Iconische Italiaanse auto’s: Autobianchi Primula (1964-1970)

Autobianchi Primula (foto Wikicommons - Zairon)

In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij  het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.

 

De Autobianchi Primula is een compacte auto die werd geproduceerd tussen 1964 en 1970 door Autobianchi, een joint venture tussen Fiat, Bianchi en Pirelli. Deze kleine auto had een aantal innovatieve kenmerken en was een van de eerste in serie geproduceerde auto’s met voorwielaandrijving.

 

Ontwikkeling en introductie

In het begin van de jaren ’60 wilde Fiat experimenteren met nieuwe technologieën en ontwerpen om te voldoen aan de veranderende vraag van consumenten. Dit leidde tot de oprichting van Autobianchi, een dochteronderneming van Fiat, samen met de bedrijven Bianchi en Pirelli.

In 1964 werd de Autobianchi Primula geïntroduceerd op de Autosalon van Genève. Het was een compacte auto met een vooruitstrevend ontwerp en verschillende technologische innovaties. Wat de Primula onderscheidde van veel andere auto’s in die tijd, was zijn aandrijving op de voorwielen, een kenmerk dat toen nog relatief zeldzaam was.

 

De norm voor de autoindustrie

Vòòr de Primula hadden alle personenwagens van de Fiat-groep achterwielaandrijving. De grotere modellen hadden de motor voorin met aandrijving op de achteras en kleine auto’s hadden de motor achterin liggen. Met de Mini was de opkomst van de voorwielaangedreven auto met dwarsgeplaatste motor voorin een feit. Dante Giacosa, hoofdingenieur van Fiat, zag het potentieel van het concept, en besloot om te experimenteren zonder risico te lopen met de populaire Fiat-auto’s.  Dat kon via het nieuw opgerichte Autobianchi.

De geniale zet van Giacosa was om de versnellingsbak links van de motor te plaatsen (ipv van onder de motor zoals bij de mini). Dit zorgde voor een lager zwaartepunt, betere gewichtsverdeling en dus betere wegligging. Deze opstelling – Giacosa opstelling genaamd – zou daarna de norm worden voor de autoindustrie. De Primula was dus de allereerste auto in serieproductie met een dergelijke opstelling.

Aanvankelijk was de Primula uitgerust met de 1221 cc motor van de Fiat 1100 D (voor de coupé werd deze opgewaardeerd tot 65 pk), maar in 1968 werd deze vervangen door Fiat 124 motoren – de berlina kreeg de 1197 cc 60 pk motor van de standaardversies, terwijl de coupé werd uitgerust met de krachtigere 1438 cc 70 pk motor.

 

Carrosserievarianten en autosport

De Autobianchi Primula was verkrijgbaar in verschillende carrosserievarianten. Het meest opvallende was het gebruik van een fastback-ontwerp voor de driedeursversie, terwijl de vijfdeursvariant een meer traditionele hatchback-stijl had. De Primula kwam in 1965 ook als een speciale “Coupé”-versie – ontworpen door Carrozzeria Touring – die een sportievere uitstraling had met een kortere daklijn.

Ondanks zijn compacte formaat bood de Primula een verrassend ruim interieur en een comfortabele rijervaring. Het interieur was goed ontworpen en bood voldoende ruimte voor de bestuurder en passagiers. Het dashboard had een eigentijds ontwerp, en de stoelen waren comfortabel en ondersteunend. De mogelijkheid van een vijfde deur op sommige modellen maakte het gemakkelijker om bagage te laden, waardoor de auto praktisch was voor dagelijks gebruik.

Ondanks dat het geen puur sportmodel was, werd de Autobianchi Primula met enig succes ingezet in de autosport. Het deelnemen aan rally’s en races hielp de auto om meer bekendheid te verwerven en droeg bij aan zijn reputatie als een capabele en veelzijdige auto.

Primula Coupé

 

Erfenis

De praktische Primula werd positief ontvangen in de markt. Hij werd tweede in de 1965 Europese Auto van het Jaar wedstrijd, na de andere voorwielaangedreven auto, de Austin 1800. Dit succes overtuigde Fiat om het concept van de Primula verder te ontwikkelen, ook voor Fiat auto’s. In 1969 resulteerde dit in de eerste Fiat met dezelfde opstelling: de Fiat 128.  Deze Fiat 128 werd gelanceerd tegelijk met twee nieuwe voorwielaandrijving Autobianchis: de kleine Autobianchi A112 en de grotere Autobianchi A111. De Fiat 128 won de Auto van het Jaar-titel in 1970, gevolgd door de A112 als goede tweede. De productie van de Primula stopte in 1970 met 74.858 geproduceerde exemplaren, waarvan 2.400 coupés.

 

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten