Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In Lezzeno woonde een arme visser, Ghebetto genaamd. Toen hij op een ochtend bij zijn boot kwam had hij de indruk dat die niet meer op dezelfde plaats lag waar hij hem de avond daarvoor op het strand had getrokken. Die avond lette hij extra goed op waar hij de boot neerlegde en de volgende dag was hij er zeker van dat de boot gedurende de nacht was verplaatst. Hij besloot daarom zich die avond te verbergen om te zien wie er stiekem in de nacht zijn boot gebruikte. Uren lang gebeurde er niets, maar toen de klok twaalf sloeg verschenen er drie vrouwen die naar zijn boot liepen en terwijl ze instapten zeiden ze: “Vaar voor één, vaar voor twee, vaar voor drie”. Met die spreuk zetten de vrouwen, die in werkelijkheid heksen waren, de boot in beweging zonder de riemen te gebruiken.
De volgende avond verborg Ghebetto, die vast besloten was uit te vinden waar de vrouwen heengingen, zich in de boot. Toen het middernachtelijk uur sloeg, stapten de drie heksen weer in de boot, mompelden dezelfde spreuk, maar de boot bleef op zijn plaats. Daarop zei één van de heksen, “er zit zeker een muis in de boot” en vervolgde de spreuk met: “Vaar voor vier”. Onmiddellijk voer de boot weg naar de andere oever van het meer.
De arme Ghebetto was verstijfd van angst, maar tot zijn geluk gingen de heksen niet verder op onderzoek uit en bereikten ze al snel de overkant. Daar stapten de heksen uit. Wat ze daar aan wal uitvoerden kon hij niet zien, maar tenslotte keerden ze weer terug, stapten weer in de boot en onder het uitroepen van “vaar voor vier”, keerden ze weer terug naar Lezzeno.
De arme man kwam thuis zonder nu veel meer te weten en de volgende dag vertelde hij zijn avontuur aan zijn vrienden.
Echter bleken de heksen toch wel in de gaten te hebben gekregen dat ze werden bespioneerd, want vanaf die dag werd zijn boot met rust gelaten.