Bij ‘Basilicata’ denk je aan binnenland, en ook wel aan ruig en onherbergzaam. Toch heeft Basilicata ook twee strookjes kust, waarvan eentje van de lieflijke soort, aan de Tyrrheense zee. Het is maar dertig kilometer lang en de enige plaats van noemenswaardige omvang is het stadje Maratea.
Als je vanuit het binnenland komt zie je, na een lange afdaling langs de rivier de Castrocucco, de fraaie kustlijn richting zuiden.
Naar het noorden toe, waar ook Maratea ligt, strekt zich de grote Golf van Policastro uit. De kust kenmerkt zich door inhammen, rotsen, zandbanken en kiezelstranden. En veel groen.
De kust bij Maratea werd al bewoond in de tijd van de Griekse kolonisatie. In de Romeinse tijd werden er villa’s gebouwd. De producten van die herenboerderijen werden verhandeld via het eiland van Santo Janni. De zeebodem daaromheen herbergt de grootste vindplaats van (Romeinse) scheepsankers en amforen van de hele Middellandse Zee. Je kunt een collectie bezichtigen in het Palazzo de Lieto.
In de Middeleeuwen trok de bevolking zich om redenen van veiligheid terug in de heuvels. Op de top van de Monte San Biagio ontstond het huidige Maratea. Dit oudste gedeelte van het stadje, waarvan voor het eerst melding werd gemaakt in 1079, is nu niet meer bewoond.
Maratea is een rustig plaatsje zonder spectaculaire bezienswaardigheden, maar de sfeer is aangenaam en het is er goed toeven. Zoals eigenlijk aan de hele kust: toeristen kom je er nauwelijks tegen, al zullen er ’s zomers allicht wat meer zijn.
Maratea is ook een goed uitgangspunt om het zuidelijke deel van de Cilento te bezoeken, met bekende plaatsen als Marina di Camerota en Palinuro.
Hoogtepunt van Maratea is letterlijk en figuurlijk de Statua del Redentore, een gigantisch Christusbeeld bovenop de berg. Het staat er sinds 1965. Met zijn hoogte van 22 meter is het, na dat van Rio de Janeiro, het grootste Christusbeeld ter wereld.
Het laatste deel van de weg erheen is ronduit akelig: het ligt verhoogd, op pilaren, en om je heen zie je niets anders dan de lucht, alsof je op het hoogste stukje van een achtbaan bent. Even doorbijten dus. En het uitzicht boven is prachtig.
Over de vraag of het beeld mooi is valt te twisten. Zeker is wel, dat de onvermijdelijke snackbar in de schaduw van de Redentore handig gebruik maakt van diens naamsbekendheid.