Amedeo Clemente Modigliani (Livorno, 12 juli 1884 – Parijs, 24 januari 1920) was een Italiaans kunstschilder en beeldhouwer.
In 1906, toen hij 21 was, verruilde Modigliani zijn thuisbasis Genua voor het artistieke Montmarte. Daar vestigde hij zich in het kielzog van andere grote kunstenaars als Picasso en Mancusi. Hij werd er beïnvloed door tijdgenoten. Toch ontwikkelde hij zijn eigen, typische beeldtaal waarmee hij tijdens zijn leven niet bijzonder veel succes oogstte.
Modigliani is minder gekend voor zijn beeldhouwwerken. Het zijn vaak gestyleerde Egyptisch aandoende vrouwenhoofden die de langgerekte vrouwen met amandelvormige ogen uit zijn later werk aankondigen. Modigliani vond hiervoor inspiratie tijdens zijn bezoeken aan het Louvre.
Omwille van gezondheidsredenen – sinds zijn kindertijd leed hij aan tuberculose – legde hij zich echter helemaal toe op de schilderkunst. Ook bijzonder is zijn verzameling van naaktschilderijen van onbekende modellen en prostituées. Sommige ervan werden tentoongesteld tijdens Modigliani’s enige solo tentoonstelling in 1917 en veroorzaakten daar schandaal.
Eveneens belangrijk in zijn oeuvre zijn de indringende portretten die Modigliani maakte van zijn partner Jeanne Hébuterne. Met haar had hij een dochtertje en ze was zwanger van hun tweede kind op het ogenblik dat Modigliani, nog geen 36 jaar oud, stierf. Tuberculose, een zwakke gezondheid en een jarenlange verslaving maakten een einde aan het leven van de beloftevolle kunstenaar. Jeanne, overmeesterd door verdriet, pleegde enkele dagen later zelfmoord.
In zijn korte leven is Modigliani erin geslaagd een indrukwekkend en gevarieerd oeuvre op te bouwen dat – postuum – een groot publiek aanspreekt.