Mythen en sagen rond het Comomeer (34): De vallei van de broekspijpen

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

Misschien kwam het door haar hoge meisjesstem of door haar katachtige loop dat men haar in het kleine dorp in het Valsassina de bijnaam gaf van ‘het katje’. Velen in het dorp hadden zelfs moeite om zich haar echte naam te herinneren, maar iedereen kende haar verhaal.

Ze kwam uit een welgesteld gezin, maar tijdens de pestepidemie die door de Spaanse troepen in het dal was uitgebroken, waren al haar familieleden gestorven en bleef haar niets dan het land, de boomgaarden, een groot huis en wat vee.

Hoewel haar handen alleen gewend waren om met naald en draad om te gaan, moest ze nu de handen uit de mouwen steken en zelf aan het werk op het land.

Het katje was een wat bijzonder meisje: door de trieste gebeurtenissen was ze erg bang, nogal bijgelovig en afstandelijk. ’s Ochtends stond ze vroeg op om het vee te verzorgen en de koeien te melken.

Op een dag was ze extra vroeg opgestaan om het laatste stuk van het land om te spitten, waar ze rogge wilde zaaien. Het was nog donker toen ze op weg ging en zodra ze de laatste huizen van het dorp achter zich had gelaten, pakte ze haar rozenkrans en begon onder het lopen luidop het gebed op te zeggen. Ze was altijd bang in het donker en het lange stuk over het voetpad door het bos boezemde haar altijd angst in. Ze kwam nog voor zonsopgang bij het land en twee uur later was ze weer op de terugweg met een emmertje melk. Ze kwam net bij een beekje toen haar oog viel op een houtstapel enkele tientallen meters verderop en ze ademloos bleef staan: een persoon, of nee, een mannenbeen hing van de stapel en daarachter verwijderde zich iets met grote snelheid. Het meisje gaf een kreet en ging er als een haas vandoor, terwijl ze de emmer melk uit haar handen liet vallen. In een oogwenk had ze de afstand naar het dorp afgelegd en zodra ze daar aankwam begon ze luidkeels te roepen dat ze de “wildeman” had gezien.

De eerste die ze tegenkwam was Rosa, een wat oudere vrouw, die onmiddellijk haar rozenkrans begon te bidden toen ze het verhaal hoorde.

Al snel werd het meisje omringd door een groep dorpelingen. Ze vertelde haar verhaal één, twee, drie maal en beschreef het been dat ze had zien bungelen aan de houtstapel en voegde er nog geluiden aan toe als van een jankende hond.

“Als je zoiets gebeurt – raadde Rosa haar aan – dan moet je driemaal een kruisteken slaan en een gewijd beeld in je handen nemen en dan het requiem opzeggen en tenslotte roep je: neem dat wat je gebracht hebt weer terug! Dat heb je vast niet gedaan”.

Het verhaal ging als een lopend vuurtje door het dorp en werd iedere keer nog wat mooier gemaakt. Een enkele moedige durfde tenslotte naar de plaats te gaan waar alles zich had afgespeeld, maar zag daar niets dan een stapel hout en van het bengelende been was geen spoor te vinden. En omdat het meisje haar dieren niet wilde verwaarlozen, ging ze diezelfde avond, vergezeld van Rosa met de rozenkrans in haar hand, het pad weer langs. Onderweg zagen ze nergens de melkemmer liggen en het meisje herinnerde zich nu dat die omlaag was gerold naar de beek. Op dat moment kwam Berto er aan, een houtskoolbrander die daar in de buurt werkte en hij had de emmer in zijn hand. “Hier is je emmer, ik heb hem daarvan beneden gehaald. Maar zeg eens katje, wat is er vanochtend toch gebeurd, dat je het zo op een lopen zette?” Het meisje vertelde nog eens uitvoerig de hele geschiedenis en Berto kon niet voorkomen dat hij in een schaterlach uitbarstte. “Gelukkig heb je alleen maar mijn broek in de zon zien drogen! Wie weet wat er was gebeurd als je me weg had zien rennen zonder broek en ik had zelfs geen onderbroek aan toen ik je hoorde komen!” zei de man.

Daarmee was het hele verhaal opgehelderd en sinds die tijd gaf men dat beekdal de bijnaam ‘vallei van de broekspijpen’.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 145 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten