Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In een ver verleden stond er tussen Cima en Porlezza een luguber en duister kasteel, dat “het kasteel van S. Michael”werd genoemd. Het werd bewoond door een zekere Stefano Confalonieri, een brute tiran, die zonder scrupules het dal overheerste met zijn tirannie en strooptochten, die buiten de zware belastingen de arme inwoners uitbuitten.
Hoewel door iedereen gehaat, was het niet eenvoudig voor de eenvoudige boeren en handwerkslieden om hem kwijt te raken, omdat hij een groep soldaten had die hem dag en nacht beschermden.
Bij alle voorrechten die hij genoot was ook het recht op de “eerste nacht’, tot wanhoop en ergernis van de jonge echtgenoten.
Tenslotte kwam er een moment waarop de bevolking het niet langer accepteerde en in 1540 beraamden een groepje mannen een plan om zich van hem te ontdoen. Een gelegenheid daartoe bood het bruiloftsfeest van twee jonge mensen in Porlezza. De aanstaande echtgenoot ging naar het kasteel van S. Michael en vroeg audiëntie bij de tiran om hem persoonlijk uit de nodigen voor het bruiloftsmaal en hij wist hem te overtuigen dat zijn aanwezigheid een grote eer zou zijn. Met mooie woorden kreeg hij het ook nog voor elkaar dat de lijfarts niet mee zou komen.
Op de dag van de bruiloft arriveerde Stefano Confalieri in de herberg van Loggio, waar het maal gehouden zou worden. Hij verheugde zich bij voorbaat al op het vooruitzicht dat hij die avond de bruid mee zou nemen naar zijn kasteel. Hij gaf zich over aan een buitensporig drinkgelag en scherts, terwijl de aanwezigen deden of ze veel plezier hadden om zijn vulgariteit. Toen brak het moment aan van de toasts en iemand maakte gebruik van de dronkenschap van de despoot om een krachtig slaapmiddel in zijn drank te doen. Het effect liet niet lang op zich wachten en op dat moment daalden tientallen vuistslagen op hem neer en bezweek hij aan zijn verwondingen.
Voordat ze het lijk lieten verdwijnen, haalden ze zijn zegelring van zijn vinger om die te gebruiken als vrijgeleide voor de toegang tot het kasteel. Toen de wacht de kasteelpoort opende begon er een wrede strijd, waarbij de overmacht van de bevolking de doorslag gaf. Het kasteel werd in brand gestoken en met de grond gelijkgemaakt. De stenen werden door de bevolking gebruikt zodat er nu niets meer rest dat aan de wandaden van de tiran doet herinneren.