Italiaanse Toestanden (21): L’elicottero

 

“Pas maar op dat je er geen zout in doet,” zei Torti met van plezier dichtgeknepen ogen tegen l’ingegnere Cassani. Elke keer als we bij elkaar zaten om de voortgang in het progetto te bespreken, maakte hij dezelfde grap, verwijzend naar het allereerste overleg toen we per ongeluk zout in plaats van suiker op tafel hadden gezet, waarmee Cassani vervolgens zijn kopje espresso verpestte. Torti hield op zijn tijd, dat wil zeggen op zíjn tijd, wel van een grapje en was dan wel in voor een gezellig kletspraatje. Hij was zoals onze buurman Francesco hem noemde een capo pigro, een luie chef: wel veel en luidkeels aanwijzingen geven aan zijn werklui, maar zijn handen vuil maken, nee. Hij kletste liever over lekkere gerechten en over hoe je die moest bereiden.

 

Deze morgen koutte Torti uitgebreid over een nieuwe klus: renovatiewerk in een kasteel van de graaf van Vistarino. Hij zou daarmee eigenlijk volgende week moeten beginnen. “Maar ja, het is hier nog niet af, hè,” zei hij glunderend en keek ons en Cassani met pretoogjes aan. Hij maakte zich blijkbaar niet druk om de reactie van de graaf als hij niet zou komen opdagen. Wij ook niet, zolang hij maar keurig bij ons bleef verschijnen. Terwijl Cassani suiker in zijn koffie deed, na schielijk te hebben geproefd of het echt suiker was en geen zout, sloeg Torti ons aanbod van een echt bakje Italiaanse leut gedecideerd af. Was hij nu ook al cafeïne-onthouder? Hij dronk inderdaad geen koffie maar alleen orzo, beweerde hij. Die orzo hadden we al leren kennen als een gerstbrouwsel waartegen volgens ons alleen de sterksten der allersterksten bestand zijn. Uiteraard schonken wij geen orzo, dus Torti zat op een droogje.

Met zijn vieren zaten we rond de keukentafel en nadat de voortgang besproken was, probeerden we vast te stellen hoeveel de extra werkzaamheden zouden gaan kosten. Uit zijn voorlopige preventivo, offerte, maakten we op dat Torti van plan was alweer een nieuw gat te hakken en dit keer niet in ons huis maar in onze financiën. Het was duidelijk dat we hem moesten afremmen en dat we bezuinigingen moesten vinden. Dus maar geen natuurstenen pavimento voor de oprit, die Torti de mooie prijs van tienduizend euro zou opleveren. Maar wat dan? Cassani had een idee. Wat dachten we van een cementen vloer waarop een elicottero een prachtig gekleurd laagje smeren zou? “Van dat groen bijvoorbeeld,” haakte Torti enthousiast in en wees naar ons gifgroene fauteuiltje. Was dit een grap? We kregen visioenen van de sproeiende helikopters die hier ’s zomers af en toe over de wijngaarden vliegen, maar we hadden het uiteraard verkeerd begrepen. Nee, zei Cassani, een elicottero was een poetsmachine waarmee schoonmakers de vloeren van kantoren of grote hallen poetsten. Zoiets bestond ook voor het verven van betonvloeren en het was relatief goedkoop. Misschien maakten we de oprit dan wel pimpelpaars, dachten we, om onze oude vriend makelaar Olita de ogen uit te steken!

Een andere mogelijke bezuinigingspost betrof het schilderen van de buitenkant van het huis. Na wat geklop en getik op verschillende plaatsen op de buitenmuren hadden Cassani en Torti eensgezind vastgesteld dat de hele stuclaag vernieuwd moest worden en niet slechts een deel zoals wij gehoopt hadden. Dat ging aardig in de papieren lopen. En daarna moest de nieuwe stuclaag nog geverfd worden, dat wil zeggen: voorgestreken met een impregneermiddel en twee keer geverfd. De totale oppervlakte van al die muren samen schatte ik al gauw op vierhonderd vierkante meter: een heel arbeidsintensieve en dus dure klus. Nico zag zijn kans schoon en stelde voor dat wij (wij? dacht ik verontrust) dat verven wel konden doen. Tot mijn verbazing stemde Torti direct in.

Aan de onderkant van de buitenmuren zou een speciale spatwaterbestendige laag moeten komen. Vaak zag je dat deze laag betegeld was en dat leek ons ook wel wat, maar dat zou veel duurder zijn dan het door Torti voorgestelde strollato. Dat strollato was een met steengruis verstevigd cement dat in dikke plakken op de muur gesmeerd werd. Echt mooi was het niet (het deed mij denken aan een kotslaag), maar misschien zouden we het met een leuke kleur verf nog wel kunnen oppimpen.

Hoewel Cassani een aantal keren samenvatte wat we hadden afgesproken, wisten we dat we goed de vinger aan de pols moeten houden om precies krijgen wat we wilden want Torti ging het liefste zijn eigengereide gang. Soms dreigde hij dingen te gaan doen waarvoor we nog geen opdracht gegeven hadden, andere keren vergat hij elementen van het werk waarover wel overeenstemming was. Het was opletten geblazen met die man want hij lette overal op, behalve op wat er was afgesproken.

Zou het ons lukken om Torti op het juiste spoor te houden en daarmee onze financiën te redden? We gingen een spannende laatste fase van ons grande lavoro in. Het werd tijd dat we de kleuren voor ons huis gingen uitzoeken want al gauw zouden we tien meter hoog op de steigers staan. Brrr.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!

Over Stef Smulders 21 Artikelen
Stef Smulders is een Nederlander die in 2008 met echtgenoot Nico en hond Saar naar Italië emigreerde om daar B&B Villa I Due Padroni (www.duepadroni.it) te beginnen. Hij verkocht zijn huis, liet familie en vrienden achter en deed een sprong in het onbekende. In 2014, bijna vijf jaar later, deed hij in het boek ‘Italiaanse Toestanden’ verslag van zijn belevenissen. In 2016 schreef hij het vervolg: Meer Italiaanse Toestanden en in 2017 verscheen deel 3, 'Nóg Meer Italiaanse Toestanden'.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten