Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Het Wonder van de Notenboom is een legende uit de omgeving van Torno.
In het buurtschap Rasina stond de notenboom van Eufrasia, die al vele jaren wel bladeren had maar nooit noten droeg. Vrijwel dagelijks passeerde Eufrasia, op weg naar haar akker, een kapel gewijd aan de Madonna en iedere keer als ze daar langskwam, stopte ze even om de Maagd te vragen de boom vruchten te laten dragen. Om haar verzoek te ondersteunen beloofde ze de helft van de olie die uit de noten zou komen, te schenken om daarmee het hele jaar door een votief lamp in de kapel te laten branden. En zie, na lang wachten kwam er een jaar waarin de boom vol vruchten hing, zo veel dat de takken ervan doorbogen. Eufrasia, bang dat er toch nog iets mis kon gaan met de oogst, hernieuwde haar gelofte.
Zo kwam eindelijk het najaar waarin de noten geoogst konden worden: de opbrengst was zo overweldigend als nog niet eerder vertoond. Eufrasia haastte zich de noten naar haar droogzolder te brengen. Toen ze met een volle en zware draagkorf langs de kapel kwam, mompelde ze enkele dankwoorden zonder dat ze echter haar hoofd naar het beeld van de Madonna wendde. In plaats daarvan dacht ze eraan hoeveel werk ze aan de oogst had gehad en overwoog of de overvloedige oogst ook niet gebeurd zou zijn zonder de tussenkomst van de heilige Maria.
Zo denkend, leek haar de eerder gedane gelofte toch wel wat buiten proportie en vond ze het zonde om de olie voor de lamp te gebruiken. De Madonna, die toch al de genade van het Paradijs genoot, kon toch zeker de olie niet echt nodig hebben om er het vlammetje in de kapel mee te laten branden. En iedere keer dat ze met een volle mand de kapel passeerde, kwam de gedachte sterker bij haar op om de gelofte te verbreken.
Toch leek het wel of ze bij het passeren van de kapel de Maagd verwijtend naar haar zag kijken. Die indruk werd steeds sterker, zodat ze tenslotte, toen ze weer met een volle mand noten bij de kapel kwam, ze zich tot de Madonna wendde en zei: “kijk me toch niet zo aan met die koeienogen want de olie is van mij en niet van U”. Daarop, geschrokken van haar brutale uitspraak, liep ze snel verder, bijna vluchtend voor de blikken van de Maagd. Daardoor had ze niet in de gaten dat het pad glibberig was, waardoor ze uitgleed en met de zware mand omlaag in het meer stortte.