Legendes uit het Valchiavenna (5): De rattenvallei

Frasnedo in de Valle dei Ratti

Het Valchiavenna is het dal van de rivier de Mera, die vanuit de Alpen in zuidelijke richting stroomt en uitmondt aan de noordpunt van het Comomeer. De belangrijkste plaats is Chiavenna, aan de voet van de Alpen. Bij dit dorp beginnen twee routes naar Zwitserland, één over de Splugapas, de ander over de Maloja en Julierpas. Rond Chiavenna en de verschillende zijdalen spelen talloze legendes, waarvan je er hier een kan ontdekken.

Het valt op dat er veel verhalen zijn waarin heksen of duivels een rol spelen. Dit komt ons nu ongeloofwaardig over, maar voor de mensen in die vroegere eeuwen was dit niet het geval. Heksenvervolgingen (inquisitie) vonden in dit hele gebied veelvuldig plaats. Talloze vrouwen eindigden dan ook op de brandstapel.

 

De vallei ontleent zijn naam niet aan de aanwezigheid van deze knaagdieren maar aan de gelijknamige adellijke familie uit Como, die een groot deel van de Alpenweiden bezat. Er zijn meerdere legendes verbonden met dit gebied dat ook nu nog ongerept is door de afwezigheid van een weg voor gemotoriseerd verkeer en alleen bereikbaar is via een muilezelpad vanuit Verceia aan de oever van het meer van Novate. Het belangrijkste dorp is Frasnedo op 1280 m hoogte, vroeger het hele jaar door bewoond maar tegenwoordig een plaats met alleen vakantiewoningen.
Er worden twee legendes verteld, de een verbonden met Frasnedo, de ander met de alp Primalpia. Beide hebben als hoofdpersoon een mysterieus individu, opvallend door een elegant zwart vest en een hoge hoed.

Het eerste verhaal speelt in die koude en korte winterdagen en gaat als volgt:  Een eenvoudige boer uit Verceia, die in Frasnedo was gebleven om zijn kudde geiten te bewaken, hoorde dat er op zijn deur werd geklopt. Toen hij de deur had geopend stond daar tot zijn stomme verbazing deze elegante heer. Hij vroeg hem wat hij kwam doen op dit late uur en of hij niet verdwaald was. Het antwoord was raadselachtig: de mysterieuze man zei dat hij al vijfhonderd jaar In het dal woonde en ging op een bankje zitten dicht bij het vuur terwijl hij zijn schoenen uittrok om zijn voeten te warmen. Toen begon de boer langzaam te begrijpen met wie hij van doen had: in plaats van voeten verschenen er namelijk twee geitenpoten. Het bloed stolt hem In de aderen, want het was duidelijk dat hij van doen had met de duivel in persoon. Echter bleek dat hij dit keer te maken had met een duivel die geen kwade bedoelingen had en die, toen hij weer warm geworden was, hem bedankte en weer vertrok.
De boer verloor geen tijd en nadat hij de gast vaarwel had gezegd, haastte hij zich zo snel hij kon naar huis in Verceia. Hij was echter toch zo geschrokken dat hij dagenlang ziek thuis lag.

Dezelfde heer of iemand die er veel op leek verscheen in het najaar aan een jongen die als hulp van de boeren over de bergen van Primalpia zwierf. Hij was op zoek naar een aantal geiten die van de kudde afgedwaald waren toen hij plotseling werd omgeven door een mysterieuze nevel, waarbinnen langzaam aan de gedaante van de keurige heer zichtbaar werd. Op de vraag van de jongen of hij de geiten had gezien antwoordde de heer dat hij al driehonderd jaar in het dal woonde maar dat hij nog nooit een geit dat gezien. Ook in dit geval werd het de jongen duidelijk dat hij de duivel had ontmoet en hevig geschrokken haastte hij zich naar de baite van de herders.

Overal waar zich duivels bevinden gaat het om verdoemde zielen en de alp Primalpia vormt hierop geen uitzondering. Zo vertelt men dat hier de ziel van Scigulin ronddwaalde. Deze Scigulin vulde zijn tijd vooral met fluiten. Dit ergerde een herder zo zeer dat hij op een dag boos vroeg om hiermee op te houden. Toen hij echt op een dag afdwaalde naar Verceia wachtte hem een verrassing: Scigulin die kwaad was over het verzoek begon namelijk steeds harder te fluiten en hield hem tegen tot de avond viel. Het werd zo donker dat de herder niet meer in staat was de weg te vinden naar zijn baita. En zo werd hij gedwongen om tot zonsopgang rond te zwerven en het zo licht was dat hij de weg naar zijn baita kon terugvinden. Dit krijg je als je de zielen niet respecteert die het trieste lot hebben eeuwig In de verlaten bergen te wonen.

Deze en andere legendes komen uit het boek “Er was eens”, uitgegeven door de gemeente Prata Camportaccio in 1992. 

Meer info over wandelingen in de Valle dei Ratti vind je hier.

Valle dei Ratti

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 113 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten