Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In Tresivio vertelt men het verhaal van de onverklaarbare diefstallen van melk uit een berghut, waarin de herders hun melk verzamelden in grote kommen.
De herders besloten iemand op wacht te zetten bij de hut om zo de dief op heterdaad te betrappen. Dit leidde echter tot niets. Wel zag men een schaduw, die volgens iemand van een oude man was, maar de man zelf zag men niet.
Totdat op een nacht ene Gilberto, wiens beurt het was om de wacht te houden, eerst een schaduw zag en daarna de figuur van een oude man die naar de hut ging en daarin verdween. Hij aarzelde niet: als een bliksemschicht sprong hij naar de deur, gooide die dicht en legde hem vast met de ketting. Daarna rende hij weg om de andere herders te roepen.
Allemaal kwamen ze kijken om te zien wie de dief was. Ze verzamelden zich voor de deur en iemand opende die voorzichtig, zodat de dief niet zou kunnen ontsnappen. Ze zagen echter niemand, er was niemand daarbinnen. Of liever, er was alleen een zwarte kat, die zodra hij een gaatje zag, met grote snelheid op de vlucht sloeg.
Niemand besteedde er echter aandacht aan. Alle aandacht ging naar het binnenste van de hut om te zien of de geheimzinnige grijsaard zich daar verstopt had. Niets. Tot aller grote ergernis was de hut leeg en men verweet de arme Gilberto dat hij hen voor niets had geroepen.
Gilberto, die zeker wist dat hij zich niet had vergist, snapte er niets van. Feit was dat de diefstallen doorgingen. Men sprak nergens anders over en men had het voortdurend over een oude man die de hut in ging en de zwarte kat die eruit kwam en snel verdween. Hoe kon dit?
Men zou het misschien nooit begrepen hebben als de dief niet brutaler was geworden en ook overdag melk ging stelen. In het daglicht zag dezelfde Gilberto de zwarte kat, die met ongelooflijke gulzigheid de melk uit de kom dronk. Zonder te aarzelen pakte hij een mes en stak hem dood.
De andere herders kwamen aanrennen en dit keer kon Gilberto hun laten zien dat hij het raadsel had opgelost. Maar misschien toch niet helemaal, want het gezicht van de dode kat maakte een zo diep indruk op de herders dat ze besloten hem weg te brengen. Ver weg. Dit is wat ze deden: Ze wikkelde hem in een doek, deden hem in een draagmand en brachten hem naar een ravijn, waar zij hem ingooiden en bedolven onder de rotsen.
Sinds die dag zag men in de straten van het dorp nooit meer een eenzame en zwijgzaam oude man. Het was iedereen duidelijk. De oude moest wel de geheimzinnige figuur zijn die velen ’s nachts hadden gezien, een heks die zich kon veranderen in een zwarte kat.
