Politieke moorden in Italië: de maffiamoord op Giovanni Falcone

Giovanni Falcone

Cosa Nostra elimineert maffiajager Giovanni Falcone (1992)

Giovanni Falcone werd geboren in Palermo op 18 mei 1939. Zijn ouders heetten Arturo Falcone en Luisa Bentivegna en hij had twee oudere zussen, Anna en Maria. Na de middelbare school Umberto I te hebben gevolgd en na het vervullen van zijn legerdienst aan de zeevaartschool in Livorno, studeerde hij in 1961 af in de rechten in Palermo.

Als winnaar van een vergelijkend examen in de Magistratuur in 1964 was hij korte tijd magistraat in Lentini. Daarop is hij plaatsvervangend officier van justitie in Trapani. Toen hij in 1978 naar Palermo verhuisde, na de moord op rechter Cesare Terranova, werkte hij op het Onderwijsbureau, onder leiding van Rocco Chinnici.

Methode Falcone

Paolo Borsellino en Giovanni Falcone vereeuwigd met street art in Palermo
Paolo Borsellino en Giovanni Falcone vereeuwigd met street art in Palermo

Samen met Paolo Borsellino werkten ze aan meer dan 500 rechtszaken. Chinnici draagt ​​Falcone in 1980 het onderzoek op naar Rosario Spatola. Die Spatola is een bouwondernemer uit Palermo zonder strafblad maar met een lange arm, die tot in Amerika reikt. Een klus waarbij ook criminelen in de Verenigde Staten betrokken zijn. Het is de start van een hele reeks bank- en vermogensonderzoeken. Falcone beseft immers als geen ander dat hij zijn onderzoek moet beginnen bij de banktegoeden van de maffiaverenigingen.

Het geld volgen om de volledige criminele activiteit bloot te leggen zal de methode Falcone worden. Het zal hem in staat stellen om mettertijd de structuur en de organisatie van de Cosa Nostra te reconstrueren. Falcone vindt zo bewijs dat veel controversiële figuren van de jaren tachtig ontmaskert. Hij volgt routes die de contacten van de Siciliaans-Amerikaanse maffia blootleggen. Daarbij werkt hij samen met de FBI door direct naar New York te gaan. Hij ontmaskert Michele Sindona en zijn nepontvoering.

Het is een bijzonder bloedige periode. Verschillende dappere dienaren van de staat valen de een na de ander onder maffiakogels.  Pio La Torre, de belangrijkste architect van de wet Rognoni-La Torre die het misdrijf van maffiavereniging in het wetboek van strafrecht invoerde, Rosario Livatino, generaal Carlo Alberto Dalla Chiesa, en ook Falcones chef Rocco Chinnici vallen ten prooi aan de maffia.

Ballingschap op Asinara

Na de moord op Chinnici in 1983 vormt Antonino Caponnetto de anti-maffiapool. Daarin zitten mensen als Falcone, Borsellino, Di Lello en Guarnotta. In 1984, met het verhoor van spijtoptant Tommaso Buscetta, kwam er een keerpunt in het onderzoek tegen de Cosa Nostra. Kort daarop vermoordt de Cosa Nostra twee medewerkers van Falcone, Giuseppe Montana en Ninni Cassarà. Men besloot daarop de rechters en hun families voor hun eigen veiligheid over te brengen naar de gevangenis op het eiland Asinara.

In hun verplichte ‘ballingschap’ op het eiland Asinara legden beide magistraten de basis voor het vooronderzoek dat leidde tot het maxiproces. Op dat proces werden op 16 november 1987 360 veroordelingen uitgesproken voor in totaal 2665 jaar gevangenisstraf. De staatskas wordt gespijsd met elf en een half miljard lire aan te betalen boetes.

Hoewel de staat dankzij het werk van Falcone en Borsellino een gedenkwaardige overwinning had behaald, deden zich daarna onverklaarbare gebeurtenissen voor. Caponnetto van de antimaffiapool gaat op pensioen. In zijn plaats benoemt de Hoge Raad van de Magistratuur in september 1987 Antonino Meli, in plaats van gedoodverfd kandidaat Falcone. Meli treedt aan in januari 1988 en ontmantelt onmiddellijk de ondernomen onderzoeksmethode. Dit slingert de pool een decennium terug in de tijd.

Vanaf dat moment zullen Falcone en zijn mannen een groot aantal obstakels voor hun werk vinden. Meli zal in 1988 de anti-maffiapool officieel ontbinden. Toch zet Falcone zijn buitengewone werk voort. Hij voert belangrijke anti-drugsoperatie uit in samenwerking met Rudolph Giuliani, de toenmalige officier van justitie van New York.

Mislukte aanslag

Op 21 juni 1989 volgt een eerste, mislukte aanslag op de vakantievilla van Falcone, in Addaura. Deze aanslag werd nooit opgehelderd. Zeker is wel dat de moordenaars van maffiabaas Totò Riina achtenvijftig staafjes TNT midden op de rotsen hebben geplaatst, op enkele meters van de door de rechter gehuurde villa, met het plan de rechter te vermoorden.

Gedenksteen voor Falcone in Palermo

In januari 1990 coördineerde Falcone een onderzoek dat leidde tot de arrestatie van veertien Colombiaanse en Siciliaanse mensenhandelaars. Aanleiding tot dit onderzoek waren de bekentenissen van spijtoptant Joe Cuffaro. Deze had onthuld dat het koopvaardijschip Big John, dat onder Chileense vlag voer, in januari 1988 596 kilo cocaïne voor de kust van Castellammare del Golfo had afgeleverd.

Tussen 1990 en 1992 werd Falcone van verschillende fronten aangevallen, met name de tussenkomst van Leoluca Orlando in het Rai 3 programma “Samarcanda” is zeer bekend. Ook Cuffaro haalde uit naar Falcone in een televisie-uitzending.

In 1990 is Falcone kandidaat bij de verkiezingen van de Hoge Raad voor de Rechtspraak Hij zal niet verkozen raken omwille van zijn banden met de socialist Martelli: vanuit verschillende politieke hoeken worden hem deze banden kwalijk genomen.

Rol als superaanklager

In de periode tussen 1991 en zijn dood was Falcone zeer actief in de voorbereiding van wetten die het Parlement later zou aannemen, met name over het nationale antimaffiabureau. Op 15 oktober 1991 moest hij zich echter voor de Hoge Raad van de Magistratuur verdedigen tegen een door Leoluca Orlando tegen hem ingediende klacht. Het gaf Falcone de kans commentaar te geven op het klimaat van verdenking in Palermo.

Falcone werkte aan de rol van superaanklager, die hem veel macht zou geven om maffia-organisaties te bestrijden. Maar nog voordat hij formeel tot hoofdaanklager is benoemd, is er veel ophef over de vrees voor een vermindering van de autonomie van de Magistratuur. Deze beschouwt men immers als ondergeschikt aan de politieke macht. Ondanks zijn heldere analyse van elke polemiek en zijn vastberadenheid, raakt Falcone steeds meer geïsoleerd binnen de eigen instellingen. Het is zeer tekenend dat hij uitgerekend de dag voor zijn dood zijn aanstelling tot superaanklager verkrijgt.

Aanslag in Capaci

Aanslag in Capaci
Aanslag in Capaci

Op 23 mei 1992 rijdt Falcone met gevolg van de luchthaven van Punta Raisi naar Palermo. Om 17:56 uur ter hoogte van het Siciliaanse stadje Capaci wordt de auto van rechter Falcone met vijfhonderd kilo TNT opgeblazen. De bom, zo bleek na onderzoek, was geplaatst in een gegraven tunnel onder het wegdek. De moord gebeurde op instructie van Toto Riina.  Falcone, op dat ogenblik 53 jaar oud, overleeft de aanslag niet.

Deze aanslag van de Siciliaanse maffia, gepland vanaf 1991, kreeg in het Italiaans de naam Strage di Capaci. Naast Falcone komen zijn vrouw Francesca Morvillo en drie mannen van het escorte, Antonio Montinaro, Rocco Di Cillo en Vito Schifani om het leven. Maffioso en spijtoptant Salvatore Cancemi zal later beschrijven hoe na de gelukte maffiabaas Salvatore ‘Toto’ Riina champagne bestelde en een toast uitbracht op dit succes.

Giovanni Falcone ontving postuum de gouden medaille voor burgerlijke moed.

 

 

Over Steven Van Raemdonck 230 Artikelen
Steven Van Raemdonck is één van de oprichters van Taste Italy vzw, en neemt de voorzittersfunctie van de vereniging waar.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten