Elke Italiëliefhebber die regelmatig door zijn favoriete land reist, kent wel dat typische fenomeen: je komt ontelbare stadjes tegen die er stuk voor stuk onooglijk uit zien en waar je normaliter geen minuut zou doorbrengen. Tot je de gelegenheid krijgt van naderbij kennis te maken: dan blijkt dat onooglijke stadje plots te bulken van de historische en architectonische schoonheid. Mijn indrukken van San Pellegrino Terme, in de Val Brembana in het noorden van de provincie Bergamo.
San Pellegrino is bij ons in eerste instantie gekend als merknaam voor het bekendste Italiaanse spuitwater. Maar het is uiteraard ook een échte plek, en wel eentje in de provincie Bergamo. Volledige naam: San Pellegrino Terme.
Het stadje ligt in het midden van de Val Brembana, genoemd naar de rivier Brembo en wordt omgeven door de Orobiaanse Prealpen. San Pellegrino Terme is een populair kuuroord en badplaats, maar heeft zijn hoogtepunt wel enigszins achter zich. Met name in de Belle Epoque was het een plek van groot aanzien. Architectuur in de perfecte Art Nouveau stijl, zoals het Grand Hotel, het Gemeentelijk Casino en de Spa duiden overduidelijk in die richting.
San Pellegrino gaat terug tot de 8e eeuw na Christus, toen bisschoppen in dienst van Karel de Grote parochies in het keizerrijk inwijdden en oprichtten. Deze stad wijdde men aan de heilige Pellegrino, bisschop van Auxerre en martelaar. De parochie van San Pellegrino Terme bezit een kostbaar relikwie.
Casino
Het Casino werd gebouwd door de architect Romolo Squadrelli in het verlengde van de portieken van de fontein. Men verrichtte de werken aan het begin van de 20e eeuw, tussen 1904 en 1906. De inhuldiging vond plaats in juli 1907. Opvallend is de voorgevel met zijn twee hoge torens. De decoratieve elementen zijn de smeedijzeren lamphouders en vlaggenmast van Alessandro Mazzucotelli. Bekijk ook de hoge reliëfs aan weerszijden van de centrale deur van met “terracotta” behandeld cement. Of het fries beschilderd met het motief van vliegende herten. Het stucwerk schrijft men over het algemeen toe aan Francesco Malerba en Paolo Croce.
De eerste ruimte die men binnen tegenkomt is het atrium. Opvallend zijn daar de acht zuilen van rood marmer uit Verona, die rechtstreeks naar de monumentale trap leiden. De trap wordt bekroond door een glas-in-loodraam. Dit raam is op zijn beurt omgeven door fresco’s van de twaalf maanden van het jaar (met hun dierenriemtekens) van de schilder Malerba. Op de eerste verdieping vind je twee grote terrassen.
Het Casino fungeerde slechts tot 1917 als gokhuis. Eens te meer een bewijs dat het hoogtepunt van de roem van San Pellegrino Terme hand in hand ging met de Belle Epoque. Het heeft altijd onderdak geboden aan culturele en theatrale evenementen, congressen, modeshows, kunsttentoonstellingen en gala-avonden. Intussen is het volledig gerestaureerd en uitgebreid met een aangrenzende theatervleugel. Tijdens het zomerseizoen kan je het Casino bezoeken.
Grand Hotel
Het Grand Hotel (foto boven dit artikel) is een gigantisch gebouw langs de linkeroever van de Bremborivier. Het telt zeven verdiepingen, ook in Art Nouveau stijl, met daarboven grote houten luchtschepenkappen.
De inhuldiging vond plaats in de zomer van 1904. Het gold als zeer modern voor die tijd. Het was immers uitgerust met liften, elektrisch licht, drinkwater en telefoon in alle 250 kamers. Binnen vinden we de hal met een gigantische kroonluchter, stucwerk, zuilen en versieringen. Een monumentale trap met versieringen in cement en ijzer leidt naar de bovenverdieping.
Het Grand Hotel was bestemd voor de betere sociale klasse. In het gastenregister tref je dan ook de namen van belangrijke protagonisten uit de geschiedenis, de literatuur en de politiek. De meest prestigieuze zijn die van koningin Margherita van Savoye, die er aan het begin van de 20e eeuw verbleef. Of die van koningin Elena van Savoye, die in 1925 samen met prins Umberto en prinses Maria te gast was in het hotel. Zelfs twee Nobelprijswinnaars uit de Italiaanse literatuur, Eugenio Montale en Salvatore Quasimodo verbleven hier. Net als Generaal Luigi Cadorna.
Twee grootheden van de Italiaanse cinema staan eveneens op de gastenlijst. Het gaat om Ugo Tognazzi en Ornella Muti. Niet zo verwonderlijk: de film Primo amore uit 1978, met beide acteurs in de hoofdrollen draaide regisseur Dino Risi immers met het Grand Hotel als hoofddecor.
Het hotel is sinds 1979 gesloten wegens te hoge exploitatiekosten. Het werd enkele jaren gebruikt als locatie voor kunstveilingen. In 2009 renoveerde men de 128 (!) meter lange gevel van het Grand Hotel volledig. Sinds 2016 is begonnen met de interne renovatie van het complex. Daartoe stortte men beton in de funderingen, de keukens zijn verbouwd en de fresco’s op de begane grond en op de tussenverdieping zijn gerestaureerd. Publieke en privé partijen zijn nog steeds druk in de weer om een nieuwe bestemming te vinden om zo de grandeur van weleer terug te brengen.
Thermen
Het kuuroord San Pellegrino Terme was een complex van Art Nouveau-gebouwen dat in het begin van de 20e eeuw was uitgerust met de modernste medische, facilitaire en organisatorische faciliteiten.
Het Ministerie van Volksgezondheid erkende in 1992 de therapeutische eigenschappen van het water van San Pellegrino, rijk aan minerale zouten. De kuurbehandelingen werden in 2006 gesloten en tot op heden is het oude gebouw hergebruikt voor kunstgaleries.