Italiaanse Toestanden (16): Ciak ciak

Na ruim een week van sloopwerk verbeterde het humeur van Torti opvallend. Hij maakte grapjes en viel ons en zijn werklui niet meer voortdurend lastig met zijn eigenwijze raad en afkeurend hoofdschudden. Nee, hij zat voornamelijk in de cabine van zijn aftandse vrachtwagen, door ons vracht‘waggel’ gedoopt, in de weer met pen en stapels papiertjes. Hij was bezig met de eerste factuur! Onze ingenieur Cassani had namelijk geoordeeld dat er voldoende werk was verricht om dit te rechtvaardigen. Ging dat niet een beetje snel, vroegen wij ons iets minder verheugd af, bang dat de bodem van onze geldpot te vroeg in zicht zou komen. Maar dergelijke details waren in het contract vastgelegd en Cassani had er met zijn gedetailleerde computo metrico nu eenmaal het beste zicht op. Zo had hij ook vastgesteld dat er (nu al!) sprake was van meerwerk: in plaats van het slopen van een deel van de grensmuur was uiteindelijk vrijwel de hele muur vervangen. Dit maakte onze aannemer zo mogelijk nóg vrolijker.

Torti rekende zich suf en als hij ter ontspanning even naar ons toe kwam, begon hij niet te kritiseren maar goedgemutst te roddelen. Zoals over de oude eigenaar Colombo van wie wij het huis gekocht hadden. Er was net vorige week uitspraak gedaan in een rechtszaak tussen Torti en Colombo over de betaling van al het werk dat Torti, acht jaren geleden alweer, aan het huis had verricht. Colombo verloor en hij was Torti nu tienduizend euro schuldig. „E tutto per una trave! Dat allemaal over een draagbalk van hooguit honderd euro!” brieste Torti die zich er kennelijk nog altijd over kon opwinden.

Op een ochtend wenkte Torti ons opeens met een typisch handgebaar: de linker- of rechterarm hing daarbij iets vooruit gestoken langs het lichaam en met de vingers van zijn hand maakte hij dan een soort krabbende beweging naar achteren. De eerste keer begrepen we niet wat hij daarmee bedoelde, maar toen Torti zag dat we niet reageerden, voegde hij er “Vieni, vieni! Kom, kom!” aan toe. Zo raakte je snel afgericht, als een hond. “Andiam’ nel camion,” zei hij. “We gaan met de vrachtwagen.” Waarnaartoe? Naar zijn huis in Scorzoletta, om dat te bewonderen en om moeder de vrouw te ontmoeten. Opeens maakten we snelle vorderingen in onze relatie met Torti! We stapten in de ‘waggel’ die zich al schuddend en kreunend in beweging zette. Onderweg wees Torti verschillende huizen aan die hij in de loop der tijd had verbouwd of gebouwd. Ze zagen er aan de buitenkant mooi uit, dat moest gezegd. Maar misschien waren het van binnen wel schimmelige spelonken waarin her en der draagbalken ontbraken?

Niet veel later zaten we bij de familie Torti in de huiskamer aan de koffie nadat we eerst de honden, de kippen, de konijnen en de kuikens hadden bewonderd. Torti had eerder al eens tegen ons gezegd dat hij dol op honden was. Hij had er vijf, zei hij toen en daarbij stelden wij ons een gezellig huis vol met rollebollende robbedoezen voor. Maar in werkelijkheid bleken de honden dag en nacht in hokken te zitten en ontstond er een oorverdovend lawaai toen we er in de buurt kwamen. “Mijn man is dol op het beestenspul,” zei mevrouw Torti met een zorgelijk gezicht en ze vervolgde: “È un lavoro, però. Het is wel veel werk hoor.” Zo geleidelijk aan, tussen de regels door, begrepen we dat die beestenboel en de moestuin en de hele santenkraam dan wel meneer Torti’s hobby waren (“Hij heeft geen rust hè, hij moet altijd bezig zijn”), maar dat zij met het werk werd opgescheept. “En dan heb ik nog geluk dat hij niet van melk houdt, anders zou ik ook nog koeien moeten melken!” lachte ze een beetje droevig. Verder had hun dochter, die ondanks een afgeronde studie bouwkunde toch liever thuis bleef rondhangen, een passie voor cactussen. Mevrouw Torti vond het maar niets, al die stekels. “En die mooie bloemen dan?” probeerden we haar nog op te monteren. “Ja, die bloemen zijn wel mooi. Durano poco, però. Maar ze bloeien kort.”

Torti’s vrouw leek ons het licht melancholieke slachtoffer in deze relatie met een man die door zijn eigenwijze en dictatoriale aard niet de gemakkelijkste was. Maar aan de huiskamertafel, onder het genot van de koffie, haalde ze opeens onverwacht uit, als een te lang getergde leeuwin. Torti begon een verhandeling over hoe je gnocchi maken moest: het traditionele aardappelgerecht van de streek. Het was heel eenvoudig volgens hem: je maakte het deeg en dan rolde je er balletjes van die je met je duim in de juiste vorm drukte. “Kijk, zo. Ciak ciak.” Dat ciak ciak herhaalde hij een paar keer, waarbij hij het rolgebaar boven de tafel voordeed, totdat zijn vrouw hem plotsklaps onderbrak: “Hij weet het allemaal precies. Maar dat heeft hij uit een kookboek. Hier in huis heeft hij nog nooit ook maar één gerecht bereid.”

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!

Over Stef Smulders 21 Artikelen
Stef Smulders is een Nederlander die in 2008 met echtgenoot Nico en hond Saar naar Italië emigreerde om daar B&B Villa I Due Padroni (www.duepadroni.it) te beginnen. Hij verkocht zijn huis, liet familie en vrienden achter en deed een sprong in het onbekende. In 2014, bijna vijf jaar later, deed hij in het boek ‘Italiaanse Toestanden’ verslag van zijn belevenissen. In 2016 schreef hij het vervolg: Meer Italiaanse Toestanden en in 2017 verscheen deel 3, 'Nóg Meer Italiaanse Toestanden'.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten