Komend van het Comomeer is het eerste dal dat we tegenkomen in de Orobische Alpen het Val Lesina, het dal dat bij Delbio uitmondt in de Adda.
Het is alleen te voet bereikbaar over oude muilezelpaden vanuit Delebio en Ansdalo en wordt gedomineerd door de 2609 m hoge Monte Legnone. Het is onbewoond maar er zijn verschillende baite bij de alpenweiden.
Beren in het Val Lesina
De echte heerser op de Monte Legnone en in het Val Lesina was de beer. Voordat alle beren afgeschoten waren, leefden er velen op de hellingen van de berg en in het dal. Over de beren in het Val Lesina vertelt men de volgende twee verhalen:
Een beer die over een pad in het dal liep, ontmoette daar een stier, een dier dat al even ontembaar en trots was. Er was geen plaats voor alle twee want het pad werd aan één kant begrensd door de rotswand en aan de andere kant door een afgrond. Het speelde zich af op het voetpad dat van Ravolido loopt langs de steile oostflank van het dal naar de brug van Stavello en waar eerder een boer in het ravijn was gestort door een stoot met de horens van een stier.
Deze plek werd nu het tafereel van de strijd tussen twee symbolen van ontembare kracht. De beer likte zijn lippen al af: al lange tijd had hij niet zo’n lekker hapje onder zijn klauwen gehad. Hij verhief zich grommend op zijn achterpoten met de bedoeling zich op de stier te storten. De stier echter, boog zijn kop en met een handige stoot van zijn horens nagelde hij de beer tegen de rotswand. De arme beer liet zijn kop op zijn borst hangen met zijn ogen gesloten, maar bleef rechtop want de stier hield hem stevig tegen de rotswand.
Volgens sommigen hield de stier hem in die positie tot hij zelf van honger overleed, maar anderen zeggen dat boeren hen vier dagen later uit elkaar getrokken hebben en de huid van de beer hebben afgestroopt.
Een tweede verhaal dat de ronde doet is dat over de beer als chirurg:
Er was eens een man met een groot kropgezwel, een gezwel zo groot dat het zijn ademhaling belemmerde. De man wandelde op een dag door het dal en zag twee berenwelpen met elkaar spelen in een bosje. De situatie leek zeer geschikt om ze te bemachtigen. Hij naderde heel, heel voorzichtig, maar de berenmoeder, die zich verborgen hield, stortte zich op hem, gooide hem tegen de grond en opende met zijn klauw de krop. Er kwam een emmer water uit en de arme man voelde zich opgelucht want hij kon weer ademen.
Toen hij terugkwam bij de andere boeren was iedereen stomverbaasd. “Waar heb je je krop gelaten?” En vanaf dat moment wist iedereen in het Val Lesina dat er een goede chirurg was, gespecialiseerd in krop operaties. Het is niet bekend of anderen hiervan gebruik gemaakt hebben om zich door de beer te laten opereren.
Aldus Bruno Galli Valerio in ‘Punte e passi’, verzorgd door Luisa Angelici en Antonio Boscaci, Sondrio, 1998.