Na een bezoek aan de bronzen krijgers in Reggio di Calabria en met de pracht van deze beelden nog brandend op het netvlies, begaf ik me langs de Costa Viola op weg naar het pittoreske vissersdorp Scilla.
Rufo di Calabria
Van Villa San Giovanni tot Scilla was het genieten van de pracht van het blauwe water en het zonovergoten landschap. Scilla naderde ik langs de lager gelegen zandstranden. Met een blik naar boven merkte ik onmiddellijk het op een hoger plateau gelegen kasteel op. In de 15de eeuw heerste en woonde de adellijke familie ‘Di Rufo’ hier en dit gedurende drie eeuwen. En ja, die naam deed bij mij meteen een belletje rinkelen. Het deed me immers denken aan de stamboom van Paola di Rufo di Calabria!
Het verdedigingsgerichte kasteel prijkt daar heel strategisch op het uiterste puntje van de laars. Het is nu een museum waar zich naast het leven onderzee de launtra bevindt.
Launtra’s zijn de typische boten die ze hier gebruiken voor de vangst van de zwaardvis. Deze grote krachtige, soms agressieve vissen worden geharpoeneerd.
Na een bezoek aan het museum was het langs vele trappen in een smal steegje afdalen tot in de Chianalea. Dat is de typische visserswijk.
Overweldigd door het geluid van het water dat tegen de huizen aan klotste en de romantiek van de visserssloepen die de vissers tussen de huizen uit het water trokken, bleven we even stilstaan bij een visser die rustig zijn netten herstelde.
Genieten van het lekkers
Een ponton op het water trok onze aandacht en onze maag begon te rommelen. Ja hoor, hier vonden we ons plekje.
Genietend van een heerlijke pesce spada (zwaardvis) met een glaasje Greco di Bianco di Vintripodi in combinatie met het geluid van het kolkende zeewater onder het ponton, lieten we ons onderdompelen in de mythe van de monsters Scilla en Charybdis waar Odysseus ternauwernood kon aan ontsnappen.