In deze reeks gaan we na wat de bekendste en meest gebruikte kruiden en smaakmakers zijn uit de rijke Italiaanse keuken. Voor vele mensen is het ronduit de lekkerste keuken die er bestaat. De Italiaanse keuken zou echter zijn karakteristieke smaak niet hebben zonder verse kruiden.
Een plant die spontaan groeit langs de kusten van Middellandse Zee, maar ook in het achterland wordt gekweekt, is rozemarijn. Vers of gedroogd, deze smaak wordt gebruikt bij de bereiding van geroosterd vlees, gevogelte en groenten. Als ingrediënt komt het voor in sommige speciale broden en vooral in focaccia. De takken zonder de bladeren kan je gebruiken om de sintels van gegrild voedsel te voeden, waaraan ze de karakteristieke en uitnodigende geur geven.
Iedereen weet dat rozemarijn perfect samengaat met aardappelen. Vooral aardappelen die in de oven zijn bereid en waaraan een paar takjes rozemarijn zijn toegevoegd. In werkelijkheid leent dit kruid zich voor het op smaak brengen van verschillende gerechten, waaronder fluweelzachte soepen en soepen op basis van seizoensgroenten.
Wat betreft peulvruchten, past rozemarijn vooral goed bij kikkererwten. Probeer het bijvoorbeeld eens op kikkererwtenpap. Rozemarijn is ook geschikt voor het op smaak brengen van andere peulvruchten en afgeleide producten zoals tofu, tempeh, seitan en groenteballetjes of burgers. Ook uitstekend in tomatensaus, op champignons, bloemkool en pompoen, maar ook op gebraad en wit vlees.
