Mythen en sagen rond het Comomeer (39): Villa Pliniana

Villa Pliniana (foto Wikicommons - Rothschild)

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

 

In de 1e eeuw n.C. beschreef Plinius de Jongere een intermitterende waterbron enkele kilometers ten noorden van Como. In een brief aan zijn vriend Lucio Licinio Sura schrijft hij: “In de bergen ontspringt een bron die door de rotsen loopt en in een holte uitkomt. Nadat het daar even gebleven is, stort ze in het meer. De bron heeft een eigenaardigheid: drie keer per dag komt het water omhoog en zakt dan weer in vaste hoeveelheden”. Ook Plinius de Oudere zegt er in zijn “Naturalis Historia” iets over: “In het gebied van Como, bij de oevers van het meer, is er een rijke bron die altijd, ieder uur, weer groter en kleiner wordt”. De bron werd ook door Leonardo de Vinci bezocht in de tijd dat hij in Milaan verbleef en een reisbeschrijving van de omgeving schreef: “8 mijl boven Como is de Pliniana, die iedere zes uur groeit en weer afneemt en op zijn hoogtepunt voldoende water maakt voor twee molens en na dan weer opdroogt”.

In de 16e eeuw liet graaf Giovanni Anguisola, gouverneur van Como, de naar de bron genoemde villa bouwen.  De villa heeft een indrukwekkende voorgevel aan het meer; met zijn vier rijen vensters boven elkaar en in het midden een loggia met drie bogen, ondersteund door paren zuilen. Ze ligt aan de voet van steile rotsen met daarboven dichte bossen die vrijwel het hele jaar de villa in de schaduw van de zon houden. De waterval ligt slechts ongeveer 90 meter ten oosten en veroorzaakt niet alleen oorverdovend lawaai maar besproeit ook de zijgevel van de villa, die daardoor altijd vochtig blijft.
De graaf had echter een goede reden om zich terug te trekken op een plaats die vrijwel ontoegankelijk was en ook vanaf het meer niet eenvoudig te bereiken.
De eerste twee verdiepingen van de villa tonen vanaf het water twee rijen van rechthoekige vensters die doen denken aan de poorten waarachter de vuurmonden van oorlogsschepen verborgen zijn. Het gebouw had alle trekken van een vluchtplaats en inderdaad geloofde Anguisola dat hij werd achtervolgd voor een gebeurtenis die dertien jaar daarvoor plaats vond. De graaf was in die tijd in dienst van Pier Luigi Farnese, de hertog van Parma en Piacenza. De hertog was gehaat onder de bevolking wegens zijn wrede en meedogenloze optreden en zijn luxe leven en gehaat door de steden vanwege de hoge belastingen. Met steun van de Gonzaga’s en keizer Karel V, die het hertogdom wilde verenigen met Milaan, beraamde Anguisola met enkele edelen een plan om de hertog uit de weg te ruimen. Op 10 september 1547 drongen ze de kamer van de hertog binnen, brachten hem met messteken om het leven en hingen het dode lichaam in het raam van het paleis in Piacenza. Daarna namen de troepen van de keizer het hertogdom in.

Volgens de legende werd de gedachte dat men op wraak uit was een obsessie voor de graaf en vreesde hij op zijn beurt om het leven gebracht te worden. Zijn achterdocht werd nog versterkt doordat enkele van zijn honden, die als voorproevers van zijn maaltijden dienden, de dood vonden door vergiftiging. Ook een bediende had het leven verloren toen hij stiekem van het eten van de graaf snoepte. Hij dacht veilig te zijn in zijn villa, maar werd, wellicht ook door de triestheid van de plaats, vrijwel iedere nacht geplaagd door afschuwelijke nachtmerries. De donkere en beboste omgeving van de villa was ook het woonoord van uilen die met hun wat lugubere geluid makkelijk de zielen verstoorden van mensen met een slecht geweten. Vaak hoorde de graaf in het holst van de nacht geluiden als van geplons in het water achter de deur die naar de trappen van de bootsteiger leidden. Waarschijnlijk waren het de golven die door het ruwe water tegen de steiger sloegen. Je kunt je indenken welk effect deze geluiden hadden op de onrustige ziel van Anguisola.

Op een nacht hield hij het niet meer uit en besloot te gaan kijken wat die geluiden inhielden. Hij opende de deur en zag, of geloofde dat hij zag, boven het donkere meer de geest van Farnese, die na een hartverscheurende kreet in het nachtelijk duister verdween. Die vreselijke kreet klonk hetzelfde als die de ongelukkige hertog had geslaakt toen hij was neergestort onder de messteken van de samenzweerders. Anguisola herinnerde het zich duidelijk en zou de schreeuw uit duizenden herkennen. Hij zei er niets over, noch tegen zijn gezin, noch tegen vrienden en gasten die bij hem logeerden. Maar vanaf die nacht werd zijn angst steeds groter. Hij dacht dat de vermoorde hertog wraak had gezworen en de Madonna en de Heiligen had gesmeekt hem bij te staan. Iedere nacht stond hij op om over het meer te spieden of de gevreesde geest niet opnieuw verscheen. Het was een mengsel van angst, woede en ook hoop, alsof het nogmaals verschijnen hem voor altijd zou kunnen bevrijden van deze afschuwelijke nachtmerrie, die onverdraaglijk voor hem was geworden. Hij begon er zelfs op te hopen, ook al zou hem dat het leven kosten.
Op een nacht, met nieuwe maan, donker als pek, hoorde hij eindelijk weer geklop op de deur. Uitzinnig en met rillingen over zijn rug, goed bewapend, haastte hij zich om de deur te openen. De geest stond aan de voet van de trap op hem te wachten. Hij probeerde deze vast te grijpen, maar zijn voet gleed uit op de natte stenen van de trap, begroeid met algen, waardoor hij in het diepe water viel en niet meer aan het oppervlak kwam. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden.

Naschrift: In werkelijkheid is de graaf eerst in Chur en daarna in Como aangevallen door iemand die zich uitgaf voor een franciscaner broeder en overleed hij niet lang daarna op zijn bed in Como. De villa werd door zijn nakomelingen in 1590 verkocht aan de graaf Pirro Borromeo Visconti en ging daarna nog diverse keren over in andere handen. Enkele jaren geleden is ze omgebouwd tot een luxe condominium

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 112 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten