Aan de voet van de Vulture, een uitgedoofde vulkaan, ligt het stadje Melfi. Op de hellingen van de berg bevinden zich tientallen grotkerken, die getuigen van de rijke en fascinerende geschiedenis van de streek. Van al die kleine heiligdommen geldt het grotkerkje van Santa Margherita, gelegen aan de rand van Melfi, als het mooiste en best bewaarde exemplaar. De geheel in tufsteen uitgehouwen Santa Margherita dateert uit de 13e eeuw en is nagenoeg geheel gedecoreerd met fresco’s uit diezelfde tijd.
Grotkerken
Bouwers van grotkerken probeerden zoveel mogelijk ‘echte’ kerken na te bootsen. Ook in de Santa Margherita waan je je in een echte kerk. Het complex heeft één schip, met een boogvormige constructie die de door kruisgewelven overdekte ruimte in tweeën deelt. Aan de zijwanden liggen vier kapellen met tongewelven. Het altaar in de apsis is in de steen uitgespaard. Aan de muren, de plafonds en de bogen zijn fresco’s aangebracht, met afbeeldingen van onder andere de aartsengel Michael (wiens cultus zeer verbreid was in het zuiden van Italië), Christus Pancrator, Maria met Kind, Petrus en Paulus, de evangelisten en allerlei andere heiligen. De patroonheilige van de kerk, Margherita, vinden we op een schildering in de apsis.
De meeste fresco’s zijn geschilderd in de laat-byzantijnse traditie, maar enkele andere kenmerken zich door een meer westerse stijl, zodat aannemelijk is dat er tenminste twee verschillende schilders in het kerkje werkzaam zijn geweest.
Ontmoeting tussen de Levenden en de Doden
Het bekendste en meest fascinerende fresco in de Santa Margherita is de zogenaamde Ontmoeting tussen de Levenden en de Doden. We zien een drietal personen afgebeeld die worden toegesproken door doden in de gestalte van skeletten. De betekenis van deze scène is intuïtief meteen duidelijk: de doden herinneren de levenden aan de vergankelijkheid van het bestaan. “Wij waren wat gij zijt, en gij zult zijn wat wij zijn”. Het thema van de Ontmoeting is in de periode van ongeveer 1300 tot 1500 een bekend gegeven in de kunst, aanvankelijk in de literatuur en later in de beeldende kunst. Elders in Italië, maar ook in andere Europese landen zijn allerlei varianten van het thema te vinden, maar de Ontmoeting in de Santa Margherita is de oudst bekende in Italië en waarschijnlijk een van de oudste in Europa.
Wat het fresco extra bijzonder maakt is de discussie over de identiteit van de afgebeelde levenden. In de gebruikelijke iconografie van de Ontmoeting zijn de levenden drie anonieme ridders, meestal afgebeeld tijdens een rit te paard of een jachtpartij. Hier echter zien we een mannelijke en een vrouwelijke persoon en een kind of jongeman. Hun attributen (onder andere de purperen mantels en hermelijnen bontkragen) maken duidelijk, dat het koninklijke personages betreft. Volgens een theorie die in brede kring weerklank heeft gevonden gaat het om keizer Frederik II, zijn derde vrouw Isabella van Engeland en zoon Konrad. Vele kleine details in de afbeelding ondersteunen die theorie. Zou de onbekende schilder inderdaad Frederik hebben geportretteerd, dan heeft hij de boodschap die in de Ontmoeting besloten ligt extra zeggingskracht gegeven: zelfs de almachtige keizer is sterfelijk en moet zich na zijn dood als ieder ander verantwoorden.
Keizer Frederik II
Frederik II (1194-1250) was keizer van het Heilige Roomse Rijk en behalve koning van Duitsland heerser over het Koninkrijk van Sicilië, dat in die tijd behalve het eiland het gehele zuiden van Italië omvatte. Hij had in Melfi een residentie (het nog steeds bestaande kasteel) en verbleef hier regelmatig.
Frederik geldt als een van de meest prominente vorsten van de Middeleeuwen. Door zijn tijdgenoten werd hij ‘stupor mundi’ genoemd: hij die de wereld versteld doet staan. Hij was een omstreden man en werd bewonderd, vereerd, gevreesd en verketterd. Met zijn onorthodoxe, verlichte manier van denken was hij zijn tijd ver vooruit – wat hem als vanzelfsprekend ook in conflict bracht met andere machthebbers. Zijn nalatenschap omvat onder andere het beroemde Castel del Monte in Puglia.
Behoefte aan veiligheid
Grotnederzettingen ontstonden in Zuid-Italië vanaf de late Oudheid vanuit de behoefte aan veiligheid in tijden waarin Goten, Longobarden en Byzantijnen streden om de heerschappij. De geologische omstandigheden speelden mee: Puglia is rijk aan karst en in Basilicata is veel tufsteen aanwezig. Veel grotnederzettingen groeiden op den duur uit tot volwaardige dorpen en steden met een complete infrastructuur. In deze context ontstonden ook religieuze ruimtes. Vanaf de 8e eeuw immigreerden monniken uit het Byzantijnse Rijk op grote schaal naar het zuiden van Italië. Het is echter niet zo, zoals vaak gedacht wordt, dat de grotkerken voornamelijk het werk van deze monniken zijn. De fresco’s in grotkerken hebben vaak sterk oosters-byzantijnse trekken omdat de byzantijnse schilderstijl tijdens de Middeleeuwen in Zuid-Italië nu eenmaal dominant was.