Sardinië, lange stranden en hoge bergen
Sardinië… een eiland met een geheel eigen karakter, bekend om de prachtige natuur. De legende over de schepping van Sardinië vertelt ons dat God een handvol rotsblokken had overgehouden, nadat hij de wereld had gecreëerd. Deze gooide hij in de Middellandse Zee en één daarvan was Sardinië. Een dor landschap was het gevolg. Als troost nam hij uit elk land iets weg, waardoor als het ware een “continent-in-het-klein” ontstond. En inderdaad, Sardinië is zeer veelzijdig. Lange stranden en azuurblauwe zeeën, maar ook hoge bergen en uitgestrekte bossen zijn kenmerkend voor dit Italiaanse eiland in de Middellandse Zee.
Luxe resorts aan de costas
Sardinië heeft mede door het subtropische klimaat ontzettend veel te bieden. De winters zijn hier mild en de zomers warm. Het weer wordt beïnvloed door twee winden. De mistral die gedurende het hele jaar uit het Rhône-dal komt overwaaien, zorgt in het noorden in de zomermaanden voor een aangename bries. De hete sirocco, die uit de Sahara komt, veroorzaakt in het zuiden tropische temperaturen. De stranden van de Costa Smeralda en de Costa del Sud zijn vakantiebestemmingen. Voor de zonaanbidders zijn grote en luxe vakantieresorts gebouwd.
De moeflons en zeehonden laten zich zelden zien
Het landschap geeft, vooral aan natuurliefhebbers, een heel eigen karakter aan de vakantie in Sardinië. Je kunt urenlang door het Gennargentu-gebergte rijden zonder iemand tegen te komen. De meest karakteristieke gewassen die op het eiland groeien zijn de kurkeik en de macchia. De schors van de kurkeik, die het meest voorkomt in Gallura, gebruikt men voor allerlei soorten souvenirs. In de lager gelegen warme gebieden komen wilde olijfbomen voor.
Een inheemse diersoort is de moeflon, die hoog in de bergen leeft. De moeflon laat zich zelden zien, net als de “bue marino”. Deze zeehond schijnt zich te hebben teruggetrokken in de vrijwel onbereikbare grotten aan de Cala Gonone, ten zuiden van Orosei aan de oostkust.
Nuraghen: stenen toevluchtsoord
Verspreid over het eiland zijn formaties van enorme, opeengestapelde rotsblokken terug te vinden. Soms zijn het torens, soms vormen de rotsblokken een compleet fort. Het zijn “nuraghen”, bouwwerken van een niet-Indo-Germaans volk dat waarschijnlijk afkomstig was van het vaste land van Spanje. In een cirkel werden laag voor laag grote stenen op elkaar gestapeld. En dit op een manier dat ze geleidelijk naar elkaar toeliepen en aan de bovenkant een ronde krater vormden die afgedekt kon worden met een stenen plaat.
Tegenwoordig neemt men aan dat deze nuraghen als verdedigingsplaats of toevluchtsoord dienden in tijd van oorlog. Bewoners uit de omgeving konden zich hierin veilig terugtrekken. Ongeveer 7000 nuraghen zijn nog her en der over het eiland te bezichtigen. De nuraghe-bouwers staan echter niet alleen bekend als knappe bouwlieden, ze beheersten ook nog de kunst van het vervaardigen van brons. Hun bronzen beeldjes behoren tot de kostbaarste erfenissen uit de Sardische geschiedenis.