceert over Italië in zijn blog www.initalia.nl.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten