Mythen en sagen rond het Comomeer (35): Het sprookje van Carletto en Maria

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

In de tijd ver vóór de verbreiding van radio en televisie werden op donkere winteravonden de kinderen vermaakt door het vertellen van sprookjes en legenden. Het is interessant om op te merken hoezeer de thema’s van de sprookjes die we kennen uit Noord-Europa in de vorm van vertellingen van Andersen en Grimm, gelijken op die uit de zuidelijke landen. Het volgende sprookje is een voorbeeld hiervan.

Er was eens een gezin met twee kinderen, Carletto en Maria. Nadat hun moeder door een ernstige ziekte was overleden, probeerde de vader de kinderen te verzorgen, maar na enige tijd besloot hij toch voor hen een vrouw in huis te nemen. De vrouw was echter vreselijk lui en ze behandelde haar stiefkinderen slecht als de vader naar zijn werk was. Op een ochtend toen de vader al was vertrokken, joeg de stiefmoeder de twee kinderen het huis uit en hoe ze haar ook smeekten, de deur werd achter hen dicht gegooid, terwijl de vrouw hen nariep: “en probeer niet om water te drinken want dat zal jullie slecht bekomen”.

Wanhopig dwaalden de kinderen over het land op zoek naar hun vader, maar al spoedig verdwaalden ze en liepen ze uur na uur zonder eten of drinken. De zon scheen onbarmhartig waardoor ze steeds meer dorst kregen, maar nergens vonden ze water. Eindelijk kwamen ze bij een fontein en Carletto rende er als eerste heen. Echter op het moment dat hij wilde gaan drinken, klonk er een stem die zei: “niet drinken Carletto, want anders verander je in een vis”. Daarop zei Maria: “moed houden Carletto, we vinden wel een andere fontein”.

Zo liepen ze weer kilometers in de zinderende hitte, tot ze tenslotte een beekje vonden met helder en fris water. “Ik houd het niet meer uit van de dorst”, zei Carletto, maar nauwelijks boog hij zich voorover of een stem sprak: “niet drinken, jongen, of je verandert in een gans”. Maria greep haar broertje bij de arm en rukte hem achteruit: “nee Carletto, alsjeblieft, niet drinken! Heb geduld, je zal zien dat we ergens een plek vinden waar we zonder gevaar kunnen drinken. Ik heb ook verschrikkelijke dorst”.

Ze raakten langzamerhand uitgeput van vermoeidheid en dorst en vielen tenslotte neer in een hooiberg bij een boerderij. De zon ging al onder, maar door vermoeidheid lukte het hen niet in slaap te vallen. Achter hen hoorden ze water door een pijp stromen naar de drinkbak van het vee en daar haastten ze zich heen. Maar ook hier hoorden ze weer de stem die waarschuwde: “drink niet van dit water anders veranderen jullie in beren”.

Dit keer echter kon Carletto zich niet meer inhouden, hoewel Maria hem nog probeerde tegen te houden. Hij dronk en veranderde in een beer. Hij sprak nog als een mens, maar zag er echt uit als een beer. Maria, wanhopig, was in tranen. De voorspelling was uitgekomen!

Het meisje pakte de beer bij de poot en trok hem met zich mee zonder te weten waarheen. Ze liepen en liepen tot ze tenslotte op een wegsplitsing een oude vrouw tegenkwamen die helemaal niet schrok bij het zien van beer-Carletto. Ze hield de kinderen tegen en sprak hen aan. Daarop vertelde Maria wat er was gebeurd en vroeg ze de vrouw om raad. De oude vrouw pakte, nadat ze alles had aangehoord, het een en ander uit haar tas, gaf dat aan het meisje en zei: “Volg deze weg en je zult bij een hek komen. Het is gesloten, maar zodra je wat olie op de scharnieren hebt gedaan, zal het voor je open gaan. Daarna zul je een paar hongerige honden tegenkomen, geef ze dit brood en ze zullen je niets doen. Op het hof zul je enkele vrouwen vinden die water uit een put halen met behulp van hun lange haren en je zult ze dit touw geven. Dan kom je bij een huis met een kapotte trap, zodat je hem niet kunt beklimmen. Maar met deze spijkers, hamer en tang, repareer je hem en kan je omhoog gaan. Als je boven bent gekomen, open je de deur; daarachter ligt een vrouw te slapen naast een nachtkastje waarop een roos ligt. Je gaat heel zachtjes naar binnen, pakt de roos en brengt die aan mij. Ik zal hier op je wachten met Carletto. Wees moedig, ga nu!”

Met het hart in haar keel voor alles wat haar te wachten stond, nam Maria alles aan, omhelsde haar broertje en ging op weg. Ze slaagde er in alles te doen wat de oude vrouw haar had voorzegd, maar op het moment dat ze de kamer wilde verlaten met de roos van het nachtkastje, werd de vrouw wakker en kwam haar achterna. Maria rende de trap af terwijl de vrouw gilde: “trap, breek!”. Maar de trap antwoordde: “Nee, want ik was al die tijd gebroken en zij heeft me hersteld”. Nog kwader schreeuwde de vrouw naar de honden: “grijp haar, eet haar op!”. En de honden: “Nee, want we hadden honger en zij heeft ons eten gegeven”. Tegen de vrouwen bij de waterput: “houdt haar tegen, ik beveel het jullie!”. “Nee – antwoordden deze – want eerst moesten we water putten met onze haren en zij heeft ons een touw gegeven”. Als laatste probeerde de vrouw het bij het hek: “blijf gesloten, laat haar niet door!”. “Ik laat haar wel door, want ik was al lange tijd verroest en zij heeft mij geolied”.

Buiten adem van het rennen, kwam het meisje aan bij de oude vrouw en gaf haar de roos. “Prachtig – het is je gelukt”. Nadat ze dat gezegd had, ging de vrouw een kamer van haar woning binnen en nam Carletto en Maria mee. Ze stak een vuur aan en verbrandde de roos. Onmiddellijk kreeg Carletto zijn oude gedaante weer terug en kon hij water drinken zoveel hij wilde. Met behulp van de vrouw vonden ze de weg naar huis terug waar hun vader en stiefmoeder in tranen waren van angst om hun lange wegblijven.

Ja, u heeft het goed begrepen, ook de stiefmoeder was in tranen en drukte de kinderen tegen haar bost, terwijl ze hen kuste en kuste en om vergeving smeekte. Ze was zo lelijk tegen hen geweest omdat ze ook in de ban van een betovering was, die nu was verbroken door het verbranden van de roos.

 

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 109 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten