Toen Stefano Mariottini op 16 augustus 1972, de laatste dag van zijn vakantie, aan het speervissen was, stootte hij op een grote verrassing. De chemicus uit Rome zag ongeveer driehonderd meter van de Italiaanse kust van Riace, zo’n kleine tien meter diep, een arm uit de zeebodem steken. Een lijk?
Aangezien hij vlakbij Sicilië was dacht hij inderdaad eerst aan een lijk, maar dichterbij gekomen herkende hij een bronzen beeld: “Ik was stomverbaasd. Het gezicht was prachtig. Ik kon niet stoppen met zand weghalen. Ik wilde meer en meer details zien.” Keer op keer zwom hij terug naar de bodem. Twee uitputtende uren later had hij niet één, maar twee bronzen standbeelden blootgelegd. Het zou heel wat teweegbrengen in Italië. Hij kreeg een financiële beloning voor zijn vondst. “Die dag heeft mijn leven veranderd”, zei Mariottini later.
Supersterren uit de Oudheid
Maar liefst acht jaar duurden de restauratie en het onderzoek, tot 1980. De beelden werden daarna eerst tentoongesteld in Firenze, waar de restauratie had plaatsgevonden, en later in Rome. Tot ieders verbazing verdrongen lange rijen toeristen en Florentijnen zich voor de Bronzen. Enkele vrouwen vielen zelfs in zwijm bij de aanblik van zoveel mannelijk atletisme. Even speelde men met het idee om de beelden in Firenze te laten, maar vanwege de volkswoede die daarop in het zuidelijke Calabria losbarstte, werd dat idee al gauw opgeborgen. Thuisgekomen in het Museo Nazionale in Reggio di Calabria bleef de enorme belangstelling voor de beelden op peil. Op hun tour van ongeveer een jaar door Italië bezochten meer dan een miljoen belangstellenden de beelden. Ze schopten het zelfs tot op een postzegel.
Een speld in een hooiberg
Waarom zijn de Bronzen van Riace zo bijzonder? We hebben toch zovele beelden uit de Grieks-Romeinse oudheid, of ben jij toevallig de enige Europeaan die de Laocoöngroep uit de Vaticaanse musea, de Speerdrager van Polykleitos, of de Discuswerper van Myron niet kent? Nee toch? Dat komt omdat de Romeinen er talloze stenen kopieën van hebben gemaakt. Die kopieën kun je vaak herkennen aan het gebeeldhouwde boomstronkje ernaast om de massieve stenen beelden in evenwicht te houden en niet te doen breken. Originele Griekse beelden daarentegen zijn er maar bitter weinig, omdat het kostbare brons in latere tijden vaak werd omgesmolten. En in deze onberispelijke staat vind je ze al helemaal niet. Omdat er geen scheepswrak in de buurt is gevonden, vermoedt men dat ze rond het begin van onze jaartelling overboord zijn geslagen tijdens een storm, of misschien wel gegooid, om ze uit handen van piraten te houden. De Riacebronzen zijn toen vanuit Griekenland verscheept richting Italië, omdat de Griekse kunst en cultuur in de mode was. Bij rijke Romeinen waren de vraag naar Griekse beelden zo groot dat er een ongewenste exodus vanuit Griekenland naar Italië op gang kwam.
Verloren was
Hoe wordt zo’n bronzen beeld gemaakt? De beeldhouwer maakt eerst een beeld in klei. Op dat beeld brengt hij vervolgens een dunne laag was aan, waarin hij de fijne details van het uiteindelijke beeld aanbrengt. Daarover komt dan opnieuw een dikke laag klei, waarin enkele gaten worden aangebracht. Dan gaat het hele zaakje de oven in. Door de hitte wordt de klei gebakken, maar de smeltende was loopt er via de gaten in de buitenste kleilaag uit. Vandaar de benaming ‘cire perdue’-procedé (‘verloren was’). De holte waarin de was zat, vormt de mal waarin het brons gegoten kan worden. De dikte in het geval van de Riace-bronzen is overal tussen de 7,5 en 8,5 mm. Bij de voeten wordt wel massief brons gebruikt, zodat de beelden rechtop blijven staan. Bij vondst wogen de net geen twee meter hoge beelden elk zo’n 400 kg. Na het weghalen van de klei die nog in het beeld zat en de afzetting van de zee bleef daar nog 160 kg van over.
Klassieke beeldhouwkunst
De beelden staan in contrapposto, een manier om een stilstaand beeld toch een gevoel van beweging mee te geven. De mannen steunen allebei met hun gewicht op hun rechterbeen, terwijl het linkerbeen, naar voren geplooid, er ontspannen bij staat. Door die positie van de benen staat de rechterheup hoger dan de linker. Bij schouders is het in spiegelbeeld. Daar is de linkerarm, die een schild droeg, in inspanning, terwijl de rechterarm er relaxed bij hangt om een inmiddels verdwenen speer recht te houden. Als je een horizontale lijn op de schouders tekent, en één door de heupen, dan staan die in contrast met elkaar. Door die ontspannen pose lijkt het alsof de mannen ieder moment in beweging kunnen komen. Op basis van de nog vloeiendere lijnen dateren specialisten beeld B zo’n twintig à dertig jaar later dan beeld A. Beeld A bleek met grote technische verfijning te zijn afgewerkt.
Voor de lippen, oogleden en de tepels gebruikte de kunstenaar een legering die rijk was aan koper, wat een rode kleur opleverde. Op de tanden ligt een laagje zilver. De ogen waren ingelegd met ivoor en glas. Ze hebben zelfs levensechte wimpers. Haren en baard vallen krullend als slangen over gezicht en nek. Bovendien gaat het detail zo ver dat ook de onderhuidse aders zichtbaar zijn. Onderzoek door kunsthistorici wees uit dat de beelden waarschijnlijk in hetzelfde atelier gemaakt zijn, maar niet door dezelfde kunstenaar. Beeld A, dat dateert van ongeveer 460 v.Chr., wordt toegeschreven aan Myron, de man die de discuswerper beroemd heeft gemaakt. Beeld B wordt toegeschreven aan Alkamenes, een leerling van Phidias, of door sommigen aan Phidias zelf. Als dat waar is, zou dat meer dan bijzonder zijn. Phidias is de Michelangelo van de vijfde eeuw voor Christus. Hij heeft ook het twaalf meter hoge Athenabeeld in het Atheense Parthenon uit goud en ivoor gemaakt. Bovendien stond ook het even grote Zeusbeeld uit Olympia, één van de zeven wereldwonderen uit de Oudheid, op zijn naam. Nog een reden nodig om naar Reggio di Calabria te gaan? Of zoals een journalist van The Telegraph neerpende: “Alleen al de Bronzi di Riace zijn een reden om naar het zuiden te gaan. Ze stellen nooit teleur.”
Mannen met een Oedipuscomplex?
Het blijft raden naar wie de figuren moeten voorstellen. Sommigen spreken van atleten. Anderen gokken op soldaten uit de Perzische Oorlogen, vanwege de Korintische helmen en de schilden die ze duidelijk moeten hebben gedragen. Omdat de klei die in de beelden zat afkomstig is uit Argos, in het noordoosten van de Peloponnesos, kwamen andere historici tot de conclusie dat het om twee mannen uit het drama van ‘de Zeven tegen Thebe’ gaat. In deze Griekse tragedie van Aeschylus steekt Oedipus, nadat hij achter de waarheid over zijn ‘echtgenote’ is gekomen, zich de ogen uit. Zijn twee zonen, Eteokles en Polynikes, zullen om beurten over Thebe regeren, maar Eteokles wil na zijn eerste ambstermijn niet weten van een machtsoverdracht. Polynikes zoekt steun in Argos en besluit met zes anderen Thebe aan te vallen. De twee broers – drama! – doden elkaar in het gevecht om de stad Thebe. Hun oom Kreon wordt dan baas over Thebe en gunt Polynikes, in tegenstelling tot diens broer, geen begrafenis. Hun zus Antigone wil niet dat de geest van haar broer blijft ronddwalen en besluit haar broer in het geheim toch te begraven. Hoe het met Antigone afloopt, moet je maar eens bij Sophokles lezen.
Vernieuwd museum
Na een bijna vier jaar durende restauratie enkele jaren geleden, zijn de beelden A en B, of ‘de oude en de jonge’ zoals ze in Reggio di Calabria genoemd worden, ondertussen ondergebracht in een vernieuwd museum. Dat ze zo lang moesten wachten om voor een tweede keer uit de zandbodem van de vergetelheid bevrijd te worden, werd door de president van de Italiaanse Unicef-commissie overigens een schande voor Italië genoemd. Maar ze zijn nu echt klaar voor de eeuwigheid. Ze kregen een aangepast voetstuk dat geconstrueerd is om aardbevingen te doorstaan en staan nu op wacht in een aangepast microklimaat. De bezoeker moet vooraf zelfs drie minuten geduld hebben in een ontsmettingskamer, een ervaring op zichzelf. Je wordt ook maar per twintig tegelijk toegelaten. Maar om te kunnen genieten van een vakmanschap dat heden ten dage niet meer haalbaar is – zo geven hedendaagse beeldhouwers tenminste toe – moet je wat over hebben, zeker bij de gedachte dat ze 2000 jaar voor de renaissance zijn gemaakt. Ze verdienen dus echt meer aandacht.
Meer informatie kan je hier vinden.