Het Valchiavenna is het dal van de rivier de Mera, die vanuit de Alpen in zuidelijke richting stroomt en uitmondt aan de noordpunt van het Comomeer. De belangrijkste plaats is Chiavenna, aan de voet van de Alpen. Bij dit dorp beginnen twee routes naar Zwitserland, één over de Splugapas, de ander over de Maloja en Julierpas. Rond Chiavenna en de verschillende zijdalen spelen talloze legendes, waarvan je er hier een kan ontdekken.
Het valt op dat er veel verhalen zijn waarin heksen of duivels een rol spelen. Dit komt ons nu ongeloofwaardig over, maar voor de mensen in die vroegere eeuwen was dit niet het geval. Heksenvervolgingen (inquisitie) vonden in dit hele gebied veelvuldig plaats. Talloze vrouwen eindigden dan ook op de brandstapel.
Meerdere legendes spelen zich af in het val die Lei. Zo wordt het volgende verhaal verteld in het boek ‘Samolaco, ieri e oggi’ van Amleto del Giorgio.
Het gebeurde op een keer dat twee meisjes uit het sombere gebied van de bergen van San Bernardo (tegenwoordig een geliefd vakantiedorp op 1099 m, aan de ingang naar de Val del Drogo), besloten om carnavalsavond te gaan vieren in San Giacomo-Filippo, waar een dansavond was georganiseerd. Ze gingen samen op weg, bereikten na enige tijd Olmo en kwamen tegen de avond op hun bestemming.
Ze waren dol op dansen en verheugden zich op de avond. Daardoor hadden ze eerst niet in de gaten dat er op een muurtje bij de brug over de Liro, waar ze over moesten een heer zat alsof die iemand verwachtte. Ze schrokken daarom toen hij hun onverwacht aansprak en vroeg waar ze heen gingen. Ze antwoordden hem dat ze die avond naar het bal gingen. De man, die ze nooit eerder hadden gezien en een onbekend accent had, raadde ze aan meteen weer terug naar huis te gaan. Merkend dat ze niet van plan waren dit feest aan hun neus voorbij te laten gaan zei hij nog enigszins dreigend: “Ga dan maar. Degene die je zoekt, zul je vinden”. Wat betekenden die raadselachtige woorden? De twee meisjes vroeger het zich tevergeefs af, terwijl de man verdween. Ze beraadslaagden wat nu te doen en één van de twee besloot inderdaad terug te keren, terwijl de ander doorliep en de stal bereikte waar de dansavond gehouden werd. De hele avond genoot ze van het gezang en het dansen.
Op een zeker ogenblik vroeg een haar onbekende man haar ten dans en begonnen ze een dans die nooit scheen te eindigen. Eerst was dit leuk, maar toen de dans maar doorging en ging het meisje zich steeds meer afvragen wie die man was, die geen woord tegen haar zei. Ze keek omlaag omdat ze niet in zijn ogen durfde te kijken en zag plotseling iets dat haar tot dan was ontgaan. Zijn zwarte voeten bleken, toen ze beter keek, twee grote geitenpoten! Een onmiskenbaar teken van de duivel.
Het bloed stolde in haar aderen en enige tijd danste ze als verdoofd door. Maar toen ze weer wat bij zinnen was gekomen, raapte ze alle moed bijeen en wachtte op een geschikt moment om te ontsnappen aan haar duivelse danspartner. Zodra ze kans zag, vloog ze naar buiten en bereikte de brug over de Liro en dan het pad naar huis, zonder meer om te kijken. Maar de mysteries van die avond waren nog niet voorbij, want bij de brug stond weer een raadselachtige figuur, nog zwarter dan het zwart van de nacht en deze persoon vroeg aan haar of ze zich vermaakt had. Het meisje, geschrokken, antwoordde van nee en zei dat ze die avond de duivel in persoon had ontmoet. “De duivel had je gewaarschuwd”, was het antwoord van de geheimzinnige figuur.
Hier eindigt het verhaal en laat iedereen vrij om zich het vervolg daarop voor te stellen. De boodschap is echter duidelijk: een fatsoenlijk meisje laat zich niet in verleiding brengen door frivool vermaak dat tot verderf kan leiden