Iconische Italiaanse auto’s: Cisitalia 202 (1947-1952)

In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij  het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.

 

De meeste mensen kennen het merk en model niet maar toch is de Cisitalia 202 één van de meest iconische en invloedrijke auto’s in de geschiedenis van de auto-industrie. Geïntroduceerd in de late jaren ’40, was de Cisitalia 202 een baanbrekend ontwerp dat esthetiek en technologische innovatie combineerde. Het is de enige auto die opgenomen is in de permanente collectie van het MOMA (Museum Of Modern Art) in New York.

Oprichting van Cisitalia

Cisitalia, een samentrekking van “Consorzio Industriale Sportive Italia,” werd opgericht door de rijke industrieel en sportief enthousiast Piero Dusio in 1946. Dusio had een passie voor autosport en wilde een auto bouwen die zowel op de weg als op het circuit uitblonk.

In de jaren dertig racete Piero Dusio in zijn vrije tijd reeds met auto’s van Alfa Romeo en Maserati en na de Tweede Wereldoorlog besloot hij om zijn eigen racewagens te gaan bouwen. Samen met Dante Giacosa, de ontwerper van de Fiat Topolino, ontwikkelde hij de Cisitalia D46, gebruikmakend van relatief goedkope Fiat-onderdelen. De eerste race met de D46, de Coppa Brezzi in Turijn in 1946, werd meteen gewonnen.

De 202

De kennis opgedaan met de D46 werd gebruikt om de Cisitalia 202 te ontwikkelen.

Piero Dusio had een duidelijke visie voor Cisitalia. Hij wilde niet alleen een auto produceren, maar ook een compleet nieuw concept voorstellen, zowel qua ontwerp als technologische vooruitgang. Om dit te bereiken, verzamelde hij een team van getalenteerde ontwerpers, ingenieurs en vakmensen.

Voor het ontwerp van de Cisitalia 202 wendde Dusio zich tot de gerenommeerde carrosseriebouwer Pininfarina. Het resultaat was een tijdloos en elegant ontwerp dat de principes van stroomlijn en functionaliteit omarmde. Kenmerkend zijn de vloeiende lijnen, een gestroomlijnde carrosserie en een geïntegreerde grille. De vorm van de auto was niet alleen esthetisch aantrekkelijk, maar was ook baanbrekend op het gebied van aerodynamische efficiëntie.

Naast het opvallende uiterlijk was de Cisitalia 202 technologisch geavanceerd voor zijn tijd. De auto was voorzien van een zelfdragende carrosserie, wat betekende dat het chassis en de carrosserie één geheel vormden. Dit was een revolutionaire benadering die niet alleen het gewicht verminderde maar ook de structurele integriteit van de auto verbeterde.

Toen de 202 voor het eerst werd gelanceerd ter gelegenheid van het Concorso di Villa d’Este in Como en op het autosalon van Parijs in 1947, werd hij beschouwd als een esthetische en technische prestatie die het naoorlogse carrosserieontwerp van auto’s radicaal veranderde.

De Cisitalia 202 had een op een FIAT blok gebaseerde 1.1-liter viercilinder motor, ontworpen door ingenieur Dante Giacosa. De motor leverde afhankelijk van de tuning tussen 55 en 75pk. Dat was voldoende voor een auto met een lichtgewicht constructie zoals de 202 om 180 km/u te halen. De combinatie van het geavanceerde ontwerp en de krachtige prestaties maakte de Cisitalia 202 niet alleen aantrekkelijk om te zien maar ook opmerkelijk om te rijden.

De ingenieurs bij Cisitalia, waaronder Carlo Abarth, Dante Giacosa en Giovanni Savonuzzi, onywikkelden verschillende varianten van de 202. Een van de belangrijkste versies, de SMM Nuvolari Spider, werd vernoemd naar een klasseoverwinning tijdens de Mille Miglia van 1947 door de beroemde coureur Tazio Nuvolari.

Cisitalia 202 SMM (foto wikicommons – Mr Chopper)

Het Porsche debacle

Ondanks de lovende kritieken zijn er tussen 1947 en 1952 maar 172 exemplaren gebouwd van de 202. Het merendeel (153) is van Pininfarina maar er waren ook versies van Vignale en Stabilimenti Farina.  De reden was dat de handgebouwde auto zeer duur was, ongeveer het dubbele van bvb. een Jaguar XK120.

Daarbij  kwam nog dat Dusio zijn kapitaal verspeelde door een verkeerd afgelopen avontuur met Porsche. Dankzij de successen van de D46, zowel op economisch vlak als bij het racen, besloot men een volwaardige grand-prix-racewagen te ontwikkelen. Carlo Abarth, de oprichter van Abarth en destijds werkzaam voor Cisitalia, bracht Dusio in contact met Ferdinand Porsche, die bekwaam werd geacht om mee de wagen te ontwikkelen. Dusio betaalde een astronomische borgsom voor Ferdinand Porsche, die na de oorlog door  de Franse autoriteiten gevangen was genomen. Samen met diens ingenieurs ontwikkelde men de Porsche 360 Cisitalia, een F1 auto die veel geld kostte maar niet de verhoopte successen bracht.

Cisitalia heeft dan ook in 1949 uitstel van betaling aangevraagd, die men op 28 februari 1949 verleende, en het jaar daarop leidde men de procedure voor een crediteurenakkoord in. In 1953 trok Piero Dusio zich definitief terug uit het bedrijf dat hij had opgericht. Zijn zoon probeerde nog het bedrijf in leven te houden maar het sloot definitief in 1963.

Meer informatie over Cisitalia kan je hier vinden.

 

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten