Mythen en sagen rond het Comomeer (84): Ramaldino en de reuzen

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

Lang geleden leefden er koningen die zich af en toe verkleedden in eenvoudige kleren en dan op pad gingen om zich onder de bevolking te begeven en te horen hoe het hun onderdanen verging. Een van die koningen kwam op een dag bij een gezin, waar hij niet herkend werd, maar dat hem met grote gastvrijheid ontving. Voordat hij afscheid nam, maakte hij zich bekend en zei houdt dit geld, laat jullie zoon studeren en stuur hem wanneer hij groot is met deze brief en het paard dat ik hier achterlaat, naar mij toe. Ik zal jullie eerstgeborene een belangrijke plaats aan het hof geven.
De man volgde de raad van de koning op en toen de tijd gekomen was, gaf hij zijn zoon Ramaldino een kleine som geld, het paard en de brief en zei hem daarmee naar het paleis te gaan. Na hem een goede reis te hebben gewenst, gaf hij de jongen nog een laatste raad: “pas altijd goed op, mijn zoon, voor gebochelden, kreupelen en mensen met rood haar en vergeet nooit wat je oude vader je zegt”.

Ramaldino vertrok en kwam na een dag lopen bij een herberg waar hij wat wilde eten en slapen. De herbergier was kreupel, maar omdat hij er alles aan deed dit te verbergen, had Ramaldino dit niet in de gaten. Toen hij ’s ochtends zijn beurs pakte en het paard wilde bestijgen, merkte hij dat er geld ontbrak. Onmiddellijk beschuldigde Ramaldino de herbergier, maar deze bezwoer dat hij het geld nooit had aangeraakt en terwijl hij zijn gast uitgeleide deed, begon hij duidelijk mank te lopen. Schande over jou manke, ik had het niet meteen bemerkt en je hebt me bestolen, dacht Ramaldino bij zichzelf en daarop vervolgde hij zijn lange reis en kwam bij een eetgelegenheid waar hij wat wilde uitrusten en wat hooi om zijn paard geven. Helaas merkte hij niet dat de eigenaar een bochel had. Een kunstig gemaakte lange jas verborg de bult zodat men die niet zag. Een feit was dat hij toen hij het restaurant verliet, zag dat zijn paard was verdwenen. De jongen zag nu ook de bochel en beschuldigde de herbergier. Deze echter ontkende alles en dreigde de jongen voor de rechtbank te slepen. Er bleef Ramaldino niets anders over dan maar te vertrekken, te voet en met de aanbevelingsbrief in zijn zak.

Toen hij in een voorstad van de grote stad kwam, begon hij het een warm te krijgen en hij was blij dat hij al snel een waterverkoper vond met een grote kap over zijn hoofd. Deze vroeg hem wat klein geld omdat Ramaldino wat fris water wilde om te drinken en zich te wassen. Maar terwijl Ramaldino zijn kleding van zijn rug haalde, rolde de waterdrager, die de kap over zijn hoofd liet om zijn rode haar te verbergen, de broekzak en ging er toen hij de brief gevonden had vandoor.

Die jongeman was razend en kwaad op zichzelf dat hij de goede raad van zijn vader niet had opgevolgd, maar intussen had de rode de brief al gelezen en was daarmee naar het paleis gegaan. Daar was hij met vreugde begroet en had een belangrijke opdracht gekregen in het gevolg van de koning.

Ramaldino besloot om niet terug naar huis te gaan, waar hij zijn familie verdriet zou doen, en hij vatte moed en ging ook naar het paleis. Daar aangekomen vroeg hij audiëntie bij de koning, zonder te vertellen wie hij was en welk onheil hem was overkomen, en vroeg nederig of hij hem werk wilde geven van welke aard dan ook.

De koning stem hiermee in en vertrouwde hem toe iedere morgen de schapen naar de weiden te brengen. Daarbij waarschuwde hij hem om goed op te passen voor drie wrede reuzen, die het gebied van de weiden terroriseerden.

Ramaldino ging vroeg op pad met zijn kudde, maar voordat hij bij de weiden aankwam, ontmoette hij een oude man die de moed van de jongen prees en vertelde dat hij een tovenaar was. “Als je erin slaagt je niet te laten overmannen door angst als je de eerste van de drie reuzen tegenkomt, hoef je hem alleen maar aan te raken met deze stok, die ik je meegeef, en hij zal dood ter aarde vallen”.

En als spoedig werd Ramaldino omringd door angstwekkende geluiden, bliksemflitsen en windvlagen, maar zonder zich er iets van aan te trekken, verzamelde hij zijn schapen en doodde hij de reus met zijn toverstok. Hij vond ook het paleis van de reuzen met daarin alle meubilair, en zag dat het paardenbeslag van brons gemaakt was. Ramaldino raakt niets van dit alles aan en hij ging met zijn schapen terug naar de stad zonder iets aan de koning te vertellen.

De volgende dag doodde hij de tweede reus met dezelfde toverstaf en ontdekte dat in diens paleis alles was gemaakt van zilver.

De derde dag versloeg hij de derde reus en vond in zijn paleis alles gemaakt van goud. Ook dit keer zei hij er niets over aan de koning, die het prachtig vond dat hij de jongen nooit over de angstwekkende ontmoetingen had horen praten.

Een maand later besloot de koning zijn dochter uit te huwelijken aan de ridder die zich het eerlijkst en moedigst had getoond bij het toernooi dat hij organiseerde bij zijn verjaardag. Ramaldino nam de eerste dag deel gekleed in de bronzen wapenrusting die hij in het kasteel van de eerste reus had gevonden en hij won het toernooi met de beste ridders uit die tijd, maar op het moment van de prijsuitreiking vluchtte hij op zijn paard. Hetzelfde gebeurde op de tweede dag toen hij won in de zilveren wapenrusting uit het tweede paleis.

De koning, verrast door deze schitterende ridder, maar die telkens vluchtte na zijn overwinning, gaf opdracht aan de wacht om hem de volgende dag aan het eind van het toernooi te arresteren en hem bij hem te brengen.

De volgende dag, nadat hij inderdaad in zijn gouden bewapening en paard de finale had gewonnen, probeerde Ramaldino te ontsnappen maar hij werd gevangen en moest voor de koning zijn helm afzetten. Deze herkende hem en vroeg waar hij die bewapening vandaan had en waarom hij zich aan de prijsuitreiking had onttrokken zonder zich bekend te maken.

Nu vertelde Ramaldino alles over zijn oude vader en de brief, over de drie mannen die hem bedrogen hadden en over de drie reuzen die hij had verslagen. Tenslotte bekende hij dat hij was gevlucht omdat hij aannam dat een jongen uit een zo arme familie het niet waard was om te gaan met een meisje met koninklijk bloed. En dan te weten dat ze, toen ze gezien had hoe hij het toernooi had gewonnen, op hem verliefd was.

De koning omhelsde Ramaldino als zoon, liet de waterdrager opsluiten en kondigde het huwelijk aan van zijn dochter met een ridder die zo bescheiden, moedig en volhardend was. Wie zou dat ooit gedacht hebben.

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 113 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten