“Foligno? Interessante. Ma meglio andare a Bevagna. Il borgo viene trasformato completamente. E da non dimenticare, l’abbazia di San Felice nei dintorni di Bastardo.” Zo reageerde don Franco op ons plan om die ochtend Foligno te bezoeken. Wat ons nogmaals sterkte in onze ervaring om altijd te logeren bij Italianen van ter plekke. In de loop van de jaren hebben we er veel meegemaakt, maar de b&b in San Terenziano was toch iets heel speciaals.
De moderne nieuwbouw die Emma Maffucci had laten optrekken op een lage heuvel iets buiten de dorpskom kon in niets vergeleken worden met alles wat we tot dusver (en later) hadden gezien in Umbrië en wijde omgeving. Geen kopie van de rurale bouwstijl of, om het op zijn Vlaams te zeggen, niet nog maar eens een fermette met een karrenwiel aan de voordeur en een verloren waterpomp midden de tuin.
De wereld binnen gsm-bereik
De b&b bestaat uit vier woongedeelten van twee niveaus, onderling met elkaar verbonden door een combinatie van twee terrassen, een laagbouw met buitenkeuken en enkele bergingsruimten. Het geheel is volledig onderkelderd en wordt vooral gebruikt als garage en werkplaats. Twee wooneenheden worden verhuurd aan toeristen. Door die afgescheiden ligging is de privacy voor alle partijen gegarandeerd. Al kent Emma aan het woord “privacy” wel een heel eigen interpretatie toe. Twee maal logeerden we voor een week in nog een afzonderlijke studio, een voorrecht dat blijkbaar alleen gereserveerd was voor wie ook Italiaans sprak. Of toch een beetje.
Emma Maffucci is zonder twijfel de meest excentrieke Italiaanse signora die we ooit ontmoet hebben. En dat wil heel wat zeggen. Steevast droeg ze een mandje bij zich met daarin 3 telefoons. Aan de hand van de beltonen wist ze precies vanuit welke hoek de oproep kwam. De ene was verbonden met de kerkelijke overheid, de tweede met de wereld van de kunst en de journalistiek en de derde, hoogstwaarschijnlijk, met haar privéwereld of de b&b.
Die connecties beperkten zich niet tot de onmiddellijke omgeving maar strekten zich uit tot in Rome (en misschien ook nog daarboven). Getuige daarvan een enorme affiche in de studio. Het betrof een benefietwedstrijd tussen acteurs en de voetbalploeg van de Vaticaanse Wacht. Emma was een van de organisatoren van dit evenement dat doorging in Todi. Ik zie niet iedereen in staat om die gasten met succes even te contacteren.
Emma kende echter één probleem, ze kon niet alleen zijn. Van ’s morgens tot ’s avonds liet ze zich omringen door talrijke gasten. Don Franco was een van hen. Elke avond organiseerde ze een uitgebreid diner. Soms zaten we met twintig aan een lange tafel, zeker als ze ook haar buitenlandse toeristen uitnodigde. Denen, Amerikanen, Duitsers… Alles dooreen. En Emma wou met iedereen converseren alleen bereikte haar talenkennis hetzelfde niveau als dit van de doorsnee Italiaan. Ook de andere Italianen waren niet bij machte ook maar één woord Frans of Engels te produceren.
De lezer kan het zich reeds inbeelden, wij waren de tolken van dienst (wat we trouwens al vaker waren in Italië). In één week tijd leerden we meer Italiaans bij dan tijdens een jaar avondles. We kunnen het iedereen aanraden. Al zal het wel niet meer kunnen in de b&b van Emma. Enkele jaren geleden heeft ze haar eigendom verkocht en is blijkbaar naar Firenze vertrokken.
Een theater met 140 zitplaatsen
Toen we dus in 2005 op aanraden van Don Franco voor de eerste keer Bevagna bezochten werd dit plaatsje in de gidsen amper vermeld. Maar de eerste indruk was er een van totale verrassing. Hier had men werk gemaakt van restaureren, herwaarderen, opruimen… Prachtig. Zonder franjes. Alles eenvoudigweg tot in de puntjes verzorgd. Het stadje is amper een zakdoek groot, maar het herbergt enkele heel mooie dingetjes.
Centraal ligt de Piazza Silvestri, zowat het bestuurlijk als religieus centrum uit de middeleeuwse periode. Met centraal de onontbeerlijke fontein. Het plaatsje is gezegend met twee kerken waarvan vooral de romaanse San Silvestro (eind 12de eeuw) een bezoek overwaard is. De eenvoudige façade verbergt een intieme en rustieke romaanse kerk. Het koor met altaar bevindt zich hoog boven de vroegere crypte. Dit is heel typisch voor de romaanse kerken in dit deel van Italië.
Aan de overzijde staat de kerk (gewijd aan de aartsengel Michael) die in haar originele staat werd teruggebracht. De voorgevel is rijker versierd dan de overbuur. Hier hebben we enkele jaren later trouwens de dienst van Palmzondag meegemaakt. Met nadien uiteraard ook het uitdelen van de gewijde palmtakjes. Eentje daarvan kwam ook in onze huurauto terecht. Op die manier werden we een beetje Italiaan onder de Italianen. Maar een foto van padre Pio naast het stuur was toch een brug te ver. Je moet ergens een grens trekken.
Op de Piazza was indertijd ook een atelier gevestigd waar op ambachtelijke wijze papier werd vervaardigd. Zoals gebruikelijk was de uitleg uitsluitend in het Italiaans. Maar voor de buitenlanders deed men ze iets speciaals. Men herhaalde alles opnieuw in het Italiaans, maar wel een ietsjepietsje trager.
Het Bureau van Toerisme bevindt zich onder het Palazzo di Consili. Daar kocht je indertijd een ticket voor een geleid bezoek. Aangezien Bevagna nog niet met sterren in de gidsen werd gelauwerd, was de toeristische interesse eerder beperkt. De groep bestond uit amper 2 personen: wijzelf.
Een studente die als gids fungeerde leidde ons eerst via de brede buitentrap naar het theater dat in het genoemde paleis was aangebracht tijdens de restauratie in 1886. Het kleine zaaltje telt amper 140 plaatsen en ademt daardoor een heel knusse gezelligheid uit. Om toch op die kleine ruimte voldoende zitplaatsen aan te bieden werden boven het gelijkvloers nog 3 balkonrijen opgetrokken.
Mi serve una sigaretta
Gezellig keuvelend loodste onze studente ons daarna via de hoofdstraat naar de ander kant van het stadje. Hier en daar waren nog restanten van vroegere Romeinse gebouwen te ontdekken. Zo bij voorbeeld toen onze gids even linksaf ging om aan een onopvallende deur halt te houden. Ze haalde een sleutel boven en plots bevonden we ons in wat er nog restte van de vroegere Romeinse termen. Een prachtige mozaïekvloer ontrolde zich voor ons met tal van waterdieren: dolfijnen, octopussen, mythologische wezens… Jammer genoeg gold daar een totaal verbod op fotograferen. Op een vriendelijke vraag van ons antwoordde onze gastvrouw heel samenzweerderig: “Mi serve una sigaretta” waarna ze voor enkele minuten de ruimte verliet om te gaan roken. Een alerte spits kopt elke mooie voorzet binnen.
Met het bezoek aan dit kleine museum werd de Romeinse oorsprong van Bevagna duidelijk onderstreept. Enkele stappen verder ligt trouwens de Via dell’Anfiteatro. Maar dit is eerder een misleidende naam want de arena van Bevagna bevond zich niet hier. Wel kan je er de restanten bezoeken van het theater. Het volstaat daarvoor om te reserveren in restaurant Redibis (het vroegere All’Anfiteatro). De zaak is ondergebracht in de catacomben van het vroegere theater. Een steenworp verder ligt trouwens il Ristorante delle Mura. Wanneer je aan die kant van Bevagna de stadspoort buiten stapt bemerk je trouwens nog heel wat restanten van de vroegere Romeinse verdedigingsmuur.
Ook een bezoek aan het lokale museum was in het ticket inbegrepen. Dit museum overloopt zowat de volledige geschiedenis van Bevagna, vanaf de Romeinse tijd tot en met de 18de eeuw. Een mooie afsluiter. Rest ons alleen nog een leuke plek om alles even door te spoelen. Deze vinden we niet onmiddellijk op de Piazza Silvestri maar wel op de Piazza Antonio Gramsci.
Aandachtige lezers van deze Kroniek weten ondertussen dat we een zwak hebben voor Romeinse arena’s. In 2012 waren we opnieuw in de streek en maakten we van de gelegenheid gebruik om het vroegere strijdveld op te sporen. Wanneer je Bevagna verlaat in de richting van Foligno (op de Via Flaminia!) merk je na enkele honderden meter aan de linkerkant een verlaten kerk. Daar sla je linksaf. De contouren van de vroegere arena zijn nog op te merken achter deze kerk. Al stelt het eigenlijk nog weinig voor. Dus alleen maar interessant voor freaks.
Het balkon van Umbria
Langs de lokale wegen gaan we op zoek naar de abdij van San Felice. Daarvoor passeren we eerst aan Bastardo wat eveneens op de oude Via Flaminia is gelegen. De naam zou refereren naar een vroeger tolhuis of afspanning op de weg van Todi naar Foligno. Qua vriendelijkheid kan de naam wedijveren met Canàglia op Sardinië. Je moet er maar wonen…
Op enkele kilometer ten zuiden van Bastardo ligt de Abbazia di San Felice. Het is een eerder kleine abdij, ietwat verscholen in de heuvels van Umbrië. Zoals tal van andere kloosters kende het een bewogen geschiedenis waarbij de ene orde de ander opvolgde. Het interieur is perfect vergelijkbaar met dit in Bevagna. In de crypte onder het hoge koor rust het stoffelijk overschot van de heilige Felice in een sarcofaag. Als martelaar overleefde hij de poging om hem levend te roosteren. Ten slotte werd hij onthoofd.
Van hieruit is het maar een kleine stap naar Montefalco. Met deze benaming hebben de inwoners meer geluk. Het stadje torent dan ook bovenop een heuvel van waarop men van een prachtig uitzicht geniet over de omgeving. Vandaar dat men Montefalco beloont met de vleiende bijnaam van “Het Balkon van Umbria”. Al moet het gezegd worden dat de meeste plaatsen in de regio eveneens op een hoogte zijn gebouwd.
Montefalco kan bogen op enkele aantrekkelijke toeristische troeven. De middeleeuwse omwalling is op bepaalde plaatsen echt indrukwekkend, net zoals de toegangspoorten. Vooral de Porta Sant’Agostino is imposant. Het oude centrum binnen de muren is mooi bewaard gebleven en kent langs de smalle steegjes enkele pittoreske hoekjes en kantjes.
Een aparte vermelding geven we nog voor het gemeentelijk museum, ondergebracht in de voormalige abdij van Sint-Franciscus. Naast enkele religieuze werken en fresco’s in de vroegere kerk zijn ook de kelders van de abdij in het museum geïntegreerd. Er is vooral aandacht voor de ambachtelijke productie van wijn. Ten slotte is er nog een kleine afdeling met archeologische artefacten.
Marc Vandenbon – Auteur van “Innemend Italië” – www.innemenditalie.be