Gallipoli: i miei amici

Mijn Italiaanse vrienden…

Toen ik zowat 8 jaar geleden zonder koffer aankwam in Gallipoli, leerde ik het knapste meisje van heel Italië kennen. Anna-Laura, een frêle, jonge ragazza  met gitzwart haar, zoals dat in de laars van Italië de natuurlijk haarkleur is.

Zoals ik in mijn eerste verhaal vertelde (lees: La donna senza valigia) was ik, zeker een week lang, verplicht om spullen te kopen. Mijn koffer was immers nog steeds niet gearriveerd. Omdat ik vanuit mijn B&B Pallazo Zacheo steeds hetzelfde smalle straatje afwandelende naar de nonnekes (lees: ochtendgymnastiek in het rustoord), zag ik Miss Gallipoli bijna elke dag bij een parfumeriewinkeltje.

Anna-Laura

Anna-Laura werkte daar maar zat vaak op het stoepje voor de winkel, wachtend op klanten of aan het chiacchierare (kletsen) met haar vriendinnen. Het was zij die me kon helpen om op zoek te gaan naar wat zomerkleren. In de oude stad vind je alleen maar kerken, bars, palazzi (oude historische gebouwen), restaurants en prullenwinkels voor toeristen.

Hun gelach aan het winkeltje gaf me de moed om hen aan te spreken met enkele Italiaanse basiswoorden. Ik had dan wel mijn eerste jaar avondschool met glans doorstaan, kende al een aantal verbi (werkwoorden) en kon wat eenvoudige zinnen vormen. Maar… hoe vragen waar ik ondergoed, shorts, topjes strandkleedjes, sandalen enz. kon kopen?

Even buiten het Centro Storico (oude stad) in de mooie winkelstraat Corso Roma had ik natuurlijk al prachtige winkels gezien. Wat dacht je van Gucci, D&G, Armani, Versace, Roberto Cavalli, Fendi, Ferré of Elisabetta Franchi? Een C&A, Zeeman of J.B.C. enz. had ik nog niet gezien.

Anna-Laura kende wel een paar winkels in de zijstraat van de Corso Roma waar je voordelig kon kopen en waar het – niet onbelangrijk – nog solden was. Er was ook elke woensdag een heel grote markt met veel kleding en schoenen. Het duurde even voor ik het allemaal begreep, en het werd een discorso (gesprek) uitgelegd met hand en tand en veel gegiechel door mijn gebrekkig Italiaans. Hoe meer vriendinnen er langskwamen, hoe meer er werd gelachen.

We werden bekend in het kleine straatje als het plezante meisjesgroepje met die Belgische dame zonder haar valies. De meiden waren jong (17-18 jaar) en ikzelf meer dan drie keer zo oud. Maar we zijn steeds vriendinnen gebleven. Het winkeltje is er al lang niet meer. Maar gelukkig woont Anna-Laura met haar vriend per toeval in hetzelfde condominio  (appartementsblok) als ik. Telkens als ik in Gallipoli ben, komt de meidengroep weer bij elkaar om te giechelen.

Cosimo

Mijn oudste vriend is de visser Cosimo. Zoals ik al eerder vertelde, wandelde ik dagelijks naar de nonnekes. Op de terugweg zag ik steeds de vissers die aan de kaai hun netten repareerden. Ik probeerde hun handigheid te ontleden, onmogelijk…

Cosimo verkocht voor een appel en een eitje twee vislijnen aan mijn man. Die heeft nooit iets gevangen…

De vissersboten kwamen rond 17 uur van zee terug en dan was er op de kaai een drukte van jewelste. De vissen werden niet verkocht per kilo, maar in grote bakken die vlot van de hand gingen. Voor restaurants maar vaak ook voor een hele familie.

Vele families in Gallipoli wonen immers nog steeds onder hetzelfde dak. Beneden de grootouders met soms nog de overgrootouders. Op de 1ste piano (verdieping) vaak een oude tante of een verre neef. De kinderen weer een verdieping hoger en de achterkleinkinderen opnieuw de hoogte in. Dus een kilootje garnalen, inktvis of ricci (leuke naam voor zee-egels) volstaat natuurlijk niet. Zoveel soorten vis zag ik nooit.

Maria Papuzi

Dan is er la signora Maria Papuzzi (haar bijnaam) die het oudste en kleinste winkeltje heeft. Ze verkoopt de typische dolce van Gallipoli: koekjes met amandel. Iedereen kent haar daar. Als ik nieuwe vrienden maak, vraag ik steeds: en kennen jullie Maria Papuzzi ook? Verbaasd en al lachend vragen ze mij hoe het in godsnaam mogelijk is dat ik die ken??? Soms geloven ze me niet, maar als ik haar`verschijning’ beschrijf en vertel dat ik haar winkeltje ken, is het ijs vlug gebroken.

Wat haar haartooi betreft, is ze het evenbeeld van koningin Fabiola. Haar bekendheid in Gallipoli heb ik al vaak gebruikt om een gesprek te beginnen met Italianen. Ze moest het eens weten… Haar winkeltje blijft stokoud.

Massimo

Afgelopen jaar heb ik weer nieuwe italiaanse vrienden leren kennen via een facebook privégroep (Succede a Gallipoli) waar ik mezelf als enige Belg had aangemeld. Op deze site kan je lezen wat er allemaal gebeurd in Gallipoli. Dit kan gaan van: hond gevonden, personeel gezocht, straat afgesloten wegens werken, verkiezingen van de burgemeester, de talrijke heiligen die gevierd worden met de bijhorende uren van de eucharistievieringen, wie kan mijn wasmachine repareren op een late zondagavond enz.

Ook ik maakte gebruik van deze site toen ik iemand zocht om het vliegenraam te herstellen. Of voor andere kleine klusjes in ons appartement. Het was ongelofelijk hoeveel reacties ik wel kreeg. Het leek alsof  iedereen in Gallipoli  bezig was met vliegenramen. Ik had het geluk om Massimo te kiezen. Een manusje-van-alles die zelfs mijn fiets met platte band even buiten Gallipoli kwam ophalen. Of die na een elektriciteitspanne  op een zaterdagavond ons uit de nood hielp.

Lucia

Mijn verhalen over Gallipoili heb ik ook op deze site geplaatst, en mijn vrienden apprecieerden dat wel. Ze waren vooral enthousiast over de foto´s van hun stad.

Op een gegeven moment ontving ik een reactie in het Nederlands, vreemd… Na wat heen-en- weer schrijven bleek Lucia een Italiaanse maar met een Belgisch tintje.

Haar ouders waren, vanuit Gallipoli, verhuisd naar België ( Houthalen) in de tijd van de koolmijnen. Haar twaalf(!) zussen en broers wonen nog altijd in Houthalen, maar komen om de haverklap naar Gallipoli. Lucia woont als enige terug in Gallipoli. Een fantastiche vriendin die me al vaak geholpen heeft met de moeilijke Italiaanse administratie.

Tijdens het WK voetbal was ik ook in Gallipoli en samen met bijna heel haar familie keken we natuurlijk naar il calcio. Het terras van Lucia werd omgetoverd tot een cinemazaal met heerlijke italiaanse hapjes. Eerste wedstrijd was Italië – België en ik had heel Gallipoli afgefietst om een Belgische vlag te vinden. Zonder succes. Dan maar een Italiaanse vlag… Bij de tweede wedstrijd  Italië- Spanje in de Spaanse kleuren. Maar bij de derde wedstrijd Italië-Engeland toch maar opnieuw in de italiaanse kleuren.

Door  Lucia leerde ik de hele familie kennen. Vaak spraken we af op het strand waar er een mix van Italiaans en Vlaams werd geproken. Plezant…

Rosaria

Rosaria leerde ik toevallig kennen op een klein strandje, op fietsafstand van Gallipoli. Op het eerste zicht leek ze me geen Italiaanse wat een grove vergissing bleek te zijn. Ons getater werd een hechte vriendschap met talrijke uitstapjes naar nabijgelegen kleine dorpjes. Ooit liet ze me een prachtig huis zien waar Mussolini vaak zijn vakanties doorbracht.

Mijn vriendenkring in Gallipoli wordt steeds groter waadoor ik me steeds meer en meer `una gallipolina´ voel.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten