
Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Op de verlaten, kale helling van de Costa dei Cech, boven Traona, staat op een plaats die geheel verlaten lijkt, een kerkje met daarnaast een groot kruis. Een plaats voor gebed, ver van de bewoonde wereld, waar ook nu nog af en toe een kluizenaar tijdelijk zijn verblijf vindt. Het gaat om het kerkje van ‘de zeven broers’, waarvan de naam verwijst naar een wijd bekende legende in dit deel van het Valtellina.
Het verhaal gaat als volgt:
Een moeder met zeven zonen is druk bezig om in een hut op de hoge alp polenta te bereiden. Op een gegeven moment verloor ze echt haar geduld omdat haar jongens te veel kabaal rondom haar maakten omdat ze niet konden wachten tot de polenta werd opgediend. Het schijnt dat ze toen schreeuwde “smeer hem, ieder in een andere richting en wacht tot je wat krijgt”. En zo gingen de jongens inderdaad ieder in een andere richting, maar zo dat ze de plaats waar ze vandaan kwamen wel konden zien.
Op deze plaats is nu het kerkje van de zeven broers gekomen. Het getier van de moeder had niet alleen tot gevolg dat ze nu wat rust kreeg, maar ook dat de zo rumoerige zoons zich bekeerden tot kluizenaars die zeven kerkjes stichtten: San Antonio, San Pietro in Vallate, San Giuliano boven Dubino, San Domenica in Delebio, San Esfrà tegen de berghelling boven Mello, Santa María in het Val Gerola en San Giovanni in Bioggio.
De zeven broers konden elkaar niet meer ontmoeten en zagen ook hun moeder niet meer terug, maar er was een teken dat ze samenbond: een vuur dat s avonds ontstoken werd, waarmee ze elkaar berichtten dat ze nog in leven waren. Maar ook voor ieder van hen kwam de dag van overlijden en sinds die dag zag men ook de bijbehorende vuren niet meer, maar verscheen er een nieuwe ster aan de hemel.