In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De Fiat 124 sedan kwam in 1966 op de markt. Vakjournalisten verkozen het model in 1967 tot Europese Auto van het jaar. Hij viel op door het ruime interieur, de moderne wielophanging, de schijfremmen op alle wielen en door de lichtgewicht constructie. De journalisten prezen de auto voor de goede prestaties en uitstekende rijeigenschappen. Uiteraard heeft Fiat de auto door de jaren heen steeds verbeterd met sterkere motoren en meer luxe.
Een 5-deurs stationwagonvariant (op de thuismarkt 124 Familiare genoemd) alsmede de 124 Sport Spider debuteerden op het 48e Autosalon van Turijn in november 1966. Enkele maanden later, op het Autosalon van Genève in maart 1967, completeerde de 124 Sport Coupé het gamma. De 124-serie was één van de meest succesvolle modellenseries ooit voor Fiat .
Twin Cam
De twee sportieve modellen kregen een geheel nieuwe 1,4-liter motor met dubbele bovenliggende nokkenas die 90 pk (66 kW; 89 pk) leverde bij 6.500 tpm. Deze motor, die later ook in de sedan kwam te liggen, was ontworpen door de voormalige Ferrari-ingenieur Aurelio Lampredi. Deze Fiat Twin Cam (ook bekend als de Lampredi Twin Cam), was een zeer geavanceerde viercilinder automotor die Fiat produceerde van 1966 tot 2000. De motor kwam in een groot aantal cilinderinhouden, variërend van 1,3 tot 2,0 L (1.297 tot 1.995 cc) en men gebruikte hem in auto’s van Fiat, Lancia, Alfa Romeo, SEAT en Morgan. De Fiat Twin Cam-motor werd op grote schaal gebruikt in de motorsport en was de meest succesvolle motor in de geschiedenis van het World Rally Championship. Fiat en Lancia wonnen in totaal tien wereldkampioenschappen rally voor constructeurs met motoren op basis van de Lampredi Twin Cam-motor.
Wereldauto
Wat de 124 écht speciaal maakt is het feit dat de auto wereldwijd is gebouwd geweest. In de jaren zestig en zeventig trachtte Fiat zijn wereldwijde bereik uit te breiden. Daarvoor gingen ze overeenkomsten aan met kleinere fabrikanten (meestal in ontwikkelingslanden) door het 124-ontwerp in licentie te geven. De bekendste (en meest geproduceerde) van alle 124 afgeleiden is de in Rusland gebouwde Lada. Daarvan zijn er tot op heden meer dan 17 miljoen exemplaren verkocht.
Naast Rusland, is de 124 ook gebouwd geweest in Indië (door Premier), in Spanje (door Seat), Bulgariije (Pirin), Turkije (Tofas), Korea (Fiat-KIA) en Egypte (Lada). Fiat stopte zelf met het model in 1974, maar de laatste in lecentie gebouwde 124 liep in 2012 van de band. Dat betekent dat het model zo’n 46 jaar op de markt is geweest, goed voor meer dan 20 miljoen exemplaren. Alleen de VW Kever doet beter (21.5 miljoen).
foto’s: Wikicommons
