Cairo aan de Po
Je moet al van goeden huize komen om mijn reisgenoten – twee die hards van de Egyptische kunst en cultuur – te imponeren, en toch is dat wat het Museo Egizio gedaan heeft. Het museum is het oudste ter wereld dat volledig is gewijd aan Egypte en heeft na Caïro de meest complete collectie. Net zoals zo veel musea, palazzi en gebouwen in Turijn is het sterk verbonden met het huis van Savoye. Het was Egyptoloog Ernesto Schiaparelli die de koning in het oor fluisterde dat grote buitenlandse mogendheden hun prestige wel erg opkrikten met de opgegraven schatten uit Egypte. Het leverde hem financiering op voor zijn expedities én de belofte van een groots museum: tussen 1903 en 1937 brachten hij en Giulio Farina zo’n 30.000 artefacten naar de hoofdstad van Piemonte.
Alles aan de huidige collectie is indrukwekkend: het aantal voorwerpen, de variatie, de uitzonderlijke staat … Vier verdiepingen en een parcours van meer dan 2 km dat de bezoeker gidst langs unieke objecten, authentieke muurschilderingen, papyri en reconstructies van graftombes en tempels. Het Museo Egizio is er eentje om te bezoeken en te herbezoeken, waarin je verdwaalt en telkens opnieuw getroffen wordt door een intrigerende blik op een dodenmasker, een aandoenlijke kattenmummie of de verbijsterende vaardigheden van een Egyptische kunstenaar.
Het is ook een museum met een moderne kijk op de presentatie van de collectie dat werkt aan een duurzame band met de bezoekers. Een flitsende website met veel info voor wie wil en spaarzame infographics voor de snelle surfer, een speciaal programma voor jongeren, gratis geleide bezoeken voor wie ouder is dan 70 tijdens de zomermaanden, thematische causerieën door de directeur op zondag, … Het Museo Egizio wil duidelijk meer zijn dan een etappe bij een bezoekje aan Turijn.
Een koffie aan de wieg van Vittorio Emanuele II
Na de voormiddag Egyptische geschiedenis rustten we even uit bij een ander caffè storico, Caffé San Carlo aan het gelijknamige plein. Caffè San Carlo is een monument: je komt er voor het authentieke interieur, voor de innovatieve bistrotkaart, voor het prachtige zicht op het plein en in ieder geval voor een bicerin –koffie, chocolade en een melkcrème gezoet met siroop – die steevast in grote ronde glazen geserveerd wordt. De kunst bestaat erin om de ingrediënten niet te mengen maar in elkaar te laten overgaan. Wil je het zelf eens proberen? Hier vind je een Italiaans recept, al zal je voor de echte bicerin toch naar Turijn moeten gaan.
Om de hoek van Piazza San Carlo ligt een ander fotogeniek plein, Piazza Carignano. Het herbergt het gelijknamige theater, het chique ristorante Del Cambio en palazzo Carignano, een immens barok paleis dat de vaste stek was van de prinsen van Carignano. Vittorio Emanuele II – de laatste koning van Sardinië en de eerste van het eengemaakte Italië – zag er het levenslicht in 1820. Van 1861 tot 1864 was het de zetel van het Italiaanse parlement – dezelfde Vittorio Emanuele II riep er het Italiaanse koninkrijk uit – en later een deel van de universiteit van Turijn.
Fratelli d’Italia
Al vanaf 1939 biedt het palazzo Carignano onderdak aan het Museo Nazionale del Risorgimento, dat in 2011 na een decennialange restauratie terug open ging voor het grote publiek. Wanneer je je bezoek voorbereidt op de website van het museum kan je kiezen voor drie opties: de korte (45 minuten) , de middellange (90 minuten) en de lange (120 minuten). Afhankelijk van je eigen interesse en de tijd ter beschikking huppel je door de Italiaanse eenmaking of kuier je langs de revolutionaire opstanden in Europa, langs de oorlogen van Napoleon en voorbij de talrijke unieke illustraties van de Italiaanse geschiedenis, spotprenten van Garibaldi incluis.
Wegdromen bij de roodfluwelen stoeltjes van het eerste Italiaanse parlement is uiteraard een must voor iedere italofiel. Het oorspronkelijke manuscript van Il Canto degli Italiani, de nationale hymne van Goffredo Mameli, ligt er ook in een vitrinekast, al zijn er wel meer musea die die eer claimen. Je ontdekt hoe het Risorgimento tegelijkertijd deel uitmaakte van een Europese vibe – met opstanden, soevereiniteitsverklaringen en een nationalistische iconografie – en een heel eigen, lokaal karakter had.
De politieke tegenstellingen tussen noord en zuid, onverenigbare belangen van vrijheidsstrijders uit de aristocratie en uit het volk, de bijzondere rol van de pauselijke staat en de conflicten in de grensgebieden maakten van de periode 1820-1870 een kruitvat. ‘Leggere il passato, comprendere il presente’ is niet voor niets een motto van het museum dat een sleutel wil geven om het heden en verleden te begrijpen. Audiofragmenten, video’s en een didactische route doorheen het museum moeten de bezoeker daarbij helpen. Een absolute aanrader!
Romeins vierkant
Ook deze goed gevulde dag sloten we af met een wandeling. Na de pracht en praal van de Savoye gingen we naar een van de meest oorspronkelijke wijken van de stad, de quadrilatero romano. Je wandelt er in smalle middeleeuwse steegjes met kleine antiekzaakjes en winkeltjes. Althans, dat belooft de gids en zo herinner ik het me ook van enkele jaren geleden. Deze keer puilden de steegjes jammer genoeg uit van toeristen en was er van enige middeleeuwse, Romeinse of andere rust geen sprake. Vanuit de drukke via Garibaldi zwermden de shoppers gewapend met plastieken en papieren zakken met schreeuwerige opdruk door de aanpalende straatjes. Even buiten het erg commerciële centrum viel het gelukkig weer mee en konden we genieten van de barokke façades van de vele kerken en palazzi in de wijk.
’s Avonds aten we in Les Petites Madeleines, het restaurant van het Turin Palace Hotel, waar we ook verbleven, tegenover het station van Porta Nuova. Het restaurant biedt een eigenzinnige interpretatie van de Piemontese keuken en switcht probleemloos naar allergeenvrije opties. Wie voor het eten nog even wil bekomen kan terecht in de wellness van het hotel, voor een verfrissende duik, een rustmomentje in de sauna of een ontspannende voetmassage.
Voor ons zat het bezoek er na dit weekend al op, maar Turijn heeft natuurlijk nog ontzettend veel te bieden. We kunnen niet wachten om terug te gaan! Arvëddse!