Als alles mee zit kunnen mijn vrouw en ik over 3 maanden verhuizen. Verhuizen naar una casa colonica in Umbrië. Hier lees je het hoe en het waarom we in Umbrië beland zijn. Vanaf het prille begin, mijn eerste stappen in Italië tot 50 jaar later het grote avontuur. Weg van België.
Mijn jeugdige admiratie voor Italië is na de reizen met mijn ouders nooit meer weggeëbd. Ik wou en zou het zelf exploreren. Wat is er romantischer dan je vriendin te verleiden naar het land van l’amore. Ik was een prille twintiger en zij nog geen twintig. Onze eerste reis samen. We voelden toen al dat una vita senza amore è come un anno senza estate. Un’estate italiana. Met z’n tweetjes in een tentje op avontuur. Wees maar zeker dat het dat jaar een uitzonderlijk hete zomer was in Italië. Maar een eerste koude douche viel ons snel te beurt.
In Italië heb ik mijn HERTZ verloren
We hadden onze reis tot in de puntjes voorbereid. We zouden met de nachttrein tot Rome reizen. De trein is altijd een beetje reizen. In Rome een auto huren en toeren doorheen Lazio, Umbria en Toscana tot Firenze. De auto inleveren en terug naar Brussel treinen.
Alles was op voorhand gereserveerd en gedocumenteerd. Onze rugzakken puilden uit met zomerspullen, tent, slaapzakken en allerhande kampeerspullen en wogen als lood. Ach, het was maar voor even want in Rome kon alles in de koffer van de huurauto.
Aangekomen in Rome Termini spoeden we ons naar het autoverhuurbureau. Italië lonkt.
We leggen alle documenten voor, inclusief het reserveringsdocument. De man achter de balie bestudeert het papier aandachtig en zegt dan: “Mi scusi signore, ma in Italia bisogna avere 25 anni per noleggiare una macchina.” Geen huurauto onder de 25 jaar. Ik was nog maar 22 en mijn Italiaans ging nog niet verder dan buongiorno, arrivederci en het aangeleerde zinnetje voor in de restaurants ‘Che avete di buono oggi?’ Ik begreep het niet maar zag onmiddellijk dat iets niet pluis was. Alles was in België zo goed geregeld! Ik probeer nog met mijn handen-en-tanden-Italiaans de man op andere gedachten te brengen maar het kan niet baten. Enkele tellen later staan we in de Via Giovanni Giolitti. In het hart van Rome zonder auto maar met een uitpuilende spaarpot omwille van de niet gespendeerde Lires en een uitpuilende rugzak omwille van het ontbreken van een kofferbak.
Liftend door midden Italië
In een flits wordt onze goed geplande reis een klein avontuur. We beslissen liftend onze trip aan te vatten. Het lijkt ons een unieke kans om de Italiaan van dichterbij te leren kennen: de macho in zijn Maserati. Het koppel dat, telkens we een lijkwagen voorbij rijden, een kruisteken maakt. De trucker die vriendelijk eist dat Anne in het midden zou zitten, maar vooral de vele warme ontmoetingen en gesprekken met de doorsnee Italiaan ontdaan van alle stereotiepen.
Halfweegs onze trip, toen onze rugzakken al de kromming van onze ruggen hadden aangenomen – herinner dat we ze hadden overladen – scheurt in Siena, op het prachtige geschelpte plein, Anne haar rugzak letterlijk van haar rug. Grote hilariteit bij ons en de ons omringende toeristen op het plein. Ik denk dat we even meer bekijks hadden dan de jaarlijkse Palio hier op op dit zonovergoten plein. We starten een zoektocht naar een nieuwe ‘zaino’. Tussen de vitrines met palio-artefacten vinden we een klein stoffig reiswinkeltje, een oud winkeldametje incluis . Vanaf dan gaat Anne haar tocht verder met een vooroorlogs model in mariablauwe kleur. Zo herken ik haar nog makkelijker uit de duizenden andere jonge trekkende toeristen..
La dolce vita
We duimen ons een weg door midden Italië. Nooit via autostrades. Steeds de kleine wegen.
Snel hebben we door dat ik beter in de berm blijf zitten terwijl Anne lijf en leden in de lift-strijd gooit. Ik kom pas te voorschijn als een wagen effectief stopt. Dit Italiaanse stereotype blijft toch goed overeind. Voor vrouwelijk schoon valt de Italiaan toch sneller. Of beter: gaat hij sneller op zijn rem staan.
De Fiat cinque- of seicento, Lancia of Pioggia, de Alfa Romeo en slechts één keer een Maserati rijden ons op op strade bianche door landschappen met olijfgaarden, door glooiende heuvels afgezoomd met cypressen, via eikenbossen en langs kusten met pineta’s die als groene wolken in de staalblauwe lucht wiegen.
Een hele maand dagelijks op stap langs Italiaanse wegen. ‘s Ochtends niet wetende waar we ‘s avonds zouden slapen. Heerlijk. Een voorbode van la dolce vita.
Maar wat we wel wisten, was dat we elke dag opnieuw voorbij majestueuze landhuizen met prachtige oprijlanen of verborgen ruïnes zouden rijden. En… dat we ontelbare keren onze dromen vierden hoe we samen hier ooit onder de zon in zo’n huis zouden komen wonen.
38 jaar geleden zaaiden we samen deze droom. Nog 3 maanden en we oogsten ze.
Lees andere delen van deze column van Bert Van der Wee