Een surrealistisch beeld dat nog lange tijd in ons geheugen zal afgedrukt blijven. Paus Franciscus wandelt in de centrale en ongewoon verlaten Via del Corso van Rome. Geen gejuich, geen massa volk, geen spontane handdrukken. De stad is afgeschermd, afgeschermd tegen het coronavirus.
Op 15 maart, de derde zondag van de vastentijd voor de christenen, heeft de paus bij verrassing het Vaticaan verlaten en is hij de stad ingetrokken.
Een eerste halte is de basiliek van Santa Maria Maggiore, waar hij bidt bij de Byzantijnse icoon van de Madonna en het Kind, die altijd al het voorwerp van een bijzondere toewijding van de pausen is geweest.
Het werk, de Salus Populi Romani, de Redding van het Romeinse volk, heeft een onzekere datering tussen de achtste en de twaalfde eeuw en wordt beschouwd als de belangrijkste beschermvrouwe van de stad. De icoon werd in processie door de straten van Rome gedragen om gevaren, tegenslagen en plagen af te weren, zoals in 590 tijdens een pestepidemie. Bij die gelegenheid werd de aartsengel Michaël boven het mausoleum van Adrianus gezien die het zwaard in de schede plaatste. De pest hield op en het mausoleum kreeg de naam van Engelenburcht.
Later, in de 16e eeuw, brak de zwarte dood opnieuw uit in Rome en eindigde ook deze keer door de tussenkomst van de Salus Populi Romani.
De icoon werd zo geliefd en vereerd dat de eerste jezuïeten-missionarissen naar de missies vertrokken met een reproductie van het beeld.
Paus Franciscus vervolgt dan vastberaden zijn weg naar de Kerk van San Marcello.
Hier knielt hij voor een gewonde en lijdende Christusfiguur, een houten kruisbeeld uit de jaren 1300 van de Sienese school.
Tijdens een gewelddadige brand die de kerk van San Marcello in 1519 volledig verwoestte, bleef de houten crucifix ongedeerd tussen het rokend puin. Drie jaar later werd Rome getroffen door een pestepidemie, door de historici van de stad herinnerd als de tijd van de Grote pest, met een groeiend aantal doden. In de greep van een instinctieve wanhoop smeekten de mensen van Rome het wonderbaarlijk kruisbeeld om genade en droegen het gedurende zestien dagen in een processie van boetedoening door de stad., waarna de epidemie stopte. De processie zou eeuwenlang op heilige donderdag worden herhaald, van de Kerk San Marcello in Via del Corso naar de Sint Pietersbasiliek.
Er werd een Broederschap van het Heilig Kruisbeeld opgericht, de Arciconfraternita del SS. Crocifisso in Urbe, dat nog steeds bestaat en een eigen website heeft.
Zes eeuwen later bezoekt Paus Franciscus nu stilzwijgend deze twee gevoelige symbolen van de Romeinse gelovigen.
“Een soort bedevaart om te bidden voor het einde van de pandemie” zegt Matteo Bruni, woordvoerder van de paus.