Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Er staat altijd veel wind op de weg die naar het dorpje Vovogna leidt. Een vreemdeling, moe van de reis, zat in een herberg te praten met enkele mensen uit het dorp te praten over voorvallen die hen tijdens de wandeling waren overkomen, toen hij ook begon over de wind.
“Het is nu al de derde keer dat ik deze weg loop om naar het dorp te gaan, zei de man, en iedere keer lijkt het hier wel te stormen. Mijn hoed waait me telkens van mijn hoofd en het begint me langzamerhand te vervelen”.
“Het is duidelijk dat u hier vreemd bent, zei een van de bewoners, u moet weten dat lang geleden, nog vóór Napoleon, zelfs nog vóór Barbarossa, de duivel hier langs kwam. En juist hier kwam de Heer van het Kwaad, die een plekje op de aarde zocht, de wind tegen. Ze sloten vriendschap en samen overlegden ze hoe ze de mensen in hun bezit konden krijgen. “Jij”, zei de duivel tegen de wind, blaast ze de hoed van hun hoofd zodat ze er achteraangaan in de richting van de plek waar ik me verstopt heb, en de rest doe ik zelf. Als beloning zorg ik ervoor dat jij nieuwe bovenaardse wegen krijgt waar je je energie kwijt kan”.
Ze werden het eens over de plaats die ze zouden innemen en het moment waarop en vonden elkaar aan het eind van de weg die naar Vovogna gaat. Op dat punt gekomen, tikte de Duivel zich op zijn voorhoofd en zei: “Verdraaid, ik herinner me dat ik nog iets in Vovogna moet regelen. Het is een nogal gevoelige zaak, en ik moet het zelf doen. Wacht hier op me tot ik weer terugkom, dat zal niet lang duren”. Maar na het een kwam het ander en daarna nog weer iets wat zo nodig moest gebeuren. Al die zaken namen tijd en uiteindelijk was hij helemaal vergeten wat hij met de wind had afgesproken. En zo wacht de wind al eeuwenlang op de Duivel, woedend dat die hem maar laat wachten en blijven de inwoners van Vovogna daar nog steeds last van hebben.
