Wat een kanjer! Wie de Stromboli éénmaal ziet wordt betoverd om hem te beklimmen, maar hoe begin je daaraan? Weet alvast dat je niet zonder gids boven de grens van 400 meter mag klimmen. Wij reserveerden met Magmatrek, een lokale gidsenorganisatie die ik zeker kan aanraden. Probeer vooraf wat aan je conditie te werken thuis, of je wat in te lopen op de buureilanden of op de vrije wandeling tot de Sciara del Fuoco, die op zichzelf ook al prachtig is. Daar zie je vanop 400 meter rokende stenen en lava langs de vulkaanhelling tot in de zee storten.
A prima rina: het witte dorpje wordt steeds kleiner. De vergaderplaats van vertrek is vlakbij de Chiesa di San Vincenzo, het kloppend hart van Stromboli. Je hebt tijd om stevige wandelschoenen te huren (een must), een helm en mondmaskertje in ontvangst te nemen, en te wachten op het startschot om te beginnen stappen met je groepje van maximum 20 personen. A prima rina, de weg tot de top was een reuze ervaring.
Je ziet het witte dorp van waaruit je vertrok lager en lager onder je liggen terwijl de zonsondergang zich langzaam aan het voorbereiden is. Eerst stap je tussen rietpaden, dan op rotspaden, en het laatste stuk klimmen is in lava-as. Tegen dat je bijna boven bent, wordt het eindelijk wat frisser en ontmoet je een aangename bries. Dan veranderen we van T-shirt, doen noodgedwongen een fleece aan, en krijgen de tijd om iets te eten en drinken. Het laatste stukje stappen tot de Pizzo is makkelijker, en daar zetten we ons op een rij op een lava-wand met uitzicht op de Crateri.
Een bovenmenselijk prachtig geluid. Enkele minuutjes wachten en je ziet en hoort het prachtige schouwspel. Na het gespuit vanuit de dieptes, valt de eruptie elegant weer naar beneden als een waterval. Toen ik het later beschreef aan vrienden hoor ik me nog zeggen: “Het is alsof een walvis uit de oceaan komt, gemengd met het geluid van honderden wegvliegende vogels”. Dus geen luid gegrom maar een zalig mini-concert!
Rina Ranni met mondmasker. Op de terugweg langs Rina Ranni, een andere flank, droegen we de mondmaskers tegen het opwaaiend stof van de voorgangers. Je ziet geen steek, het is pikdonker en je bent op een padje van nog geen meter breed te midden de Forgia Vecchia dat volledig in de stofmist gehuld zit. We hebben nog een paar uur te gaan maar zitten nog vol adrenaline van wat we net gezien hebben. Tegen de tijd dat we de Semaforo San Vincenzo bereiken, ledigen we de inhoud van onze schoenen en voelen we ons weer op aarde.
Enkele minuten later worden we verwelkomd aan de Chiesa di San Vincenzo. Het is bijna middernacht als we een welverdiende frisse pint drinken, met een gevoel van ‘yes! we did it’. Na een heerlijke douche kan je nog een volledige nacht verder dromen: je hebt net een bezoek gebracht aan de hemel!