Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Vrij bewerkt naar Massimo dei Cas
In Campo Tartano woonde een jongen met de naam Stefano die een kampioen van ongehoorzaamheid was. Zijn ouders hadden hem al talloze keren gezegd niet met vreemden mee te gaan, maar zoals vaak gingen die woorden het ene oor in en het andere weer uit.
Op een avond vroeg zijn moeder hem om wat zout te gaan halen in het dorp en zo snel mogelijk weer terug te komen. Ze woonden in het bos dat aan het dorp grensde en het werd al donker.
De jongen ging meteen op pad en kwam onderweg een heer tegen die hij nog nooit had gezien en die hem vriendelijk vroeg waar hij heen ging. “Ik ga naar het dorp om zout te halen” antwoordde Stefano de man, waarop die hem, nog steeds heel vriendelijk uitnodigde om mee te gaan naar zijn huis, waar hij hem het zout zou geven. De jongen volgde hem zonder te denken aan de waarschuwingen van zijn ouders, maar zodra ze in het huis waren ontdekte hij dat het helemaal geen aardige heer was, maar een slechterik die hem opsloot in het varkenshok bij de varkens.
Stefano schreeuwde zo hard hij kon, maar niemand hoorde hem. Hij begreep dat hij er alleen voorstond en begon na te denken hoe hij zou kunnen ontsnappen, want hij begreep dat hij anders zou eindigen op dezelfde manier als de varkens. In een hoek vond hij een spijker en ook een steen. Door met de steen op de spijker te slaan begon hij heel langzaam het hout van het hok stuk te maken tot hij tenslotte een gat kon maken dat groot genoeg was voor hem om te vluchten. Hij had geluk en vond al snel de weg naar huis terug. Toen hij daar aankwam vond hij zijn angstige en bezorgde ouders die hem huilend van geluk omhelsden.
Toen zijn moeder zijn verhaal gehoord had, zei ze tussen de snikken door: “Je hebt nu gezien wat er gebeuren kan als je niet naar je ouders luistert en met een onbekende meegaat”.