Italiaanse Toestanden (11): Een groot werk – Un grande lavoro

Wilden we dat de nieuwe trap naar de kelder door een stalen constructie werd ondersteund of niet? Wilden we open of dichte treden? Van hout of steen? Wilden we een blinde buitendeur of moest er glas in? L’ingegnere Cassani vuurde in mitrailleurtempo een spervuur aan detailvragen op ons af. We zaten wat beteuterd bij zijn bureau want op zoveel keuzes waren we niet voorbereid. We hadden gehoopt van onze ingenieur te horen dat de gemeente, in de persoon van architetta Roberta, akkoord ging met ons verbouwingsproject, maar dat bleek iets ingewikkelder dan wij dachten. De gemeente kon onze plannen namelijk pas goedkeuren als ze wist welke aannemer het werk zou gaan doen en als deze een DURC, een verklaring van ‘goed gedrag’, kon overleggen. Een aannemer! Zover waren we nog lang niet.

Eigenlijk hadden we verwacht dat Cassani de computo metrico, het detailoverzicht van alle benodigde werkzaamheden al klaar zou hebben. We hadden hem de afgelopen maanden vanuit Nederland nog een keer gebeld om hem aan te sporen, maar wanneer je ver weg zit, heeft zoiets kennelijk geen effect. Nog geen computo metrico dus, terwijl dat overzicht hard nodig is. Alleen op basis daarvan zou een kandidaat-aannemer een offerte kunnen maken. Aan de hand van die offertes konden wij dan de aannemer kiezen. Met de hopelijk beschikbare DURC zou de gemeente dan ten slotte kunnen toestemmen met onze plannen en zou de verbouwing kunnen beginnen. Schijven, schijven en nog eens schijven. De tijd dat we in Nederland zaten, was wat ons Italiaanse project betreft verloren tijd geweest.

Terwijl dit allemaal door onze hoofden flitste, hoorden we Cassani onverstoorbaar verder ratelen, af en toe voor wat correcties onderbroken door zijn duistere metgezel die ook nu weer schuin achter hem zat. Bidet? Hoorde ik daar ‘bidet’? Cassani (of zijn assistent) had voor het geplande kelderappartement een bidet voorzien. Dat leek ons overbodig voor de vrijwel uitsluitend Noord-Europese gasten die we verwachtten. Ik zag een bezuinigingspost opdoemen en was blij dat ik eindelijk iets te berde kon brengen. “Niet nodig,” interrumpeerde ik Cassani’s litanie. “Niet nodig?” reageerde deze met gefronste wenkbrauwen. Op het gezicht van de stille metgezel verscheen een ironisch lachje. “Alle beschaafde volkeren gebruiken de bidet!” riep Cassani verontwaardigd. Waarop ik hem wees op het ontbreken van dat onderdeel in vrijwel alle openbare Italiaanse toiletten, om nog maar te zwijgen van toiletbrillen. “Tja, openbare toiletten, dat is een andere zaak,” zuchtte de ingenieur. “Nou ja, dat kunnen we altijd nog schrappen,” concludeerde hij ten slotte en vervolgde zijn opsomming.

Deze computo metrico ging Cassani volgende week proberen af te maken. Maar aan welke aannemers zouden we dan een offerte vragen? In ieder geval aan de dakdekker want dat was Cassani min of meer aan hem verplicht vanwege de snelle service die hij in februari geboden had. Daarover waren wij iets minder enthousiast want de dakdekker had bij dat klusje al getoond geen ‘doorwerker’ te zijn. Soms bleef hij doodleuk een dag weg en zo werd een klus van een paar dagen er alsnog een van weken. De smoezen die de dakdekker daarbij gebruikte waren wel gevarieerd maar niet te vertrouwen zoals we ontdekten toen we een keer in de zon tussen de groene wijngaarden op zijn komst zaten te wachten. Cassani belde ons na een tijdje om te laten weten dat de dakdekker zich keurig bij hem had afgemeld wegens ‘sneeuwval’ in de heuvels.

Cassani wilde onze bijeenkomst al afronden maar wij wilden toch wel graag een idee krijgen van de tijdsplanning van het hele project. Hij zuchtte. Plannen is niet de favoriete bezigheid van de Italiaan. Toch had hij wel een idee. “Zes tot tien maanden,” lispelde hij. “Te beginnen in september.” We zaten verstijfd in onze stoelen. Hadden we het goed verstaan? “Ja, ja, het is een grande lavoro.” En voor september gebeurde er in ieder geval niets meer. In augustus is heel Italië met vakantie en daarvóór heeft iedereen het beredruk met het afronden van de lopende klussen, zo luidde Cassani’s argumentatie. Daar ging ons naseizoen. En ook ons voorseizoen als we niet uitkeken.

Terwijl we naar Montecalvo terugreden, begon een conclusie zich al voorzichtig aan te dienen: misschien was het beter om de aanleg van het kelderappartement een jaar uit te stellen. Dan hadden we meer controle over de uitgaven, kregen we een indruk van de kwaliteit van de aannemer en na een jaar zouden we beter kunnen beoordelen of we genoeg gasten trokken om een tweede appartement te kunnen vullen. Misschien was het beter om, heel Italiaans, iets meer piano piano te werk te gaan? Zie je wel, we leerden snel, binnenkort zouden we echte Italianen zijn. Wanneer is de klus klaar? Ach, domani!

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!

Over Stef Smulders 21 Artikelen
Stef Smulders is een Nederlander die in 2008 met echtgenoot Nico en hond Saar naar Italië emigreerde om daar B&B Villa I Due Padroni (www.duepadroni.it) te beginnen. Hij verkocht zijn huis, liet familie en vrienden achter en deed een sprong in het onbekende. In 2014, bijna vijf jaar later, deed hij in het boek ‘Italiaanse Toestanden’ verslag van zijn belevenissen. In 2016 schreef hij het vervolg: Meer Italiaanse Toestanden en in 2017 verscheen deel 3, 'Nóg Meer Italiaanse Toestanden'.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten