
Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In het Valtellina is het oude wantrouwen van de boeren tegenover zigeuners, nomaden en daklozen in vele legendes zichtbaar. Eén van de bekendste hangt samen met een historische gebeurtenis uit 1505, aan de vooravond van de moderne tijd, toen een stam van Rohm door het Valtellina trok richting Duitsland.
Hun route leidde door Foscagno, langs de weg die over de Sass di Scegn liep, de enorme rotswand die Isolaccio in het Valdidentro domineert. Deze wand, een indrukwekkende structuur van 70 m hoog, vormt de zuidelijke rand van de berggroep van de Cime di Platòr en vormt een soort natuurlijk balkon voor het bos van Sint Antonio.
Over de wand loopt de Scegn waterval (op de kaart aangeduid met Scanno). Men zegt dat het water van de stroom in het verleden kristalhelder was, maar dat er in dat ongelukkige jaar iets gebeurde dat de aard van de plaats veranderde.
In de stoet had de oudste zigeuner moeite om de anderen te volgen en ze vroeg daarom om een rustpauze. Haar verzoek werd echter afgewezen en erger nog, in antwoord op haar vraag gooiden ze haar van de rots. Een duidelijker vertoon van hun duivelse aard was niet mogelijk.
Deze verschrikkelijke misdaad bleef echter niet zonder gevolgen: toen de oude vrouw viel, vervloekte zij haar duivelse metgezellen en haar vloek weerklonk in de omgeving zó luid dat de rots erdoor splitste en een donkere afgrond vormde die het hele zigeunergezelschap opslokte.
De gevolgen zijn nog steeds zichtbaar in de duidelijke scheur die de Sass vertoont en in de verandering van kleur van het water dat zijn oorspronkelijke helderheid verloor. Men zegt dat de echo van de vervloeking van de oude vrouw nooit verdween en dat men bij volle maan ’s nachts het door merg en been gaande schreeuwen van de duivelse geesten kan horen, losgemaakt uit de rots die een stille getuige was geweest van hun wreedheid en ze voor altijd gevangen houdt.
Er zijn ook andere legendes over deze verontrustende plek, vooral over de diepe scheur die bekend staat als de ‘heksenscheur’. Er wordt gezegd dat gedurende de nachten van het winter en zomer solstitium en op nachten van volle maan, de heksen hier bij elkaar komen en daar dansen tijdens hun hun schrikaanjagende sabbat.
Nog een derde legende verklaart de oorsprong van de scheur in de rots op een eigen manier. Volgens dit verhaal zou er in het verleden een houweel in de rots geslagen zijn met de belofte dat degene die erin slaagde die uit de rots te trekken het mooiste meisje uit Isolaccia mocht trouwen. De dag kwam dat een jonge man erin slaagde de houweel uit de rots te trekken, waarmee hij niet alleen de hand van het meisje verdiende, maar bovendien de wonderbaarlijke gift van een waterloop: precies op de plaats waar de houweel in de rots stak, spleet de rots en begon de Scegn beek naar het dal te stromen.
Uit het boek ’Le leggende in Alta Valtellina‘ van Maria Pietrogiovane, 1989
Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!