Mythen en sagen rond het Comomeer (37): De stenen in de kookpot

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

In een van de zijdalen van het Comomeer woonde een arme vrouw met vier kinderen. Haar man die op zijn werk was verongelukt, had haar vrijwel zonder geld achtergelaten en de vrouw wist nauwelijks hoe ze het gezin in leven kon houden. Het ontbrak haar niet aan moed, maar na dagen en dagen van ontbering wist ze niet meer wat te doen. Tot nu toe was er altijd nog wel iets uit de tuin geweest waarmee ze zich konden voeden, maar deze avond was er in het geheel niets meer. Ze wist niet wat ze tegen haar kinderen, die altijd honger hadden, moest zeggen. De arme vrouw zat in een hoek te schreien van verdriet en wanhoop. Tenslotte legde ze twee stenen in een pan, zeggend dat het de aardappelen voor het avondmaal waren en hopend dat de kinderen intussen misschien in slaap zouden vallen en zo de honger niet zouden voelen. Als ze deze nacht door zouden komen, zou ze misschien de volgende dag op de markt iets kunnen kopen als ze het laatst overgebleven tafellaken verkocht.

Af en toe vroegen de kinderen “Mamma, zijn de aardappelen al gaar?” En zij antwoordde met een leugentje “Nee, mijn schatten, ze zijn nog niet gaar, we moeten wat geduld hebben”.

Met een zucht van verlichting zag ze tenslotte hoe de kinderen in slaap vielen. Ook de vrouw viel bijna in slaap, met haar hoofd op de tafel, toen ze hoorde dat er op de deur werd geklopt. Hoewel het al laat was, deed ze toch voorzichtig de deur open. Voor haar stonden twee houthakkers, slechts schaars gekleed, die zich verontschuldigden voor het late bezoek en nadat ze hadden uitgelegd dat ze die nacht niet verder durfden trekken, vroegen of de vrouw iets voor hen te eten had en een plaatsje om de nacht door te brengen.

De vrouw zei hen dat ze helaas niets te eten had maar dat een slaapplaats altijd zou lukken. “Ik heb geen extra dekens zei ze, maar jullie kunnen misschien het tafelkleed gebruiken dat ik morgen op de markt wil gaan verkopen.” “Toch hebt u in die pan iets dat staat te koken …” merkte een van de mannen op.

Met tranen in haar ogen legde de arme vrouw uit wat er was gebeurd en hoe ze de stenen in de pan had gedaan om de kinderen stil te houden tot ze in slaap vielen.

“Verlies de moed niet – zei de andere reiziger – ga maar eens naar de pan en kijk of er echt niets te eten in zit”.

Een ogenblik dacht de vrouw dat de twee mannen haar misschien niet hadden begrepen, en om hen te tonen wat ze had verteld, liep ze naar de stomende pan en ….. welk een verrassing! De pan was gevuld met aardappelen en kool. Verbijsterd door dit wonder stamelde ze dat er toch echt alleen maar stenen in hadden gezeten. De mannen antwoordden dat ze haar wel geloofden en dat kennelijk de Goddelijke Voorzienigheid tussen beide was gekomen. Ze nodigden haar uit om ook de broodkist te openen, waar de vrouw, nog altijd verstomd van verbazing, ook vers brood vond. Ze wekte de kinderen, allen aten zich vol en de gasten gingen daarop slapen onder het kleed, maar niet dan nadat ze de vrouw hadden gezegd: “Het eerste dat je morgen zult doen, zal je de hele dag doen. En verlies nooit de moed want de Voorzienigheid zal altijd over jullie waken”.

De volgende ochtend stonden de twee mannen vroeg op en beloofden op de terugweg nog eens langs te komen. En omdat het eerste wat de vrouw die ochtend deed was het stuk stof op te vouwen dat ze aan haar gasten had geleend, ging ze tot het eind van de dag door meters en meters stof op te vouwen die onder haar handen leken aan te groeien.

Maar een zo grote gebeurtenis kon ze natuurlijk niet geheimhouden en de vrouw vertelde haar naaste buurvrouw wat er die avond bij haar thuis was gebeurd. Nu was die buurvrouw niet alleen een bemoeial, maar ook jaloers en gierig. Ze had alles wat ze nodig had, maar leefde alsof ze heel arm was. Toen ze dan ook het verhaal had gehoord, bleef ze voortdurend opletten of de twee reizigers al terugkwamen zodat ze hen bij haar thuis kon uitnodigen. De week daarop kwamen de twee inderdaad weer terug en met een honingzoete stem vroeg de buurvrouw of ze bij haar wilden overnachten. Ze zei dat ze hun niets kon aanbieden dan wat droog brood, hoewel ze in werkelijkheid allerlei voedsel verborgen had; ook gaf ze de twee slechts een paar armoedige lappen om onder te slapen, terwijl ze dekens genoeg in de kast had. De mannen bedankten haar voor de gastvrijheid, maar toen de mannen niets zeiden over wat er de volgende dag zou gebeuren, vroeg de vrouw: “En…wat zeggen jullie me voor morgen?”.

“Als u het echt wilt weten…Het eerste dat u morgenochtend zult doen, zult u de hele dag doen” antwoordde de oudste van de twee.

Bij het aanbreken van de dag vertrokken de twee gasten, die niemand anders waren dan Sint Petrus en Onze Lieve Heer, die zich onder de sterfelijken hadden begeven. De oude egoïste die ze zag vertrekken, moest hoognodig naar het toilet. En daar bleef ze de hele dag.

 

Zorg voor twee stenen in de la

Terry de la Mesa Allen, op het hoogtepunt van zijn militaire carrière in de jaren 1942-’43 generaal-majoor van de Eerste Infanteriedivisie in Noord-Afrika en Sicilië, gold in de ogen van zijn commandant George S. Patton jr. als de uitvinder van de ‘stenensoepmethode’. Vooral in het laatste oorlogsjaar paste Patton deze militaire tactiek met succes toe bij de bevrijding van grote delen van Frankrijk. Hoewel Patton het niet zo ophad met Allen, geeft hij hem in zijn oorlogsdagboeken uit WO2, in 1966 verschenen als War as I knew it, wel credits voor deze methode. Volgens Patton gaat deze methode terug op het verhaal dat we publiceerden onder de titel Stenen in de kookpot.  

De militaire variant, zoals Allen en Patton die toepasten, bestond er uit om in vijandelijk gebied zogenaamd eerst verkenningen uit te voeren, zonder de schijn te wekken dat ze wilden aanvallen. Zodra de vijand zich aandiende werden die verkenningseenheden versterkt, waarna er plotseling toch een aanval werd uitgevoerd, die in veel gevallen de vijand wist te overrompelen. Patton gebruikte deze werkwijze ook als tactiek ten opzichte van de Amerikaanse legerleiding die hem meerdere malen verbood om verder op te trekken, omdat munitie en brandstof elders nodig waren. Maar als verkenningstroepen op vijandelijke weerstand stuitten had Patton natuurlijk een prima excuus om toch een aanval uit te voeren.

Vermoedelijk kende Terry Alden, wiens moeder van Spaanse afkomst was, zijn klassieken beter dan George Patton, want het verhaal over de stenen die in soep veranderden gaat terug op heel oude volkslegenden, waarin sprake is van een dorp dat weigert een hongerige vreemdeling te eten te geven. Dankzij de stenensoep komt er bij het gezin van de arme weduwe een heerlijke maaltijd op tafel. In sprookjes vorm is het van origine een lesje in gastvrijheid, maar kennelijk zit er ook een lesje in waarvan militairen gebruik kunnen maken.

We weten niet of de stenensoepmethode nog altijd opgeld doet in de krijgskunst, maar in creatieve beroepen bewijst het al eeuwenlang zijn waarde. Er is een wit vel papier, een blanco schilderslinnen, een leeg beeldscherm. Je doet net of je zit te niksen, bladert wat in een boek, luistert zogenaamd naar muziek. Dan zet je een paar strepen, maakt zogenaamd enkele aantekeningen, je muze heeft niets in de gaten. Zelf voel je geen enkele druk want je bent immers nog niet begonnen. Toch staat er al een halve pagina op papier, het schilderij krijgt een beginnende vorm en dan, in een onbewaakt moment stoot je door. En voordat iemand het merkt, ben je al ver gevorderd met schrijven, schilderen of ontwerpen. Er is iets dat je in één beweging voorbij het beslissende punt heeft gebracht. Natuurlijk moet er daarna nog van alles gebeuren, maar de overwinning op het materiaal is behaald, de benodigde grond is veroverd. Er is een eerste versie, en met een gerust hart leg je de twee stenen weer in de la voor een volgende keer.

Dit verhaal is oorspronkelijk van Maarten Ascher, die het publiceerde in de NRC.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 112 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten