Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In het verleden werd het eiland Comacina Cristopoli genoemd, “de stad van Christus”.
Volgens een oude legende die aan het meer wordt verteld, zou de Heilige Graal, de beker waarin Josef van Arimatea het bloed van Christus opving toen hij werd gekruisigd, van 589 tot 603 een tijdelijke schuilplaats hebben gekregen in een kapel op het eiland, die speciaal voor dat relikwie was gebouwd.
Toen echter het eiland door vreemde troepen werden bezet, besloot de abt van de abdij op het eiland deze in veiligheid te brengen ver van het eiland, waarschijnlijk in Varenna. Vervolgens zou de Heilige Graal van hier naar de Val Codera zijn gebracht, waar ze in de buurt van Sas Carlasc zou zijn verborgen.
Toen de monniken in opdracht van de Paus, naar deze plek teruggingen vonden ze echter op die plaats een grote berg rotsblokken, Een steenlawine had alles overdekt en de Heilige Graal werd ondanks vele pogingen niet meer gevonden.
De kostbare beker zou zich dus nog altijd in dit gebied moeten bevinden.