
Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Deze legende hangt samen met een duister verhaal, waarin sprake is van een demon die zich tegelijkertijd konden vertonen als een monster en als een Zwarte Engel. Lang geleden waren de Zwarte Engel en een monster met de naam Ravan twee manifestaties van eenzelfde demon, die zich van de grootste diepte van een afgrond tot de hoogste pieken kon bewegen, waarbij hij wel van gedaante, maar niet van verdorvenheid kon veranderen.
Wanneer het ijzer bij het smeden vonken spatte, verscheen de Zwarte Engel in de rook en de vonkenregen. Zijn lippen leken te glimlachen, maar uitten slechts gegrom en zijn schaduw wierp ongemak op de vloer; hij werd gevolgd door een stoet van dwalende geesten en met achterlating van beweeglijke vlammen langs de donkere helling.
De boeren die deze gronden gebruikten, diep gelovige christenen, zegenden hun dieren met het water van het meer Delle Scale, waardoor de Zwarte Engel zijn gezicht moest bedekken en zijn vleugels met grote snelheid bewoog en hij oploste in de rook, omhoog klom langs de bergpieken en er stof en steenslag van de rotsen in de bossen boven het meer viel.
De Zwarte Engel liet ook een reeks onzichtbare wezens achter die klaar stonden om de christenen aan te vallen en ze in de luidruchtige loop van de Valar te slepen, waarin de Zwarte Engel het monster Ravan werd. Deze was de baas van alle slechte geesten. Iedereen was bang van Ravan, hij had tien koppen en was zo sterk dat de bergen ervan trilden. Hij was immuun voor menselijke vloeken en wreed voor degenen die erin toegestemd hadden hem te dienen en hem dan niet gehoorzaamden. Op zulke momenten schreeuwde hij vanuit de nissen van de Valar, gevolgd door jonge tritonen met lange staarten en zaagvormige ruggen, die de opdracht hadden de wateren van de Adda tot rust te brengen en zijn toorn te kalmeren.
De religieuze broederschappen uit die tijd, gekleed in de witte pijen van Molina en Premadio, onderstelden dat het monster was geboren uit een ei dat bevrucht was door een tegennatuurlijke vereniging van een reus en een amfibie, en opsteeg uit de dampen van de aarde in de tijd dat het meer Delle Scale was gevormd.
Anderen echter claimden dat het geboren was uit een zelf bevrucht ei van een haan, verborgen in een bergnest waarin het gif van alle slangen van de wereld was geconcentreerd.
Iedereen was het er echter over eens dat of het nu een engel was of een monster, het alle oneerlijke mensen in zijn macht had die het pad van Scale naar de Val di Fraele bewandelden. Deze oneerlijke mensen moesten een sterfelijk slachtoffer verzorgen dat diende voor de offergaven van het monster. Ze waren verslinders van zielen, kwamen te voorschijn uit de mist, doordrongen de lucht, water en bossen en verspreidden terreur en angst. Ze trokken dieren en mensen van de rotsen en veranderden ze in steen.
Vrij naar Massimo dei Cas