Als geen andere plek in Italië is Sicilië een smeltkroes van culturen, en nergens is die zo intens zichtbaar en voelbaar als in Palermo. In de hoofdstad tref je nog talloze sporen aan van de tijd van de Arabische overheersing van het eiland, ook al duurde die eigenlijk maar vrij kort, van rond 900 tot rond 1100. In de 11e eeuw kregen de Arabieren te maken met invallen van de Noormannen, of liever gezegd de Normandiërs, die onder leiding van Rogier I in 1091 het hele eiland op hen hadden veroverd. Wie denkt dat deze eeuwen alleen maar doordrenkt waren van geweld, intolerantie, verdringing en vervolging, vergist zich. De Arabieren waren redelijk verdraagzaam ten opzichte van de christelijke bevolking, en de Normandiërs toonden zich op hun beurt zeker niet onwelwillend ten opzichte van de Arabieren die op het eiland bleven wonen. In modern jargon zouden we spreken van een multiculturele samenleving. Dit klimaat van assimilatie en wederzijds respect bereikte begin 13e eeuw een hoogtepunt onder de Hohenstaufen-keizer Frederik II, een voor zijn tijd verlichte figuur die aan zijn hof in Palermo geleerden en kunstenaars uit Oost en West bijeenbracht en een culturele dialoog tussen Latijnen, Byzantijnen, Joden en Arabieren promootte.
Maar Frederik trad in de voetsporen van zijn Normandische voorgangers en was niet de eerste vorst met een open geest. In 1165 gaf Willem I, kleinzoon van Rogier I en koning van Sicilië (dat toen ook het zuiden van het Italiaanse schiereiland omvatte) opdracht voor de bouw van een paleis buiten de muren van Palermo, op het toenmalige koninklijk domein, een uitgestrekt park met paviljoens, tuinen en waterpartijen. Het moest een paleis in Arabische stijl zijn. Die keuze berustte niet op een gril van de koning, maar was bewust bedoeld als een eerbewijs: Willem, die ook een Arabisch epitheton voerde in zijn titelarsenaal, zag het gebouw als symbool van een open houding ten opzichte van de islamitische wereld. Zijn bijnaam was overigens De Slechte en hij werd ook wel De Goddeloze genoemd. Het kan haast niet anders of hij had die eretitels te danken aan de Kerk van Rome, die niet gediend was zulke ruimhartige opvattingen.
Het paleis kreeg de naam El Aziz, wat zoiets betekent als ‘de schitterende’. Zisa is de Italiaanse verbastering. Willem werd niet oud en mocht de voltooiing van het werk niet meemaken. Het werd afgebouwd door zijn zoon en opvolger Willem II, die ook het initiatief nam voor de bouw van de fameuze Dom van Monreale. In 1175 was het paleis, met inzet van vele Arabische werklieden en kunstenaars, gereed.
Het kubusvormige palazzo telt drie verdiepingen en heeft, in overeenstemming met de islamitische bouwtraditie, een perfecte symmetrie. De benedenverdieping heeft aan de voorzijde, achter de drie spitsvormige bogen, over de volle breedte een ‘vestibule’, een open ruimte. In het midden daarvan bevindt zich de Sala della Fontana, de koningszaal, met een fontein van waaruit via een in de vloer ingelegd kanaal water stroomde naar de voor het paleis gelegen vijverpartijen.
De tweede verdieping heeft een kleiner vloeroppervlak, omdat de vestibule en de Sala della Fontana in de hoogte twee verdiepingen beslaan en aan de zijkanten trappenhuizen zijn aangelegd. Op de bovenverdieping lag oorspronkelijk een (nu overdekt) atrium, precies boven de Sala della Fontana en met dezelfde afmetingen. Deze ruimte was bedoeld als privé-zomerverblijf voor de koninklijke familie, zoals trouwens het hele palazzo de kenmerken heeft van een zomerresidentie.
Over zomer gesproken: zoals bekend is het dan heet op Sicilië. Ook daar was, ten behoeve van het koninklijk gerief, in het palazzo op allerlei manieren rekening gehouden. Het gebouw is op het noordoosten gericht om de frisse wind vanaf de zee op te kunnen vangen. De grote bogen op de benedenverdieping dienden als inlaat voor de luchtstroom, die vanuit de vestibule via ventilatiekanalen door het hele gebouw geleid werd. Kanalen met stromend water binnen het paleis zorgden voor verdere afkoeling van de luchtstroom. Airco avant la lettre dus.
Een bijzonderheid in het paleis zijn de zogenaamde muqarnas, kunstige geometrische patronen van kleine, driedimensionale niches die als een soort stalactieten van plafonds en nissen afhangen. Zulke elementen vind je bijvoorbeeld ook in de Cappella Palatina in Palermo.
Palazzo della Zisa is in de jaren ’70 en ’80 volledig gerestaureerd en zoveel mogelijk in de originele staat teruggebracht. Sinds 2015 maakt het deel uit van het Werelderfgoed van de Unesco.