In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De laatste V12 Ferrari uit het klassieke tijdperk was de 365 GTB/4. De pers gaf het model de bijnaam Daytona – overigens tot groot ongenoegen van Enzo Ferrari – omdat Ferrari op dat circuit net grote successen had behaald. Hij verscheen voor het eerst op het Parijse autosalon van 1968 en zijn topsnelheid van 280 km/u werd een supercar-benchmark.
De 365 ging verder waar de 275 GTB/4 ophield. Hij gebruikte een gelijkaardige V12, maar nu met 4.4 liter cilinderinhoud. Beide auto’s hadden vier schijfremmen, onafhankelijke ophanging en een achterin geplaatste transaxle om de gewichtsverhouding tussen voor en achter in evenwicht te brengen.
De styling van de auto kwam van ontwerper Lionardi Fioavanti. Hij beschrijft het proces: “Ik werkte zeven dagen zonder pauze en liet toen mijn ideeën aan Sergio Pininfarina zien. Hij vond ze goed, net als Enzo Ferrari, en zo is het tot stand gekomen.” In 2008 beschrijft Fioravanti de auto als “de beste die ik ooit heb gedaan en degene waar ik het meest trots op ben.” Hij vervolgt: “Er is niet veel dat ik zou veranderen.”
Pininfarina paste Fioravanti’s lijnen zorgvuldig aan om de eerdere aërodynamische misstappen van de 275 met korte neus te vermijden. De algemene ontwerpkenmerken waren een lange motorkap, afgesneden staart en een steile schuine neus. In het begin had de neus vier lampen onder een plexiglas kap, die later werden vervangen door pop-up units. Dit was nodig voor de veiligheidseisen in de VS.
De Daytona was een ware GT die snel gereden kon worden over lange afstanden. Deze enorme snelheid werd benadrukt in de allereerste Cannonball-run toen Brock Yates en Dan Gurney hun Daytona bestuurden tijdens de 36-uurs wegrace. Na afloop noemde Road & Track het “de beste sportwagen ter wereld”.
Ferrari moest het opnemen tegen rivaal Ferruccio Lamborghini, die met de Miura het tijdperk van de moderne supercar inluidde. Met zijn V12-motor met vier nokkenassen, dwarsgeplaatst in het midden van de auto, deed de Miura de Daytona verouderd lijken. Maar waar het de Ferrari aan buitensporigheid ontbrak, blonk hij uit in rijeigenschappen, comfort en prestaties.
Om te profiteren van de groeiende cabrio-markt, liet Ferrari Pininfarina een open versie ontwerpen, die werd gebouwd door Scaglietti. Er zijn er oorspronkelijk slechts 122 van gemaakt, maar er werden nadien nog veel coupé’s omgebouwd.
De Daytona spider kwam terug onder de spotlights toen de auto werd gebruikt voor de razend populaire reeks Miami Vice mid jaren ’80. Die auto was echter een replica op basis van een Corvette. Dat schoot in het verkeerde keelgat bij Ferrari, die prompt de makers een echte Ferrari beloofde als de namaak Daytona zou verdwijnen. Daarom wordt die auto dan ook opgeblazen in de reeks.
Tot op de dag van vandaag geldt de Daytona als een van de beste Ferrari’s die zijn gemaakt. In zijn tijd was het de snelste auto op de weg. Er werden 1406 Daytona’s gemaakt, waarvan 122 originele Spiders.